Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

De overwinning van het Westen en de SU

Plannen en voorbereidingen

- Verenigde Naties  leden: geen afzonderlijke vredesverdragen sluiten

 De vorming van een grote alliantie tegen de asmogendheden  met gemeenschappelijke strategie

- In de Stille oceaan: ‘island hopping

- Op Europees continent: Stalin vraagt voor het openen van een 2e front

 wachten op de komst van de VSA (nog enkele voorbereidingen)

De ommekeer, 1942-1943: Stalingrad, Noord Afrika, Sicilië

- Noord Afrika  generaal De Gaulle gaat vijanden opzij duwen

 Afrika: vrij van asmogendheden  De middellandse zee was open

- Stalingrad: Rode leger  steeds goede defensie  grote tegenaanval

 verlaten van defensieve positie in de oorlog!

- In Europa: nieuwe hoop  Het veroveren van Sicilië

 Italië: val van het fascistische regime

Het geallieerde eindoffensief, 1944-1945

- D-Day: 6 juni 1944  landing in Normandië

 Verzetbewegingen komen boven water  snellere overwinning op ND dan men had gedacht

- Oostfront: opmars van het Rode leger

 start van de laatste tocht naar ND

 Hitler brengt troepen van het Westerse terug naar ND voor het beschermen van grondgebied.

 gebaar naar de SU toe: mogen Berlijn innemen  capitulatie van DL

De laatste fase van de oorlog in de Pacific

- Opmars van de VS in de Pacific richting Japan

 het lanceren van een luchtoffensief op Japan  klaar voor een volle invasie

- Het laten vallen van een eerste atoombom (Hiroshima)

 2 dagen later: oorlogsverklaring van SU  inval in Mantsjoerije

 Het laten vallen van 2e atoombom in Nagasaki  waarschuwing voor SU

- Capitulatie van Japan  een bezettingsleger van VS

Lees meer...

jaren van Triomf voor de asmogendheden

Nazi Europa, 1931-1940: Polen en de val van Frankrijk

- Aanvallen van Polen tot de Kurzonlinie

 erna aanval door Stalin (pact)  verdeling van Polen

- Winteroorlog rond Finland  wordt het rustig

lijkt erop dat oorlog zal voorbij waaien  Drôle de Guerre

- Enkele invallen van Hitler: Denemarken, Noorwegen, België en NL

- Capitulatie van Frankrijk  verdelen in 2 grote zones: bezet en onbezet

 officieel staatshoofd = Pétain  moet meewerken met Hitler

 Ernaast: Vichyregime = 3e Franse Republiek De Gaulle: samenwerken met GB

- Ook Mussolini = expansief

Battle of Britain and American Aid

- Europa: enkel GB houdt stand

- Na capitulatie Frankrijk: Hitler doen van vredesvoorstel  in GB: Churchill

 Hitler: veiligstellen westflank om over te gaan tot expansie in O-Euro

 De Deal =  GB vrije baan in de kolonies

 ND vrije baan op het continent

 Churchill weigert  Hitler: opstarten luchtoorlog  gewonnen door RAF (GB)

 ND kan GB niet verslaan  periode van rust in het Westen

- VSA: verdeelde opinies   Isolatie: vanaf overtuigd dat VSA geen ≠ kan maken

 Interventie: zenden van hulp naar Europa (Roosevelt)

Invasie SU: het Russische front, 1941-1942

- Concentratie op het Oosten

 sluiten bondgenootschappen met enkele O-Euro landen

- Operatie Barbarosa = inval in Rusland

 Stalin is verrast  Hitler kan diep doordringen

1942: jaar van geallieerde tegenslagen

- Noord-Afrika: ook hier wordt de strijd aangegaan

 Italië  Egypte

 Duitse steun: Generaal Rommel  succes

- Expansie in Afrika, in het Oosten, in Azië

 Azië: Japan valt Amerikaanse vloot aan  Pearl Harbor

 oorlogsverklaring van Amerika aan Japan

 Asmogendheden zijn overal aan de winst  stopt dan

 zitten op toppunt van expansie

 WOII = oorlog van materialen  GB, VSA, SU: grote capaciteit

Lees meer...

Zwakte van de democratie: opnieuw naar oorlog

Het pacifisme van het Westen

- Westen treedt op in gespreide slag  geen gezamenlijk optreden tegen ND (= Nazi-Duitsland)

- Pacifisme: gevoed door de angst voor een nieuwe oorlog

 Vnl. aanwezig in Frankrijk  strategie = Maginot Linie

 ontbreken van een duidelijk buitenlands beleid  vermijden oorlog

GB: Chamberlain  appeasement politiek

 VS: politiek van isolatie

- SU: wil positie veilig stellen  omsingeld door anticommunistische landen (Cordon Sanitaire)

 evolueren naar rechts militaire regimes

 Stalin: niet gerust  veiligstellen buitenlandse positie  bij volkenbond (collectieve veiligheid)

De opmars van Nazistische en fascistische agressie

- Buitenlandse politiek Hitler = stapsgewijs aansturen op oorlog

 agressief

 Verlaten van de volkenbond + ontwapening conferentie

- afsluiten van een non-agressiepact met Polen  verzekeren van de Oostgrens

- Oostenrijkse Nazi’s  plegen staatsgreep + vermoorden kanselier

 ’34: poging aanhechting va Oostenrijk  wordt niet gerealiseerd  pas in ‘38

 Mussolini (militair meerdere van ND) ziet de aanhechting niet zitten

- ’35: openlijke bewapening  schenden verdrag van Versailles

 mogelijkheid voor VS, GB en Frankrijk om rechterlijk tussen te komen

 Frankrijk: even sprake om in te grijpen MAAR geen steun van GB  Hitler kan zijn gang gaan

- Mussolini: expansieneiging  teleurgesteld na WOI

gaat nemen wat zich toebehoort : Ethiopië

 reactie grootmacht: maar laten het passeren  heeft sympathisanten + GB en Frankrijk zelf kolonies

De Spaanse burgeroorlog

- Heersers = De Bourbons (vanaf Congres van Wenen)

 ’31: verwijderd  Spaanse republiek: hervormingen

 Reactie op de conservatieve machthebbers  voeren onpopulair beleid

 na verkiezingen: links aan de macht  populair links volksfront

- Links-rechts conflict

 Links wint verkiezingen  niet aanvaard door rechts

 generaals plegen staatsgreep

- Burgeroorlog: regime Franco ( geen fascist)

 Democratieën: non-interventiepolitiek  gaan democratisch verkozen regime niet steunen

 wel een reactie van dictaturen   Italië en ND: steunen Franco

 SU: steun aan communisten in regering van republiek

- De Spaanse burgeroorlog gaat Hitler en Mussolini dichter bij elkaar brengen  as Rome- Berlijn

De crisis van München: Climax van appeasement

- Situatie van eerste grote internationale crisis is in opkomst

 heeft te maken met TS(= Tsjechië-Slovakije)  was een democratie

- Hilter claimt het Sudetenland  gebied in TS met een meerderheid aan Duitstaligen

 veroorzaken van internationale crisis

 TS gaat troepen mobiliseren  toenemen vrees voor oorlog

 Er wordt aan de Sudeten-Duitsers een grotere autonomie gegeven  Hitler = niet tevreden

- GB en Frankrijk: organiseren Conferentie van München  in de hoop de oorlog af te wenden

 geeft toestemming aan Hitler + gaat TS dwingen ermee in te stemmen

 besef dat men tot uiterste is gegaan: volgende stap = oorlog

Einde van appeasement

- In praktijk volgende stap = aanhechting TS door Hitler

 GB en Frankrijk zien ideologie van Hitler in = samenbrengen van alle Duitsers

 Hitler zal niet stoppen voor hij slaagt in zijn opzet

 GB en Frankrijk: zien elke nieuwe stap dichter bij oorlog  maken van bijstandsverdragen

- Hitler: richten op Corridor (Danzig)  nieuwe eis

 beseft ook dat iedere stap dichter aanstuurt op een oorlog

- Niet-aanvalspact tussen Hilter en Stalin  beloven elkaar niet aan te vallen

 Hitler wil expansiepolitiek verder zetten  wil Polen aanvallen

 Beseft dat dit zal leiden tot oorlog  pact = Oostfront vermijden

Clausule: bij aanval Polen  verdelen op de kurzonlinie (WOII)

Lees meer...

Wereldoorlog II

- De condities in 1930 = de condities die waren opgelegd met de vrede van Parijs.

 niet tevreden = Japan, SU, Italië en Duitsland  Oorlog om er verandering in te brengen

 tevreden = VS, GB en Frankrijk

Lees meer...

Totalitarisme: het Derde Duitse Rijk

Opkomst van Adolf Hitler

- Hitler wordt na WOI lid en leider van de Duitse Arbeiderspartij

- 1920: omgevormd tot Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP)

  • § Radicalisering

- Problemen van de Weimar Republiek

  • § Verdrag van Versailles

 herstelbetalingen, …

  • § ° gewapende antirepublikeinse bewegingen

Stormabteilung (SA) (of bruinhemden) olv Nazi’s (vgl: zwarthemden)

- 1923: Frankrijk bezet het Ruhrgebied (in de context van herstelbetalingen)

  • § Hitler stak de schuld op de Weimar Republiek
  • § Had er veel volgelingen in

- Hitlerputsch (= Bierkellerputsch)

  • § Gesteund door SA
  • § Fail: Hitler gearresteerd en veroordeeld (gevangenisstraf)

- Komt snel vrij

- De VSA steunen Duitsland financiëel

  • § Economisch gaat het goed
  • § NSDAP verliest aan belang (en electoraat)

- Crisis van ‘29

  • § Duitsland héél zwaar getroffen
  • § Velen verloren hun geloof in het economische systeem
  • § Communisme Þ
  • § Vele Duitsers zien de crisis als een gevolg van de slechte behandeling @ de vredesverdragen

- Democratie was nieuw in Duitsland

  • § Werd al snel on-duits genoemd
  • § Hitler maakt hiervan gebruik (Propaganda)

- Propaganda

  • § De duitsers moesten op zichzelf leven
  • § VS marxisme, bolsjewisme, communisme en socialisme
  • § VS joden

- Anti-semitisme

  • § Zowel van links (vs kapitalistische joden) als van rechts (vs revolutionaire joden)
  • § Hitler gebruikt jodenhaat: vindt steun bij het gros van de bevolking

- NSDAP

  • § Grootste partij sinds 1932
  • § Gesteund door conservatieven, nationalisten en antirepublikeinen
  • § Vooral financieel: ° Nazi-fondsen

- 1933: Hitler wordt kanselier van de Duitse Republiek

  • § + andere functies ingevuld door nationalisten

- Hitler wou enkel met de Nazi’s regeren

  • § Nieuwe verkiezingen
  • § Net voor de verkiezingen brandt de Reichstag af
  • § Hitler geeft de communisten de schuld

- Communisten worden uit de Reichstag gezet

- Hitler wordt verkozen tot dictator in de Reichstag (waaruit elke oppositie dus bijna weg was)

De Nazi-staat (totalitarisme)

- “Derde Rijk” (na Heilig Roomse Rijk en Bismarck’s Tweede Rijk)

- Hitler als Führer (= leider)

- Beschouwt joden, democratie, parlementarisme, liberalisme, communisme als niet Duits

  • § Dit was “joods”

- Pseudowetenschappelijke raciale theorie (superioriteit van het Arisch “ras”)

  • § 1935: Wet van Nürenberg (jood als paria, wettelijk kader voor het wegpesten van joden)

- 1938: Kristalnacht (geweld vs joden)

  • § SA vs joodse bezittingen
  • § 30.000 joden naar concentratiekampen gestuurd

- Joden vluchten

  • § Maar nergens in Europa en de VSA welkom

- 1934: “Nacht van de Lange Messen”

  • § Cf. Stalin: interne opkuis binnen de partij

- Gestapo: politieke politie

- Religie werd gecontroleerd (geen kritiek tegen regime mogelijk)

  • § Cf. Mussolini

- Vakbonden werden ook “gecoördineerd”: vervangen door Nationaal Arbeidsfront

- Herbewapeningsprogramma

  • § Werkloosheid Þ

- 1936: Vierjarenplan (industrie en economie)

  • § Cf. Stalin
  • § Hitler zorgt ervoor dat hij niet botst met andere economische krachten

- Wat via onderhandelingen niet ging moest via oorlog gebeuren

Totalitarisme: oorsprong en gevolgen

- Term: alles controleren

- Eerst: Bolsjewistische revolutie + SU

- Mussolini

  • § Niet helemaal
  • § De kerk bleef bestaan
  • § Senaat bleef bestaan
  • § Koning behield voorrechten

- Verschil SU – Nazisme

  • § SU was (in theorie) tijdelijk
  • § SU was (in theorie) niet nationalistisch (cf wereldwijde revolutie)
  • § SU was (in theorie) iets vrijer voor het individu
  • § SU was (in theorie) tegen racisme (kind Frankrijk revolutie)
  • § SU was (in theorie) niet pro oorlog

- Maar de facto

  • § SU gebruikt ook geweld (cf. tegen Polen)
  • § SU blijft duren (permanente dictatuur)

- Totalitarisme gegroeid

  • § WOI als katalysator
  • § De staten werden sterker vanaf de Middeleeuwen

- Propaganda

  • § Historisch nationalisme
  • § Persvrijheid 
  • § Onderwijs werd door de staat bestuurd

- Racisme

  • § Vooral Nazi-Duitsland (ook Italië)
  • § Anti-semitisme

 niet per se uit christelijke motieven

 gesteund door propaganda

- Andere landen als zondebok (schuld malaise, …)

  • § Oorlog als oplossing voor sociale problemen

- (tolereren van) geweld

  • § Grootste verschil met democratie
  • § Privélegers

De verspreiding van de dictatuur

- ‘30s

- Democratieën waren in de minderheid (11/27 landen in Europa)

- Andere landen: vooral rechts-conservatieve regimes

  • § Anti-communistisch

- Hitler deelt de wereld op

  • § Landen die kolonies hebben (GB, Frankrijk, België)
  • § Landen die nood aan kolonies hebben: Lebensraum nodig
Lees meer...

Italiaans fascisme

Noties

- Dictatuur

  • § Oud historisch fenomeen
  • § Tijdelijk in noodgevallen

- Totalitarisme

  • § Nieuw (na WOI)
  • § Niet enkel politiek, ook een theorie over mens en leven
  • § Permanente vorm (niet tijdelijk)

Mussolini en de Fascistische staatsgreep

- Na WOI verdwijnt de democratie

  • § Raar want Italië stond aan de zijde van de overwinnaars
  • § Maar was in de oorlog gelokt met grote beloften ivm gebiedsuitbreiding
  • § Teleurgesteld op de vredesverdragen van Parijs

- Mussolini

  • § Was eerst socialist
  • § Tijdens de oorlog wordt hij nationalistisch
  • § Streefde voor het herstel van het Italia Irredenta (= het niet teruggewonnen deel waar Italianen leven (vooral in Oostenrijk))

- Fascio di combattimento

  • § 1919: ° door Mussolini
  • § Frustraties na vredesverdragen van Parijs

 slechts een klein stuk van de beloofde expansie gekregen

 oa geen mandaatgebieden die van Turkije of Duitsland waren geweest

- Na-oorlogse depressie

  • § Werkloosheid Ý
  • § Sociale onrust Ý
  • § Stakingen Ý

 afgekeurd door gematigde socialisten

 gesteund door communisten (3e Internationale)

- Fascisten

  • § VS communisten en stakers
  • § Zogezegd om onrust te vermijden
  • § Maar ze zijn zelf een factor van onrust

- Overheid

  • § Doet weinig aan het optreden van de fascisten
  • § Respect voor de parlementaire democratie Þ

- 1919: socialisten en christelijk socialisten verkozen

- 1921: “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “

- Fascisten waren bij deze verkiezingen nog niet machtig in parlementaire zin

  • § Hun macht groeide vooral buiten het systeem

- Mussolini besluit opportunistisch pro wetgeving, orde en bezit

  • § De welgestelde klasse gaf hem veel (financiële) steun

- Fascisten VS socialisten, christelijk socialisten, communisten

  • § Intimidatie-technieken

 moord, bedreigingen, castorolie, fysiek geweld

- 1922: Mars op Rome

  • § Zwarthemden van Mussolini dreigen met een coup
  • § De liberaal-democratische coalitie was tevreden dat de linkse zijde verdrongen werd

 maar niet akkoord met de manier waarop (maar hier: het doel heiligt de middelen?)

  • § Ze willen een krijswet inschakelen (het leger neemt de macht tijdelijk over)
  • § De koning weigert dit
  • § Het kabinet treedt af en Mussolini wordt premier met speciale bevoegdheden

- Mussolini duidelijk als machtigste man

- Elke vorm van oppositie wordt onmogelijk gemaakt

- Uit protest trekken linkse en centrale partijen zich terug uit het parlement

  • § Miscalculatie: Mussolini kan nu zijn dictatuur vestigen
  • § Schaft alle politieke partijen af, behalve zijn fascistische

De Fascistische staat

- Fascisme als een alternatief voor democratie

  • § Mussolini pleit voor actie onder één leider (duce)
  • § Tegen liberalisme, vrijhandel (laissez-faire), kapitalisme, marxisme, socialisme
  • § Voor nationale solidariteit, staats- en economisch beleid onder één leider

- Italiaans corporatisme

  • § Anders dan voorgaande corporatistische systemen (links en rechts)
  • § De staat beïnvloed de economie door corporaties (corporaties als instrument)
  • § De economie wordt ingedeeld in 22 sectoren
  • § Deze sectoren worden door de staat ingevuld (lonen, prijzen, werkomstandigheden)
  • § Rol van de overheid is belangrijk

 cf. afschaffing van het parlement en ° Corporatieve kamer

  • § Doel: verdwijnen van klassenconflicten

 gebeurt: verbieden van stakingen, afschaffing van (onafhankelijke) vakbonden

- Depressie

  • § Sociale extremen blijven bestaan (arm/rijk)
  • § Geen grote economische successen

- Desondanks toch een Italiaans superioriteitsgevoel Ý

  • § Mussolini versterkt dit door militarisme en imperialisme

- Fascisme vond aanhang in sommige delen van Europa

  • § Vooral bij de rijkeren (angst voor Bolsjewisme)
Lees meer...

Democratische aanpassingen in GB en Frankrijk

GB: 1920’s en Depressie

- Voor WOI: concurrentie van geïndustrialiseerde landen Ý

  • § Cf. Duitsland
  • § GB verliest afzetmarkten

- WOI versnelt dit proces

- Reeds in de jaren ’20 welvaartsstaat op sociaal gebied

  • § Verzekeringen (werkloosheid, ziekte, ouderdom)

- Door de economische malaise na 1929: werkloosheidÝ

  • § = duur voor de staat
  • § ° Economische problemen

- Labour is aan de macht in 1929

  • § MacDonald als premier
  • § Wou vooral besparen (op sociale zekerheid)

 komt niet overeen met de Labour Party

- MacDonald richt een coalitie van alle partijen op

  • § Nationaal bestuur

- Wordt verkozen in 1931

- Vooral besparingen

  • § Economisch nationalistische maatregelen

Problemen in de Britse commonwealth

- KOLONIES

- De Ierse kwestie (cf. hoofdstuk 14, deel 14.5)

- Palestina

  • § Joods immigranten VS moslims VS GBµ

 joden vluchtten voor anti-semitisme @ Europa

- Egypte

  • § 1922: onafhankelijk (niet langer protectoraat van GB)

- India

  • § Onafhankelijkheidsbeweging Ý

- MANDAATGEBIEDEN

- Canada, Australië, Nieuw Zeeland, Zuid Afrika

- Krijgen alsmaar meer autonomie toegewezen

  • § Economisch, politiek

- Verdeeldheid Conservatives VS Labour

- Er heerste wel een intern Brits eenheidsgevoel ivm de staat (vgl =/ Frankrijk)

Frankrijk: 1920’s en Depressie

- Extreem links & extreem rechts Ý

- Zowel links als rechts zijn ‘antidemocratisch’ en tegen de Franse republiek (staatsvorm) (vgl =/ GB)

  • § Communisten (parlementaire weg) (LINKS)
  • § Action Française (militante drukkingsgroep) (RECHTS)

- Belang van de Duitse herstelbetalingen

  • § Moest het Franse herstelprogramma financieren (na WOI)
  • § Cf. bezetting Ruhr-gebied (1923)

- 1926 – 1929: bloeiperiode

  • § Door hervormingen in taksen

- Grote Depressie (’29)

  • § Later dan in de VSA of andere landen
  • § Minder ernstig dan in de VSA of andere landen

- Herstelplan vooral gericht op besparingen

Frankrijk: interne politiek tijdens de ‘30s

- Rechtse antirepublikeinse en antidemocratische beweging Ý

  • § 1934: opstand @ Parijs
  • § Aanleiding: politiek/financieel schandaal (overdreven door rechts)

- Liberalen, democraten en socialisten waren verontwaardigd

- Communisten beseffen de fascistische dreiging en scharen zich achter de overheid

- Communisme Ý in de 30’s

- °Volksfront (Front Popular)

  • § Anti-fascistische coalitie
  • § Radicale socialisten, socialisten en communisten
  • § 1936: Meerderheid behaald
  • § Léon Blum wordt premier

Bestuur van het Volksfront

- Meerderheid vanaf 1936 (tot 1937)

- Olv Blum

- Voert “Franse New Deal” uit

  • § Nationalisering, 40u week, betaalde vakantie, vakbonden Ý
  • § Geen economisch succes

- Protest van rechts

- Tegelijk: Duitsland herbewapent

  • § Frankrijk moet dit ook doen
  • § Gaat niet in combinatie met hun “New Deal”
  • § Te duur

- Tegelijk: Spaanse burgeroorlog

  • § Tegen het Volksfront in Spanje
  • § Blum wil niet interveniëren

- Senaat werpt de regering omver

  • § Volksfront U
  • § Macht socialisten Þ

Algemeen ‘30s

- Geen enkel West-Europees land herstelde volledig voor WOII

- Crisis van ’29 toonde aan dat Europa economisch afhankelijk was van de VSA

- SU werd in de jaren 30’s een industriële grootmacht

- Bevolking stagneerde

Lees meer...

De VSA: Depressie en New Deal

Franklin Roosevelt

- 1929 beurscrash (onder republikeinse president)

- 1932 presidentsverkiezingen

  • § Franklin Roosevelt wordt verkozen (democraat)

De New Deal

- Economisch herstelplan van Roosevelt

- Keynesiaans geïnspireerd

- Bankwereld werd hervormd

  • § Strengere controle
  • § Splitsen van banken naar hun functie (kredietbanken, …)

- Devaluatie van de dollar

  • § Om boeren toe te laten aan handel te kunnen doen in vreemde gebieden

- Deficit spending

  • § Geld van de staat in de economie pompen
  • § Werkloosheid Þ
  • § Op die manier de koopkracht Ý

- Na 1935: vooral sociale maatregelen

  • § Minimumlonen
  • § 40-uren week
  • §  kinderarbeid

- ° Sociale welvaartsstaat met staatsinterventie!

  • § Veel vroeger dan in Europa (± ’60)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen