Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Personen- en familierecht en familiaal vermogensrecht

  • rechtssubject: drager van rechten en plichten (zijn zowel natuurlijke als rechtspersonen)
  • staat: het geheel van hoedanigheden die de rechten en plichten van de natuurlijke persoon bepalen
  • indentificatie van de persoon (ieder mens is in het recht ook uniek)
    • Geslacht: er zijn nog wel een paar verschillen tussen M/V in het recht, maar het doel is om discriminatie weg te werken. Bepaalde geslachten (het geslacht X worden niet in in België erkend maar wel in oa. Australië en Oostenrijk (?) )
    • Naam
      • familienaam:

× in het wet is de familienaam nog patriarchaal (het kind krijgt de achternaam van de vader) maar sommigen krijgen beide achternamen

× vondelingen krijgen vaak rare achternamen, bepaald door de ambtenaar van burgelijke stand

× gehuwden (vrouwen): behouden steeds hun meisjesnaam maar (mogen) gebruik maken van de familienam van de echtgenoot

× een familienaam kan alleen met een KB gewijzigd worden

  • Voornaam:

× prerogatief = ouders mogen kiezen, maar in extreme gevallen mag de staat wel ingrijpen

× wijziging van voornaam komt maar zeer zelden voor, maar in geval van een hatelijke of belachelijke naam naargelang veranderingen in situaties wordt het wel toegestaan (bv: veel mensen die Adolf heetten wouden hun naam veranderen na WOII)

  • Bewijs: het enige echte bewijs van bestaan is het register van de burgelijke staat (deze is authentiek). En identiteitskaark is niet authentiek
  • Staat in de natie:
    • Nationaliteit:

× wordt toegekend (automatisch) door het lang waar je in geboren bent of wordt verworven

× men neemt de rechten en verplichtingen aan van het land van nationaliteit

× in bepaalde landen zijn dubbele nationaliteiten toegestaan

  • Woonplaats:

× De woonplaats is daar waar men zijn hoofdverblijf heeft (Art.102BW)

× uw woonplaats hoeft dus niet hetzelfde te zijn als de feitelijke verblijfplaats (bv: iemand zit op kot in Gent, maar woont officieel nog in Antwerpen)

× woonplaats heeft ook betrekking tot nalatenschap, want stel dat u overlijdt op vakantie, dan sterf je eigenlijk officieel in je woonplaats, en gelden de erfenisrechten van het land van de woonplaats

  • De staat van een persoon bepaalt heel wat rechtsgevolgen zoals huwelijk, afstamming, overlijdenis
  • Bewijs van staat:
    • gemeentelijk bevolkingsregister
    • er zijn 5 registers van burgerlijke stand: geboorte, huwelijksaangiften, akten van huwelijk, akten van overlijden, nationaliteitsakten
    • een uittreksel van deze registers zijn de authentieke bewijzen van de staat van de persoon die beschikbaar zijn

Lees meer...

grondwettigheidscontrole

Het Grondwettelijk Hof

  • geen algemene toetsingsbevoegdheid
  • heeft een bijzondere samenstelling : 12 rechters: 6 nederlandse en 6 franse, 6 politici en 6 niet-politici
  • uitspraak via 2 procedures:
    • vernitiegingsberoep: retroactief en erga omnes, binnen 6 maanden na publicatie nieuwe regels
    • prejudiciële vraag: naar aanleiding van een concreet geschil waarbij de onwettigheid van een W/D/O wordt ingeroepen. Het is de RB die de vraag formuleert aan het GWH, maar hierbij is geen vernietiging mogelijk

Lees meer...

wettigheidscontrole

De Raad van State

  • hebben een vernietigingsbevoegdheid = objectief contentieux
    • dit kan door elke belanghebbende worden aangevraagd : de belanghebbende moet er persoonlijk bij betrokken zijn, een actio popularis is verboden

** examen: kan Greenpeace actie ondernemen tegen een overheidsbeslissing (bv Brussel wilt de wegen verbreden waardoor er bossen verdwijnen)? Nee, de enige die er direct belang bij hebben zijn eventueel de omwonende. Toch is er soms wel een collectieve actie in het belang van het milieu **

  • vernietigingsbevoegdheid:
    • alleen oordeling over legaliteit en niet over opportuniteit (alleen machtsafwenidng, schending van de wet)
    • de administratieve rechtshandeling verdwijnt definitief uit de rechtsorde ex tunc = de rechtshandeling wordt geacht nooit te hebben bestaan en deze vernietiging geldt erga omnes  dit is bijzonder omdat uitspraken altijd inter pares zijn en dus niet over privaatrechtelijke gevolgen gaat
    • stel dat je door de overheid bent geschaadt. Ook al is de uitspraak ex tunc, het duurt nog steeds zooo lang voor de RvS om een beslissing te maken dat je er geen gevolgen van gaat hebben. Daarom gaan veel mensen naar hof of RB om te pleiten voor een subjectief recht dat geschonden is
    • schorsingsbevoegdheid
      • bij uiterst hoogdringendheid spreken we over een kortgeding: dit is een bijzonder verzoek het heel snel moet gaan (bv bij uitwijzing)
      • het verzoekend partij moet aantonen dat vernietigingsmiddelen op het eerste gezicht kennelijk gegrond zijn en dat er dreiging is van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel
    • exceptie van onwettigheid: RB kan de wet wel aan een Europese wet toetsen maar niet aan de grondwet. Op deze manier kan een RB wel besluiten om een KB niet toe te passen, maar hij is pas nietig als je naar de RvS gaat. In de concrete zaak

Federaal niveau: Raad voor Vreemdelingenbetwistingen

Vlaams niveau: Raad voor Vergunningsbetwistingen, Milieuhandhavingscollege, Raad voor betwistingen inzake studievoortgangbeslissingen

Lees meer...

waar kan je naartoe gaan voor hulp?

1. eerstelijnswerking : voor juridische vragen is er een wetswinkel waar je informatie krijgt over de verschillende mogelijkheden die er voor jou zijn (≠juridisch advies)

2. juridische eerstelijnsbijstand: een eerste juridisch advies

  • huurdersbonden, vakbonden, ocmw’s
  • bij de Commissies voor Juridische Bijstand kan je gratis of goedkoop eerste oriënterend juridisch advies krijgen, aanwijzing van advocaten op basis van specialisaties (meer niet 1 bepaalde advocaat)

3. juridische tweedelijnsbijstand: bijstand van een advocaat (kan pro-deo gebeuren als je te weinig inkomsten hebt)

c. Controle op het recht: administratieve rechtscolleges

burger tegen overheid

  • beroep op ombudsman: onafhankelijke instantie die klachten behandelt over onbehoorlijk (≠onwettig) optreden over de overheid en vervult een adviserende rol (hebben geen beslissende bevoegdheid). Ze maken een jaarlijks verslag die in de politiek erg gevoelig ligt.
  • administratief beroep: ≠jurisdictioneel beroep
    • gaan beroep stellen bij het orgaan van actief bestuur
    • hebben de mogelijkheid om legaliteit en opportuniteit te onderzoeken (terwijl beroep alleen op legaliteit berust)
  • rechtsbescherming:

jurisdictioneel beroep bij de Raad van State:

  • dubbele rol:
    • adviserende bevoegdheid (afdeling wetgeving: advies+preventieve controle, wettigheidscontrole op alle reglementaire regeringsbesluiten of van de individuele ministers)
    • afdeling bestuursrechtspraak: echte jurisdictionele rechtscollege die bevoegd is voor de vernietiging van administratieve rechtshandelingen
    • statuut sui generis:
      • adviserend: kan gevraagd worden om een dringend advies (binnen de 5 dagen)
      • het is een echt jurisdictionele rechtscollege
      • de rechter in de RvS is de staatsraad, en hij wordt bijgestaan door assesoren
      • hun advies is verplicht bij ontwerpen of wanneer 1/3 van de leden het aanvragen
      • het advies is echter niet bindend
      • bekijkt de juridisch-technische kant van de zaak

Lees meer...

het procesrecht

1e aanleg:

  1. rechtsingang op tegenspraak
    1. beginsel: partij neemt initiatief
    2. de eiser brengt de zaak voor de rechter en stelt een eis/vordering en de verweerder (verdedigende partij) kan een tegenvordering instellen
    3. ordering (=eis) voor de rechter brengen

c.i. dagvaarding: processtuk dat door de gerechtsdeurwaarder wordt betekend (aangetekend zodat je niet kan zeggen dat je de brief niet hebt ontvangen)

c.ii. verzoekschrift: griffier roept de partijen op via een gerechtsbrief om te verschijnen op de zitting die de rechter bepaalt

c.iii. vrijwillige verschijning: partijen stellen een verklaring op die ze op een vastgestelde inleidingszitting voorleggen aan de rechter

  1. inleidende zitting
    1. partijen verschijnen in persoon of hun vertegenwoordigers (advocaat) voor de rechter (in fiscale zaken zijn de vertegenwoordigers de accountant of bedrijfsrevisor en in sociale geschillen de afgevaardigde van een vakbond)
    2. er zijn korte debatten mogelijk op inleidende zitting
    3. meestal wordt de zaak niet op de inleidende ritting behandeld
  2. conclusies
    1. geschreven akte waarin partij eis of verweer formuleert
    2. vermeldt de middelen waarop de eis gebaseerd is
    3. een tegenvordering is mogelijk
    4. wordt de in staat stelling van een zaak genoemd
  3. instaatstelling
    1. vaststellen pleitdatum (=rechtsdag)
    2. partijen komen zelf overeen over een aantal en termijn voor de conclusies, die vervolgens worden bekrachtigd door de rechter
  4. terechtzitting
    1. pleidooien: gebeuren openbaar (uitz. zedezaken), partijen moeten niet zelf aanwezig zijn
  5. uitspraak
    1. na de pleidooien worden de debatten gesloten = de RB trekt zich terug voor beraad
    2. de uitspraak van de rechter is dan uitiendelijk binnen een maand na het sluiten van de debatten, gebeurt eveneens openbaar, is gemotiveerd  vonnis= beslissing van lagere RB arrest= beslissing van een hof
    3. gezag van gewijsde:

c.i. beslissing is bindend voor de partijen

c.ii. rechtsmiddelen kunnen nog worden aangewend (beroep of verzet of cassatie)

c.iii. de RB wordt geacht juist te zijn, en is dit ook

c.iv. relatief gezag van gewijsde= uitspraak is bindend voor die partij (in particular)

c.v. absoluut gezag van gewijsde= als het het GW-hof is bijvoorbeeld = erga omnes

  1. kracht van gewijse

d.i. uitspraak is definitief

  1. rechtsmiddelen:
    1. verzet (als je niet komt opdagen zal er een verstek zijn = uitspraak terwijl je er niet bent, verzet is dan wanneer je wel komt en je gaat naar dezelfde rechtbank)
    2. hoger beroep (geen algemeen rechtsbeginsel, de appellant is de eiser in hoger beroep en de geïntimeerde is de verweerder in hoger beroep
    3. cassatie (gaat om de interpretatie, en het kan dus dat je doorwerzen wordt naar een rechtbank van het zelfde niveau, maar ergens anders)
    4. = middelen die de wet aan de partijen of aan derden toekent om een nieuwe beslissing te verkrijgen in een geschil waarin een rechter reeds uitspraak heeft gedaan
    5. gewone: verzet en hoger beroep, kan door de verliezende partij worden aangevraagd, heeft een schorsende werking: er mag niks worden uitgevoerd tot de nieuwe uitspraak)
    6. buitengewone: voorziening in cassatie, derdenverzet, herroeping van gewijsde(echt heeel uitzonderlijk)

Lees meer...

principes met betrekking tot de werking van de rechterlijke macht

- recht op een eerlijk proces

  • recht van toegang tot een rechter
  • openbaarheid v. terechtzitting opdat er controle kan zijn (met uitzondering van zedezaken)
  • openbaarheid v. uitspraak : de rechter moet eigenlijk elk vonnis/arrest openbaar uitspreken maar in burgerlijke zaken gebeurt dit soms niet
  • motivering van uitspraak : de rechter moet op alle zaken antwoord kunnen geven (dus als iemand 10 punten heeft om te verdedigen zal de rechter op al deze 10 punten een antwoord moeten geven)
  • onafhankelijkheid en onpartijdigheid : onafhankelijkheid wil zeggen dat er geen schijn mag zijn dat de rechter afhankelijk is van de UM (cfr: spaghettiarrest)
  • verbod van rechtsweigering: als een zaak voor een RB wordt ingeleid moét die RB deze aannemen
  • uitspraak binnen een redelijk termijn : als een zaak bijzonder lang is mag je hem opwerpen en een strafvrmindering aanvragen waardoor iemand in bepaalde zaken wel schuldig kan worden verklaard en geen straf krijgt
  • recht op dubbele aanleg: belangrijk hierbij is dat de nieuwe RB de zaak volledig vanaf 0 weer zal bekijken
  • recht op verdediging = advocaat
  • recht op verdediging-tegenspraak = recht op weerlegging van tegenspreken
  • recht op uitvoering van bindende vonnissen en arresten: maatregelen opdat het vonnis wordt uitgevoerd (bv geld krijgen) maar dit wordt heel vaak niet uitgevoerd!

- strafrechtelijke immuniteit

  • onschendbaarheid van koning (burgerrechtelijk en strafrechtelijk), minister en parlementsleden
  • bepaalde personen zijn beperkingen gesteld aan rechtsvervolging

Lees meer...

Privaatrechtelijke

1e aanleg:

  • Vredegerecht
    • alles ≤ 1 860,00 euro
    • “huis-tuin problematiek”
    • een aantal toegewezen bevoegdheden, ongeacht hun bedrag zoals huurconflicten, onteigening, erfdienstbaarheden, voogdij, …
  • PolitieRB
    • voor overtredingen (≠wanbedrijf≠misdaad) = misdrijven die bestraft worden met gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen en/of met een geldboete van 1 tot 26 euro
    • alle misdrijven inzake verkeersovertredingen en verkeersongevallen
  • RB van de 1e aanleg: kent 4 afdelingen(/kamers)

1. JeugdRB: voor jongeren tot 18 jaar

 is dit nog wel relevant? hoe weten we op welke leeftijd een kind geestelijk ontwikkeld is om de ernst van hun daden in te kunnen zien?

2. BurgerlijkeRB: voor burgerlijke zaken die >1860,00 euro waard zijn

3. CorrectioneleRB (in volksmond: strafrechter):

  • voor wanbedrijven: bestraft met 8 dagen tot 5 jaar gevangenisstraf en/of geldboete van minimum 26 euro
  • voor ‘gecorrectionaliseerde misdaden’: misdaden die ‘omlaag’ worden getrokken door verzachtende omstandigheden

4. StrafuitvoeringsRB: legt géén straf op, maar stelt de vraag over hoe een straf moet worden uitgevoerd (zie: overvolle gevangenissen) + geen beroep, alleen cassatie

  • ArbeidsRB
    • alle geschillen die betrekking hebben op het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht
  • RB van Koophandel: conflicten bij handelaars  let op dat deze betwisten wel boven de 1 860 euro moet zijn
  • ArrondissementsRB
    • doet uitspraken over bevoegdheidsgeschillen, dus als er discussie bestaat over naar welke RB er gegaan moet worden

2e aanleg:

  • Hof van Beroep
    • beroepsRB voor vonnissen die in eerste aanleg geveld werden door de RB van koophandel of RB van 1e aanleg
    • kent ook verschillende kamers, naargelang de RB waar het eerste vpnnis werd uitgesproken
    • alleen 1e aanleg voor ministers die misdrijven tijdens hun ambt gepleegd hebben
  • Arbeidshof
    • beroepsRB voor vonnissen die in eerste aanleg geveldd werden door de arbeidsRB
  • Hof van Assisen
    • wordt samengesteld op het moment dat er een misdaad gebeurt
    • wordt een jury samengeroepen bestaande uit 12 mensen
    • kan ook zijn voor politieke misdrijven en drukpersmisdrijven, maar dit komt eigenlijk helemaal niet meer voor (vb politiek: vive la republique roepen terwijl koning speech geeft vb drukpers: persvrijheid verbieden)
    • de jury wordt wel bijgestaan door het hof die uitleg kan geven, en ze bepalen samen de strafmaat
    • er is geen beroep mogelijk, alleen cassatie

cassatie:

  • Hof van Cassatie: spreekt geen nieuw oordeel uit, en is daarom geen 3e oordeel maar er zijn maar 2 redenen voor het bestaan van dit hof:

× overtreding van de wet

× procedurefouten: alles wordt in de vuilbak gegooid als een vormvoorschrift niet na is geleefd

buitenbeentje:

  • Hof van Justitie

× hoogste RB van de EU
× verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van Europese Verdragen
× houdt geen rekening met feiten maar legt uit hoe wetten zouden moeten worden nageleefd = prejudiciële vragen
× nietig verklaren van bepaalde EU rechtshandelingen (ex tunc nietigverklaring)
× behandeling van beroepen tegen lidstaat die verdragsverplichtingen niet nakomt

bijzonder instelling:

  • Hoge Raad van Justitie

× is geen RB

× is een instelling op zich (sui generis)

× hebben 2 doelstellingen namelijk:

  • externe controle op algemene werking rechtelijke macht dmv adviezen
  • stellen het examen op die rechters moeten nemen

Lees meer...

territoriale

  • kanton (187): een verzameling van enkele gemeenten en/of gedeelte van een gemeente, vrederechter
  • gerechterlijk arrondissement (12):
    • rechtsgebied van de RB van 1e aanleg
    • zijn verschillende kantons tesamen
    • is in 2012 van 27 naar 12 arrondissementen gegaan, maar de gebouwen bestaan nog steeds, dus de hervorming was enkel bedoelt om beter op mekaar af te kunnen stemmen
  • provinciaal:
    • hof van assisen
    • sluit aan bij de gekende grenzen (1 per provincie + 1 voor het administratieve arrondissement van Brussel Hoofdstad)
  • ressorten (5):
    • hoven van beroep en arbeidshoven
    • Luik, Brussel, Bergen, Gent, Antwerpen
  • vanaf 2014 komen er ook 12 familierechtbanken
  • federaal:
    • Hof van Cassatie
  • supranationaal niveau:
    • Europees Hof vd Rechten vd Mens
    • Internationaal Gerechtshof
    • Internationaal Strafhof
    • Hof van Justitie vd EU
    • Benelux Gerechtshof

2) materiële bevoegdheid

= publiekrechtelijke rechtbanken (GW hof en RvS) + privaatrechtelijke

Lees meer...

bij welke rechtbank? met welke middelen? wat als je ongelijk haalt?

a. Inleiding

Om dit thema in te leiden kijken we eerst even naar de rechterlijke macht:

  • organiek aspect: welke rechtbanken zijn er
  • jurisdictioneel: wie is bevoegd om recht uit te spreken? Hier hebben we een dualisme en we spreken van een objectief en subjctief contentieux:
    • subjectief: rechten die elk subject heeft: behoren tot gewone hoven en rechtbanken

ook hier kunnen we onderscheid maken tussen burgerlijke en politieke rechten:

  • politieke rechten: houden verband met de uitoefening van de soeverniteit en kunnen aan een administratief college worden toebedeelt
  • burgerlijke rechten: private rechtsbetrekkingen tussen particuliere, vrijheidsstraffen, fundamentele rechten en vrijheden
  • objectief: burger-overheid geschillen (vraagstukken over legaliteit): administratieve rechtscolleges. De overheid heeft een discretionaire bevoegdheid, dwz: hij moet beslissen in naam van het algemene belang = een oppurtuniteitsbeginsel

b. Controle op de naleving van het recht: gewone hoven en rechtbanken

organisatie

-structuur

  • zittende en staande magistratuur

zittend: rechters: zij spreken recht

staand: OM = openbaar ministerie (=parket)

  • zijn geen rechters
  • hebben een hulpfunctie
  • bepalen we er voor de rechtbank gebracht gaat worden
  • kan seponeren = besluiten een zaak niet naar de rechtbank brengen
  • geven advies in burgerlijke zaken en leggen de rechtbank een goede naleving op
  • procureur des Konings = OM bij RB 1e aanleg

arbeidsauditeur = OM bij arbeidsRB

substituten = hulpkrachten van de arbeidsauditeur en procureur des Konings

procureur generaal = OM in hoven van beroep

  • er bestaan ook enkele federale procureurs, die handelen over zaken die buiten 1 rechtsgebied gaan
  • ≠onderzoeksrechter! Een onderzoeksrechter is een zittende magistraat
  • verschil tussen zittende en staande: een rechter wordt benoemd door de wetgevende macht, ter bescherming, voor het leven benoemd, heeft een gebied toegekend <-> procureur is afzetbaar als die iets fouts heeft gedaan
  • verschil in positief en negatief injunctie recht: OM mag niet beïnvloed worden maar ministers hebben positief injunctie recht waardoor ze kunnen vragen om een bepaalde zaak naar de rechtbank te brengen. Ze hebben geen negatief injunctie recht, wat wilt zeggen dat ze een onderzoek niet stop kunnen zetten
  • in sommige rechtbanken lekenrechters: zijn vakbondvertegenwoordigers en werkgeversvertegenwoordigers om indien nodig steun te geven aan de beroepsmagistraat
  • in het hof van Assisen hebben we ook een jury die misdaden behandelen. Zij beslissen uiteindelijk of iemand schuldig is, de rechter helpt alleen maar en kan geen uitspraak doen over de straf

- hiërarchie, territoriale en materiële bevoegdheid

- bevoegdheidsverdeling van de rechtscolleges

de omvang van de structuur is zodanig groot omdat er behoefte is aan eigen procedures voor bepaalde takken van het recht  we spreken van een bevoegdheidsverdeling

  • territoriale bevoegdheid: bepaalt over welk grondgebied een bepaalde rechtbank rechtsmacht heeft
  • materiële bevoegdheid: bepaalt over welk domein, welk soort zaken een bepaalde rechter kan oordelen:
    • burger, koophandel, strafrecht
    • misdrijven: overtredingen (gevangenis tot 7dagen, altijd bij politieRB), wanbedrijven (7dagen tot 5 jaar, correctionele RB), misdaden (>5jaar, hof van Assisen)

Lees meer...

Toepassing van de rechtsregels

Werking in de tijd

  • niet-retroactictief: geen terugwerkende kracht
  • in principe gemaakt voor de toekomst, tenzij er een vervaldatum is
  • garanderen rechtszekerheid: les posterior derogat anteriori

Werking in de ruimte

  • normen met territoriale toepassing: gelden voor alle rechtssubjecten binnen het territorium waarvoor de overheid bevoegd is (verkeersregelement)
  • normen met personele toepassing: geldt voor de betrokken personen, ongeacht waar zij zich op dat moment bevinden (recht om te huwen)

Recht vs. feiten

  • feiten worden omgezet omwille van de rechtsvraag
    • feiten zijn de juridische interpretatie van de rechtsregel zelf
    • feitelijke interpretatie is de appreciatie van de loutere feiten
  • rechtsregels moeten toegelicht worden opdat er loutere verduidelijking is en interpretatie alleen een bepaalde toevoeging heeft

Interpretatie

wie?

  • wetgever zelf = authentieke interpretatie (enige bindende methode)
  • rechter = rechterlijke interpretatie
  • rechtsleer
  • gewoonte: concrete vorm aan diverse toepasingen van rechtsregels

methodes?

  • exegetische/grammaticale methode: letterlijke tekst: duidelijke teksten hebben geen interpretatie nodig
  • systematische methode: een regel steeds zien in het geheel waartoe hij behoort (bv een kind in het BW is een persoon onder de leeftijd van 12 jaar)
    • uitzonderingen moeten beperkend worden geïnterpreteerd
    • uitzondering primeert op de algemen regel
    • a fortiori redenering: wat geldt voor deze situatie, geldt in grotere mate ook voor de niet-voorziene situatie
    • a contrario redering
    • analogische redenering
  • wets- en rechtshistorische methode: zoeken naar verklaring in het verleden (bv kijken naar voorbereidende werken van de wet)
  • sociologische methode: initiële opzet van de regel aanpassen aan de evolutie in de maatschappij, rekening houdend met de juridisch maatschappelijke en socio-economische ontwikkeling (bv in wetboek staat doorgang voor paard en kar, wordt nu gezien als de doorgang voor een tractor)
  • teleologische methode: werkelijke bedoeling van de wetgever nagaan en het doel van een norm bekijken (bv: parlementaire voorbereiding)
  • potius ut valeat: bij twijfel moet de norm zo geïntrepreteerd worden dat hij alleszins enig gevolg teweegbrengt
  • beschermingsregel: bij twijfel moet de norm geïntrepreteerd worden in het voordeel van de zwakste partij
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen