Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

De Duitse eenmaking

- Zie kaart p. 530 voor de Duitse ruimte

- Politiek van Frankrijk en Rusland = om Duitse wereld verdeeld te houden.

 Restauratie: Congres van Wenen richt Duitse bond op  een confederatie van 30 vorstendommen.

De Duitse staten na 1848

- ≠ van Italië: de Duitse bevolking was gehecht aan hun afzonderlijke staten

 Dus een vernietiging van alle afzonderlijke regeringen kon niet meteen gebeuren.

- Voordeel van vereniging = Economische vooruitgang

DL gaat zich economisch verenigen maar niet door eigen inspanning  vallen in armen van Pruisen

Pruisen in de jaren 1860: Bismarck

- De eenmaking gaat gerealiseerd worden vanuit Pruisen  Niet via het Liberaal-Nationalisme wat het parlement van Frankfurt voorstelde maar door de politiek die Bismarck gaat voeren.

- Pruisen: heeft zich ontwikkelt vanuit het gebied Brandenburg  lid van de Duitse-bond

 expansies  enkele van deze gebieden behoorden niet tot de Duitse bond

- Bismarck = Kanselier van Pruisen + beoefent de Realpolitiek

 is echter geen Duits nationalist maar gaat de belangen van Pruisen nastreven.

 Beseft dat de eenmaking niet realiseerbaar is via ideologie maar zal gerealiseerd moeten worden via brute macht  Pruisische leger wordt zeer belangrijk.

 eenmaking gaat worden gerealiseerd  geweld en diplomatie.

Bismarck’s oorlog: De creatie van de Noord Duitse Bond, 1867

- Bismarck’s diplomatie:

 Coalitie met Oostenrijk  voor de annexatie van Sleeswijk –Holstein  monarch = Deense koning

 wel lid van de Duitse bond

 Oostenrijk en Pruisen gaan in oorlog met Denemarken  verslaat Denemarken

 Sleeswijk-Holstein wordt verdeeld

 Pacteren binnen de Duitse bond  hij gaat het Oostenrijk willen isoleren

 Oorlog tegen de Habsburgse keizer

 een sterk Pruisisch leger + bondgenoot met Italië (ook eenmaking)  winst voor Pruisen

 Gevolg: Noord Duitse Bond  De Zuid Duitse staten blijven aanleunen bij de Habsburgse keizer maar vormen minder een confederatie tov het Noorden.

De Frans-Pruisische oorlog

 Gaat de pijlen richten op Frankrijk.Om de Zuidelijke staten aan zich te binden.

 In Frankrijk: zit men nog steeds met Napoleon III’s internationaal beleid in zijn achterhoofd.

 Bismarck gaat oorlog proberen uitlokken Frankrijk zal de oorlog verklaren door problemen van erfopvolging in Spanje.

 Een Pruisische prins zou de constitutionele erfopvolger worden waarop Frankrijk zich ingesloten voelt door Pruisen en men dus de oorlog verklaart.

 Napoleon III wordt verslagen

- Napoleon III wordt gevangengenomen  ontstaan van de 3e Republiek

- Bismarck laat de Pruisische koning in het spiegelpaleis in Versailles kronen tot Duitse Keizer.

 Pruisen wordt Duitsland

Het Duitse Rijk, 1871

- Bismarck gaat krachtig de economische politiek voortzetten  industrialiseren van DL (= Duitsland)

 nachtmerrie voor andere Europese staten  DL is een economische macht in wording

 naast economische productie ook demografisch in opmars

Lees meer...

. De Italiaanse eenmaking

Italiaans nationalisme: Het programma van Cavour

- In Italië algemene ontevredenheid over de autoriteiten + groeiend verlangen naar een liberale staat

- Er ontstaat dus de droom voor een Italiaanse eenmaking = Risorgimento

- Piedmont-Sardinië : koning Victor Emmanuel + 1e minister Camillo di Cavour

 een liberale constitutionele monarchie

- Na 1848 wil het Oostenrijk zijn gezag herstellen maar Italiaanse nationalisme wint aan aanhang.

- Eenmaking: 2 strekkingen

 Links-Republikeinse: Garibaldi

 Liberaal-Nationalistische: Cavour (wil Italië vereningen onder kroon Piedmont)

- Cavour gaat een bondgenoot zoeken in Frankrijk. militaire steun nodig tegen het Oostenrijk

 Drijfveer voor Frankrijk = Nice en Savoy

 Cavour gaat Oostenrijk uitlokken tot een oorlog  gewonnen door Frankrijk en Piedmont

- Napoleon III heeft nu echter een dilemma  Frankrijk troepen belanden in de Pauselijke staten waarop deze troepen de Paus gaan beschermen tegen de Italiaanse revolutionairen.

 Sluit vrede met Oostenrijk.

De voltooiing van de Italiaanse eenmaking

- 1860: Noord Italiaanse monarchie, de pauselijke staten en het koninkrijk van de 2 Siciliës

- Garibaldi: gaat het Zuiden binnenvallen  koninkrijk van de 2 Siciliës stort ineen

 gaat dan verder oprukken naar het Noorden  in confrontatie met Frankrijk troepen (Pauselijke staten)

 De 2 Siciliës willen unaniem behoren tot Piedmont

 Een Parlement dat heel Italië vertegenwoordigd; uitz: Venetië (1866) en Rome(1870).

- Eenmaking = compleet bij toetreding van Rome in 1870 wanneer de Frankrijk troepen zich terugtrekken van wegen de Frankrijk-Pruissische oorlog.

Langdurige problemen na de eenmaking

- Tegenstand van de katholieken (na toevoeging Rome)

- Volgens sommige Italië eenmaking nog niet compleet: nog enkele gebieden behoren tot Italië

- Kloof tussen Noord (industrieel) en Zuid (agrarisch)

Lees meer...

Achtergrond: Het idee van de natiestaat

- Voor 1860: 2 prominenten natiestaten = Frankrijk en GB

- Nationalisme  kern idee = natie heeft recht op eigen staat ( Realisatie = natiestaat)

- De politieke organisaties   multinationale staten: meerdere naties

 geraken in moeilijkheden als een natie een nationalistisch programma ontwikkelt.

 vaak 1 natie dominante waardoor je nationale ‘minderheden’ hebt

 ministaten: staten die meer deel van de natie omvatten

 het idee van natiestaten: samenbrengen maar ook verdelen van gehelen.

- ‘Het volk’: moet iets gemeenschappelijk voelen voor men een natie kan vormen

 meestal gaat het om taal.

- De consolidatie van een natiestaat: 2 fasen  Territoriaal en psychologisch

- Natievorming = geen natuurlijk proces maar werk van mensen + afhankelijk van de omstandigheden

het is dus berust op toeval en omstandigheden (contingent)

- Sommige eisen van de revolutie in 1848 worden nu overgebracht door de gevestigde autoriteiten!s

De Krimoorlog, 1854-1856

- Krim = schiereiland in de zwarte zee; behoort tot Rusland (gaat de krimoolog aanwakkeren)

- De oorlog gaat het succes van sommige nationalistische bewegingen helpen

 Het verzwakt Oostenrijk en Rusland

- Tsaar: wil ijsvrije havens (= permanent streefdoel)  via de zwarte zee

 wordt geblokkeerd door het Ottomaanse Rijk (= Ottomaanse Rijk)  heeft het intern moeilijk ; Griekenland

- Tsaar Nicolas I: binnenvallen van Moldavië en Wallachije  claim = beschermen van de Christenen tegen de Islam in het Ottomaanse Rijk.

MAAR GB en Frankrijk verlenen steun aan Ottomaanse Rijk  beiden willen niet dat Tsaar invloed zal uitoefenen

 GB door Balance of power; Frankrijk om economische belangen

 GB gaat de Russische vloot blokkeren in de Zwarte zee + samen met Frankrijk invallen in Rusland

 Ook interventie van het Oostenrijk: speelt af aan eigen grenzen  zelf Moldavië en Wallachije bezetten.

- Tsaar Alexander II aanvaardt de vrede op een congres in Parijs

 Behouden van de integriteit van het Ottomaanse Rijk

Moldavië Wallachije worden een autonoom gebied in Ottomaanse Rijk

Lees meer...

Bonapartisme: Het Tweede Franse Keizerrijk (1852 – 1870)

Politieke instellingen

- Belang van de economische en sociale realiteit > politiek (cf. Realisme)

- Napoleon III als social engineer

  • § Wetenschap gebruiken om sociale omstandigheden te verbeteren (vb: saneren van Parijs)

Economie

- Actieve staatsinterventie

- Pro internationale vrijhandel

  • § 1860: vrijhandel met GB

Sociaal

- Vooral humanitaire beslissingen

  • § Ziekenhuizen, asielen, gratis medicijnen, …

- Eerste stappen richting een welvaarts- en verzorgingsstaat

Internationale politiek

- Desastreus

  • § Domme oorlogsbeslissingen
  • § Internationale vrijhandel zorgde voor  oppositie (industriëlen)
  • § Oorlog tegen Pruisen in 1870: doodsteek
Lees meer...

Nieuwe denkstromingen: Realisme, positivisme, Marxisme

- Het mislukken van de revoluties van 1848

  • ° Intellectueel en politiek realisme (ipv idealisme of romanticisme)

Materialisme, Realisme, Positivisme

- Kunst: weg van de romantiek

  • Nood aan helder taalgebruik

- Vertrouwen in de wetenschap 

  • Het ware nut van het leven te achterhalen
  • Religie was niet wetenschappelijk en slechts figuurlijk te interpreteren

- Positivisme

  • Nood aan controleerbare feiten
  • Vermijden van wishful thinking
  • Bevragen van veronderstellingen en veralgemeningen

- Realpolitik

  • Geen utopische politieke ideeën (=ideologieën), maar eigen belang nastreven (strategische keuzes maken)
  • Oorlog werd geaccepteerd als het “nodig” was
  • Gevolgd door Bismarck, Marx en Napoleon III

Marxisme

- 3 stromingen samengevoegd:  Duitse wijsbegeerte

 Franse Revolutionaire ideeën

Britse industriële revolutie

- Marx geloofde in de samenzwering van de werkende klasse

  • Echte vrijheid kon enkel gerealiseerd worden indien privébezit werd afgeschaft
  • Groeperen van arbeiders over de grenzen heen
  • Enkel trouw zijn aan de eigen klasse (proletariaat)

- De waarde van een product wordt bepaald door de hoeveelheid arbeid erin kruipt

  • § De arbeider verdient hier echter slecht een fractie van
  • § De bourgeoisie wordt hierdoor rijker (these)
  • § Het proletariaat ontstaat (antithese)

- Concurrentie tussen bourgeoisie: macht komt in handen van een steeds kleinere groep

  • § De rest wordt proletariër (proletariaat )

- Tot op het punt dat het proletariaat zodanig talrijk is dat het de macht grijpt

- Dialectisch materialisme: vooruitgang in de geschiedenis bepaald door clash tussen these en antithese

  • § Hegel: nadruk op sociale veranderingen
  • § Marx: nadruk op materiële omstandigheden

- De proletariër mag niet “meedoen” met de staat (onderhandelen, betere lonen eisen, …)

  • § De staat kan nooit een element van welvaart worden

- Voordelen

  • § Wetenschappelijke claim

- Nadelen

  • § Te radicaal voor de meeste mensen
Lees meer...

Pruisische Revolutie

Berlijn: het falen van de revolutie in Pruisen

- Maart 1848: revolutie in Berlijn

- Koning Frederik Willem IV grijpt niet in, maar laat het volk een wetgevend orgaan stemmen

- Deze vergadering werd overheerst door anti-Junker extremisten

- Ze geeft de Polen in West-Pruisen en Posen zelfbestuur

  • De Duitse inwoners van deze gebieden weigeren het Pools gezag de accepteren
  • Gesteund door het leger: maakt een eind aan het Pools gezag

- De koning ontbindt de vergadering en herstelt de oude machten

Het Parlement van Frankfurt

- Machtsvacuüm in de Duitse staten na de revoluties van 1848

  • ° Parlement van Frankfurt

- Pro geleidelijke hervormingen (dus geen revolutie)

- Maar 2 problemen:  Geen geünificeerd leger

 Geen “Duitse staat” om op terug te vallen (geen verleden)

- Verdeeldheid: Klein-Duitse strekking VS Groot-Duitse strekking

  • Klein: Pruisen + Duitse staten (onder koning van Pruisen)
  • Groot: Pruisen + Duitse staten + Oostenrijk (onder de Oostenrijkse Keizer)

- Het Parlement van Frankfurt wilde een constitutionele (!) monarchie

  • Om de reden weigert de Oostenrijkse keizer de kroon
  • De junkers in Pruisen wensten absoluut geen constitutionele monarchie

De koning van Pruisen zag zich gedwongen te weigeren

- Het werk van het Parlement van Frankfurt was dus voor niets geweest

  • § De meeste leden keren terug naar ‘huis’
  • § Enkele extremisten volharden

 Het Pruisische leger maakt een einde aan het resterende Parlement

- Veel progressieve Duitsers emigreren (oa. Naar de VSA)

De Pruisische grondwet van 1850

- De Pruisische koning stelt zelf een grondwet op

- + oprichting van een parlement (verkozen dmv algemeen mannelijk cijnskiesstelsel)

  • Vooral vertegenwoordigd door Junkers

- Bevorderen van de industrialisatie

  • ° Zollverein (economische eenmaking van Duitsland)
Lees meer...

Wenen: Revoluties in centraal Europa en Italië

Achtergrond

- Oostenrijks Imperium => Multi-etnisch

  • Middelpuntsvliedende kracht (nationalisme)

Revoluties 1848

- Maart 1848: Opstand in Wenen (onder invloed van de Franse “Februari-Revolutie”)

  • De revolutionairen dringen het paleis binnen

 Metternich vlucht

- Revoluties in het gehele rijk

- Duitse Zone: ° Parlement van Frankfurt

  • Ook Bohemen is uitgenodigd
  • Bohemen is echter verdeeld in een Duitse en Slavische bevolking

 ° Pan-Slavisch parlement als reactie tegen het Parlement van Frankfurt

- Maar: steeds een zwakke basis:

  • Vooral intellectuelen (geen politieke figuren)
  • Nationalistische gevoelens niet door iedereen gedragen (bvb niet door het leger)
  • Onderlinge verdeeldheid (radicaal VS gematigd)

Contrareformatie

- Doel: revoluties doorbreken en terugdraaien

- Door keizer Ferdinand

- Overwinningen

  • Praag (vs Pan-Slavisch parlement)
  • Noord-Italië (vs Italianen, leger van Piedmont-Sardinië)
  • Hongarije (interne multi-etniciteit, minderheden gesteund door habsburg)
  • Wenen (vs revolutionairen)

- Keizer Ferdinand van Oostenrijk abdiceert onder druk van contrarevolutionaire leiders

  • Opgevolgd door Jozef

- Installatie van het Bach-Systeem

  • Tegen nationalisme, constitutionalisme en politiek liberalisme
  • Wil het volk vrijheid doen vergeten dmv welvaart (materiële vooruitgang en administratieve efficiëntie)
Lees meer...

Parijs en Frankrijk

Kader

- Koning = Louis Philippe (van Orleans)

- Weinig stemgerechtigden (1/30ste)

- Weinig representatie van de lagere klassen in het parlement

“Februari-Revolutie” (1848)

- Reformanten demonstreren op straat in Parijs

  • De koning krijgt geen steun van de burgerwacht

Abdiceert

Na de Revolutie

- Verdeeldheid: Republikeinen VS Monarchisten

- Republikeinen roepen de 2e republiek uit met een voorlopige regering

  • Echter ook verdeeld: Socialisten VS Liberalen
  • Veel meer Liberalen
  • Ateliers Nationaux (A.N.) als concessie voor de Socialisten

- Weinig bereikt

  • Enkel de afschaffing van de slavernij in de Franse kolonies

“Juni-Revolutie”

- A.N. verenigt arbeiders (ideeën wisselen, …)

- De arbeiders vallen gezamenlijk het parlement (grondwetvormende regering) aan

  • Start van een klassenoorlog

- Sterke repressie van de Burgerwacht

  • Groot aantal slachtoffers

- Maakt grote indruk @ Europa

De opkomst van Louis Napoleon Bonaparte

- Na de “Juni-Revolutie”: nood aan een president

- L. Napoleon ruim verkozen

  • Door naambekendheid en mythevorming rond Napoleon I

- De grondwetgevende regering wordt vervangen door een Assemblée Legislative

  • Raar: 2/3 monarchisten, 1/3 republikeinen (socialisten en burgerlijke liberalen)

 Onderling ook verdeeld: Monarchisten: Orleanisten & Legitimisten

Republikeinen: Socialisten & burgerlijke liberalen

- Napoleon wakkert de tegenstellingen aan en wint aan populariteit

  • 851: Pleegt een “staatsgreep”

 Laat zich herverkiezen voor 10 jaar

  • 852: Kroont zichzelf tot keizer van het Franse Rijk
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen