Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

De positie van vrouwen

Beeld

Werd bepaald door de tweeslachtige houding die de hele christelijke Europese cultuur heeft gedomineerd. De negatieve kijk op vrouwen gaat ver terug in de tijd

  • tegenstroom werd op gang gebracht door het christendom.
  • Toch bleef de opvatting dat vrouwen gewoon een wezenlijk andere functie hadden dan mannen. Dit kwam door hun ‘mindere cultuur’.

Positie

- Private & publieke sfeer: onderworpen aan mannen.

- Vrouwen hadden zeer weinig rechten. (geen openbare ambten en ze waren rechtsonbekwaam)

- Sociaal- economisch: in lagere klassen was het verschil minder groot dan in hogere kringen.

- Sommige vrouwen werkten in de marges van de economie.

Demonisering

In de steden woonden veelal meer vrouwen dan mannen. Mede hierdoor ontstond de demonisering van alleenstaande oudere vrouwenà kwaadwillende mensen konden een pact sluiten met de duivel. Dit idee had uiteenlopende achtergronden:

- aanwezigheid van dood en verderf in de samenleving.

- De hokjesgeest en de groeiende moralisering van het openbare leven.

- De opkomst van de zorgende sector.

Lees meer...

Openheid en afsluiting

De pestepidemieën zorgden voor een drastische herschikking van het vermogen. Naast geografische en sociale mobiliteit riepen ze ook sociale afsluiting op.

Adel

De adel is nooit dichtgemetseld:

- er is altijd een mogelijkheid tot opname van de mensendie dicht bij de levensstijl stonden.

- Adel en ridderschap sloten leden buiten omdat ze hun stand niet meer kunnen ophouden.

Stedelijke sfeer: paradox

- urbanisatie is eerder toe- dan afgenomen à gestage instroom van migranten in de steden.

- Neiging tot sluiting door de steeds verder gaande organisatie en reglementering van arbeid en productie.

Tendens in de late ME: sociale compartimentering en dat wat Max Weber de ‘statusgroepen’ noemt. Deze classificatiedrang gaat terug naar de 12e eeuw.

Lees meer...

De economie van de late Middeleeuwen: Crisis of contradictie

- late ME = periode van contractie, niet als crisis => Argument: niet alle sociale groepen zijn over 1 kam te scheren

- crisis van de late ME valt bovendien op een heleboel manieren te relativeren. Arbeiders beleefden een tijd van voorspoed

- gedurende de late ME kregen economische instituties steeds vaker een primaire regionale functie. Dat is een vb van de tendens dat steeds meer kleine plaatsen aansluiting kregen op handelsnetwerken.

Lees meer...

De agrarische crisis van de late Middeleeuwen

Symptomen

Na 1350 à drastische afname van het bevolkingsaantal: ingrijpende gevolgen voor de economie op het platteland:

1) Wijziging van de land – labour ratio. Gronden werden verwaarloosd. Dorpen werden verlaten, de zgn. wüstungen / lost villages.

2) Demografische teruggang drukte de prijs van graan.

=> Oorzaken:

- Ondanks dalende grondproductie bleef de arbeidsproductie en de productie per consument gelijk.

- Arbeidsschaarste zorgde voor hogere lonenà structurele verschuiving in de voorkeuren van consumenten.

Uitwegen

Grootgrondbezitters

=> Zwaarst getroffen:

- dalende inkomsten door het op de markt brengen van overschotten

- stijgende uitgaven aan lonen en prijzen voor niet agrarische goederen.

=> meer gebaat bij specialisatie in extensieve vormen van veehouderij, die veel grond maar weinig arbeid kostten

- Ontstaan conflicten tussen de schaapsboeren en de boeren met de traditionele gebruiksrechten

- luidde de enclosure – beweging in: heren gingen weidegronden afbakenen en voor gemeen gebruik afsluiten.

Oplossingen

- Een deel van hun bezit werd ten gelde gemaakt.

- Zij probeerden geld te trouwen of alternatieve inkomensbronnen te zoeken.

- Ze probeerden tegen de markt in de arbeidslonen te drukken, de vrije wegen van arbeid te belemmeren of allerlei traditionele betalingen te verhogen.

- Toen dit alles niet hielp, zijn ze in Engeland overgegaan tot het opgeven van de directe uitbating. Ze begonnen met het uitgeven van de reserves in termijnpacht. Schriftelijke contracten hierbij noemen we de zgn. copyholds.

- Toepassing van arbeidsbesparende techniekenà de lichte ploeg of de ‘ korte zeis’ (zicht)

En de boeren?

Onder te verdelen in 3 grote groepen:

- Middenklasse: konden net in eigen onderhoud voorzien.

- Kleine groep grote boerenà produceerde regelmatig overschotten.

- Brede onderlaag van keuters en landlozen. Late ME waren voor hen gunstig vanwege de relatief hoge lonen.

Lakenproductie op platteland

Onderdelen van de lakenproductie werden soms naar het platteland verhuisd omdat de lonen daar lager lagen dan in de stad. Er deed zich kortom een integratie van niet-agrarische activiteiten in de rurale economie voor.

- Tegen 1300à meer dan de helft van de plattelandsbevolking was voor haar inkomen afhankelijk van loonverdiensten

- middenklasse is een kwetsbare groep omdat ze er niet in slaagde om financiële reserves op te bouwen. Bovendien

- fiscale lasten verhoogden in de 15e eeuw sterk.

Grote boeren

- hadden het beter omdat zij wel een buffer konden opbouwen

- Engeland: welvarende groep die qua sociale status vlak onder de lage adel kwam: de yeomen.

Lees meer...

Bellum: oorlogsleed en oorlogsschade

  • Demografische effecten: moeilijk in te schatten. Relatief weinig burgerslachtoffers.
  • In de actieve adel: veel doden (grote veldslagen maakten veel slachtoffers).
  • Na 1450: langzaam demografisch herstel. Per land verschilde de snelheid van aangroei enorm.

=> Deze faseverschillen zijn te wijten aan verschillen in huwelijksvruchtbaarheid, cultuurverschillen en aan economische structuren

Lees meer...

Europa anno 1300: een samenleving onder spanning?

De opvatting hierover met het meeste krediet: demografische crisis van 1300 zette een lange fase van economische contractie in gang

  • middeleeuwse samenleving = overwegend agrarische samenleving die werd beheerst door een cyclische afwisseling van seculaire trends. (Gaat terug op Malthus’ “ Essay on the Principle of Population” uit 1789)
  • David Ricardo had een theorie die steunde op 2 economische wetmatigheden:

- de wet van de afnemende meeropbrengsten

- grondrentetheorie

=> Ricardo tov Malthus: eerste vorm van kritiek van neomarxisme (surplusextractie) tegen neomalthusiaanse visie.

Lees meer...

Pestis: de Zwarte Dood en echo – epidemieën

Pest 1347-1351: ruim 1/3 van de bevolking stierf.

Kenmerken

- veroorzaakt door de bacterie Yersinia Pestisà bevindt zich in het maag- en darmkanaal van vlooien die weer parasiteren op knaagdieren, bv ratten.

- Gevaar voor de mens ontstaat wanneer de knaagdieren uitsterven en de vlooien op mensen overspringen..

- Er bestaan 3 vormen: Builenpest, longpest en septische pest.

Oorsprong

- kent een pandemische vormà dit wil zeggen dat de bacterie eeuwenlang op het Euraziatische continent blijft bestaan.

- pest in 1347 was overgebracht van de Krim naar het mediterrane gebied.

- In de zomer van 1348 was het hart van Europa besmet.

- 1350: Rusland is getroffen.

Opvallend

- dunbevolkte gebieden werden net zo hard getroffen als dichtbevolkte metropolen.

- Toch landstreken gespaard gebleven. Sommige steden deden veel om de pest tegen te gaan: maatregelen als quarantaines en sanitaire maatregelen.

Lees meer...

Fames: hongersnoden en bestaanscrises

Pre-industrieel tijdperk à voedselschaarste is een met regelmaat terugkerende nachtmerrie.

1315 – 1317

beruchte hongersnood. De oorzaak hiervan was de reeks ernstige misoogsten in drie opeenvolgende seizoenen:

- Hardst getroffen: de stedelijke bevolking die voor aankoop van voedsel op de markt aangewezen waren.

- Enorme stijging van de graanprijzen.

- Ook het platteland kende schaarste en de boeren zelf leden ook honger => Gevolg: boerderijen werden verkocht of boeren leenden geld tegen woeker.

- Er ontwikkelde zich in deze periode een sterke staatsmacht.

  • Het effect van de hongersnood is duidelijk: een extra sterfte van 7 %.
  • de hongersnood is gevolgd door een kleine babyboom. De effecten op lange termijn zijn echter moeilijk te schatten.

Opvatting W.C. Jordan

de verzwakte kinderen waren extra vatbaar voor de pest. Deze stelling kan echter verworpen worden: In Zuid-Europa ook zo veel doden, terwijl de pest daar niet is toegeslagen.

Lees meer...

Het nieuwe humanisme buiten Italië

Aanvankelijk zocht men vooral naar invloeden van dit humanisme in de vergelijkbare, verstedelijkte gebieden zoals de Nederlanden. Toch waren het vooral de universitaire netwerken en de persoonlijke contacten tussen intellectuelen die het gedachtengoed verspreidden.

In conservatieve kringen stuitte het propaganderen van de heidense antieke deugden uiteraard voor bezwaren. In universitaire programma’s zijn ze dan ook niet kunnen doordringen.

Omgekeerd wilden enkele noordelijke humanisten dan weer de studia humanitatis aanwenden om noodzakelijk geachte hervormingen door te voeren binnen de Kerk. Luther was uiteraard één van de radicaalste onder hen, hoewel hij geen echte humanist was.

Ook Erasmus kwam tot gelijkaardige conclusies. De basis van het geloof was volgens hem het persoonlijk, door innerlijke ervaring gedreven godsvertrouwen. Zijn meest gevreesde wapen, de satire, liet hij op de Kerk los in Lof der Zotheid.

Hij was echter meer voor een renaissance dan voor een reformatie, en distantieerde zich wijselijk van Luther na 1520. Beiden hebben dan weer wel gemeen dat ze gebruik konden maken het nieuwe medium: de drukpers.

Lees meer...

De studia humanitatis en het nieuwe humanisme in Italië

Studia humanitatis

- Italië, veertiende eeuw

- In tegenstelling tot de artes liberales bestond deze studie uit 5 vakken: grammatica, retorica, geschiedenis, poëzie en moraalfilosofie

- nooit vaste voet heeft gekregen in het artes-curriculum

- eerder een intellectuele subcultuur. Wel drong ze door tot één niveau daaronder: de Latijnse scholen.

Humanisten

- wilden de praktische waarden van het hoger onderwijs vergroten, een soort ‘nuttigheidsdenken’ invoeren dat individuen in staat zou stellen zelfs politieke beslissingen te nemen

- verklaring hiervoor moet allicht gezocht worden in het feit dat de Italiaanse comuni getuigden van een grote burgerlijke participatie.

- Dit gaf aanleiding tot een collectief verantwoordelijkheidsgevoel.

Nieuwigheden en verwezenlijkingen

- Het nieuwe grote klassieke voorbeeld werd Cicero, voor wie schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid zeer belangrijk was.

- De grootste verwezenlijkingen van deze studie lagen raar genoeg in de tekstkritiek.

- In de filologische analyse werden nu ook andere teksten van de auteur bekeken, of zelfs van andere auteurs uit dezelfde tijd. Ze was dus zowel vergelijkend als historisch.

- De grootste ontmaskering was die van de Donatio Constantini als een falsum van o.a. de pauselijke secretaris Lorenzo Valla.

- Ook hiermee werd het Griekse mens- en wereldbeeld niet omver geworpen, maar het middeleeuwse geschiedbeeld kantelde wél.

- Men stapte eindelijk af van het idee dat de eigen tijd het dieptepunt van de geschiedenis vormde.

Latijn als educatieve factor

- humanisten wilden dit zo perfect beheersen, dat er geen onderscheid meer te maken was tussen hen en de grote klassieke Latijnse auteurs.

- Twee auteurs die daar bijzonder goed in slaagden, waren Petrarca en Boccaccio.

* Petrarca was een clericus die naam maakte als redenaar en dichter, en voor het eerst sinds de Oudheid als auteur een celebrity-status bereikte. Op politiek vlak was hij de pleitbezorger van de terugkeer van de pausen naar Rome. Zijn belangrijkste werk is de Canzoniere.

* Van zijn tijdgenoot en vriend Boccaccio moeten we vooral zijn verhalenverzameling Decameron onthouden. Hij maakte bovendien Firenze tot het hart van de nieuwe humanistische beweging.

=> in die tijd was het zogenaamde Florentijnse platonisme minstens even populair was. Met zijn sterke egocentrische en apolitieke inslag leek dat wel een new-age filosofie. De belangrijkste figuur was hier Pico della Mirandola.

Machiavelli

Omdat volgens hem het menselijk handelen door egoïsme gedreven wordt, is het beter de leiding te laten aan een sterke maar verstandige leider (Il Principe, ook de titel van zijn grootste werk).

Dit kon dan eventueel ook immoreel handelen inhouden, maar dan enkel in het belang van de staat.

Humanisme X beeldende kunst Italiaanse Renaissance

- De grootste gelijkenis is uiteraard dat ze beide teruggrijpen naar antieke voorbeelden.

- De Renaissance deed vooral een beroep op de vormentaal, op de meetkundige verhoudingen,… Met hun technische vernuft steeg ook de ambitie van de kunstenaars.

- Ze beschouwden zichzelf als wetenschappers. Groot was dan ook de ontgoocheling bij een Leonardo da Vinci toen hij inzag dat de meeste eigentijdse humanisten hem niet als één van hem beschouwden.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen