Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Algemene en partiele vraagfuncties

Als we een verband leggen tussen de gekochte hoeveelheid van een goed en alle factoren die het koopgedrag beïnvloeden spreken we van de algemene vraagfunctie.

= de gevraagde hoeveelheid van consument i

P = prijs van het gevraagde goed

Pa = prijs van concurrerend goed

Y = inkomen

Ceteris paribus: we veronderstellen dat er 1 factor verandert terwijl de andere constant blijven.

Als we de ceteris paribus stelling volgen en ons dus alleen concentreren op de verandering van 1 factor spreken we van een partiële vraagfunctie.

Alle factoren worden constant gehouden behalve de factor voor “;”.

De constante factoren worden hier niet meer vermeld.

De grafiek:

p

q

Er is een negatief verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid.

Algebraïsche weergave: zie boek p 69!!!

Lees meer...

de vraag

A + B + C + D + E = marktvraag

A = individuele vraag

De marktvraag beschrijft hoe de gevraagde hoeveelheden van een goed variëren wanneer factoren die het koopgedrag beïnvloeden, veranderen.

  • Het is de resultante van het individuele aankoopgedrag.
  • Het is de som van de individuele vraag van alle consumenten.
Lees meer...

De marktvorm van volmaakte mededinging

Volmaakte mededinging = perfecte concurrentie = volmaakte concurrentie = perfecte mededinging

Voorwaarden voor VM:

- Zeer veel kopers en verkopers

- Perfecte informatie voor alle kopers en verkopers

- Homogeen goed

- Vrije toe- en uittreding

Dit is niet realistisch, maar biedt een duidelijk referentiekader voor de studie van de werking van de markt.

Lees meer...

De graad van productdifferentiatie

Het streven naar productdifferentiatie is een bewuste strategie van de producenten.

De graad van productdifferentiatie is afhankelijk van de mate waarin het goed als gelijkwaardig wordt ervaren door de kopers.

Graad van productdifferentiatie mate van gelijkwaardigheid

Er is een invers verband.

De concurrentie stijgt als de homogeniteit stijgt.

Lees meer...

De graad van informatie

  • Perfecte informatie: alle vragers en aanbieders hebben dezelfde volledige informatie over de aard van het goed en de prijs waartegen ze het goed kunnen verkopen.

Dit is een heroïsche veronderstelling want in veel gevallen is het bijna onmogelijk om alle juiste informatie te bekomen.

  • Imperfecte informatie: de aanbieder heeft meer informatie dan de vrager. Hij kan zo de prijs beïnvloeden. Dit komt veel voor in praktijk.
Lees meer...

Aantal vragers en aanbieders

Aantal aanbieders

1

Monopolie

Enkele

Oligopolie

veel

Volmaakte mededinging

In praktijk is er altijd veel vraag.

Hoe groter het aantal vragers en aanbieders op de markt, hoe beperkter de macht van 1 van die partijen.

Bij een beperkt aantal bestaat de kans dat 1 van de ruilende partijen een sterke marktpositie inneemt en dus het ruilvoordeel naar zich toe trekt.

De prijs vormt een belangrijk element in de marktwerking.

  • Prijsnemerschap = marktatomisme

Vbn.

Monopolie: NMBS

Oligopolie: Belgische banken

Volmaakte mededinging: groenteveiling

Als op de arbeidsmarkt de werkgevers en werknemers onderhandelen over de lonen

  • Bilateraal monopolie

Bij monopolie is de ene aanbieder de prijszetter.

Lees meer...

Typologie van markten

De markt wordt opgedeeld in een aantal types op basis van de volgende kenmerken:

- Aantal vragers en aanbieders

- Graad van informatie voor alle kopers en verkopers

- Graad van productdifferentiatie

- Toetredingsmogelijkheden tot de markt

Lees meer...

de werking van de markt – het prijsmechanisme

De essentie van het vrije marktgebeuren is een ruiltransactie tussen koper en verkoper.

De kopers proberen een zo laag mogelijke prijs te betalen.

De verkopers proberen een zo hoog mogelijke prijs te halen.

De beide partijen streven eigenbelang na en beslissen op vrijwillige basis om tot ruiltransactie over te gaan.

Er zijn 2 ruilende partijen:

- Vragers, kopers

- Aanbieders, verkopers

Uit de interactie tussen deze 2 partijen vloeit een marktprijs voort.

deze prijs is een signaalfunctie om te bepalen waar de productiefactoren moeten worden ingezet en voor wie.

In bepaalde omstandigheden zorgt de vrije prijsvorming ervoor dat een welvaartsoptimum tot stand komt.

Lees meer...

Positieve en normatieve uitspraken

Positieve uitspraken

  • Hebben betrekking op wat is. Er is geen discussie mogelijk

Vb. als de werkloosheidsuitkering omhoog gaat zullen er meer werklozen zijn en is de stimulans om te werken kleiner.

Normatieve uitspraken

  • Hebben betrekking op wat zou moeten zijn. Er is wel discussie mogelijk

Vb. de werkloosheidsuitkering zou moeten dalen.

Het opbouwen van een economische theorie

De formalisering van de economische wetenschap wordt de laatste jaren meer en meer ondersteund dmv wiskundige modellen en technieken.

Er wordt gebruik gemaakt van functies en variabelen.

Voorraadvariabelen: worden gemeten op 1 punt in de tijd. 1 bepaald tijdstip

Vb. de aardappel vraag op een bepaald tijdstip

Stroomvariabelen: worden gemeten over een tijdsinterval.

Vb. inflatie

Deductieve redenering: vertrekt vanuit een theoretisch model en gaat dat empirisch toetsen.

Vb. reis

Eerst: alleen rijke mensen gaan op reis (theorie)

Dan: in zaventem gaan kijken op de luchthaven (waarneming)

Inductieve redenering: vertrekt vanuit een waarneming en leidt daaruit theoretische uitspraken af.

Vb. eerst: veel rijke mensen zien in zaventem (waarneming)

Dan: staven dmv theorie

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen