Agrarische verbeteringen: Europa 1500-1800
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Crisis in agrarische productie en landverdeling in 17e E -> destabilisatie van landbouw
door externe factoren
- mortaliteitscrisis
- toename van belastingen
- Kleine boerengemeenschappen hadden niet veel capaciteit om productie te verbeteren.
- W-Duitsland : meest stagnerende technieken maar laagste productieniveau
- limieten van peasant landbouw weerspiegelen intense belang van graan
- Peasant land -> rotatiesysteem (drieslagenstelsel?)
- 2 jaar graan, 1 jaar braak
- 1/3 tot ½ van het land ongecultiveerd
- Verbetering door eliminatie van braakkland en gebruik van meer velden
- meer dieren grootbrengen was moeilijk door gebrek aan weiland + grond voor graan
is niet flexibel (?)
- Lage productiviteit kon verbeterd worden door 2 dingen.
- nieuw rotatiesysteem en productie van voedergewassen (stikstof)
- converteerbare landbouw (akker -> wei -> akker)
- Systemen worden geïntroduceerd wanneer marktprijzen gunstiger waren voor vee dan voor graan + deden braak verdwijnen en stijging van aantal velden (graan), maar vooral door meer dieren te kweken
- 2 omstandigheden
- landbouw wordt gedomineerd door stedelijke markt
- grote vraag naar dierlijke producten
- 1580-1670 : economische recessie in Vlaanderen, Italië en Ndl’en
- men stemde de landbouwontwikkeling minder af op de stad
- verschuiving van relatieve prijzen na 1650
- graanprijzen daalden, veeprijzen stegen
- weinig impact op peasants
- commercialiseerden slechts klein deel van hun
opbrengst
- In 2 regio’s leidt verlies van gronden tot creatie van grote boerderijen
- Centraal en Zuid Engeland
- Noord- Frankrijk
- groei van de markt wordt versterkt door groeiende vraag van steden
- Engelse landbouw steeg door verbeterde methodes en interregionalewissel in land
- nieuw rotatiesysteem -> boost graanopbrengst en verbeterde kwaliteit akkers
- kleibodem Midlands -> converteerbare landbouw
- antwoord op hogere prijs en superieure productiviteit van graan
- Frankrijk : grote stap in productiviteit
- landbouw steeg in 16-17de E
- toch onderproductie omdat landbouw niet gelijk steeg met populatie
- Waarom is er een verschil in agrarische opbrengst vanaf 1650?
- Economische vooruitgang in Engeland en Frankrijk in 17de E
- motor : grote boerderijen
- minder in Frankrijk dan in Engeland
- negeert proces waarbij bourgeois en clerus peasants aanwerven om
landbouw te domineren in bepaalde regio’s
- 1670 : slechts 20% van de eigendommen waren in handen van peasants
- Bekken van Parijs : limitatie voor voedergewassen
- 2 gevolgen
- Boerderijen in Noord-Frankrijk minder dieren dan Engeland
- geen dierlijke bemesting mer en 1/3 van het land wordt braak gehouden
- Waarom geen innovatie op die boerderijen?
- was niet nodig omdat grote boerderijen veel peasants ter beschikking hadden.
- Verschil tussen dorpen in Engeland en Frankrijk
- Frankrijk : merendeel van de kleine boeren had een stukje land
- Engeland : slechts ¼ van de boeren had een stuk land en enkele dieren
- Waarom groter arbeidssurplus in Frankrijk gezien transformatie van peasants naar landloos in Engeland groter en diepgaander was
- Surplus in Engeland wordt opgenomen in de rurale industrie
- snelle industriële ontwikkeling als gevolg van agrarische vooruitgang
- In Frankrijk was de arbeidsefficiëntie hoger door gebrek aan innovatie
- Niet echt logisch dat er een verschil is in relatieve beschikbaarheid van peasants in
Eng en Fr
- 2 dingen belangrijker
- vrijheid van taxatie en de mortaliteitscrisis ondersteunden de voorspoed van pachters
en rijkere boeren
- verschil in economisch gedrag van landheren tijdens agrarische depressie na 1660
- Eng : doorbraak in agrarische productie
- Frankrijk slaagt er niet in om innovaties door te voeren
- Reactie van Eng landheren op depressie
- vermindering van pacht
- afschrijven van achterstand
- nemen verantwoordelijkheid voor belasting en toename van agrarische
ontwikkeling op zich
- Eng landheren dwongen weerspannige regering om bodemprijs te installeren :
uitvoerpremie voor graan
- Franse landheren hadden politiek niets te zeggen
- wilden pacht hoog houden
- commerciële boeren waren gevangen tussen hoge pacht en lage graanprijzen
- reactie landheren : kleine boeren failliet doen gaan
- moesten hoofd bieden aan agrarische hervormingen
- geen hoop meer op coöperatieve relaties met pachters
- 1ste herstructurering na verwoestingen door godsdienstoorlogen wanneer landheren
trouw bleven aan pachters en al het mogelijke deden om landbouw te herstellen
-2de herstructurering na crisis halverwege de eeuw
-landheren hadden pachters failliet doen gaan
- pachters hielden op met winst maken en concentreerden hun land in
grote boerderijen (?) verhuurd aan fermiers
- in depressie van 1660 werden fermiers onteigend en hun goederen in beslag
genomen
- vanaf 1640 ruïneerde ze rurale klasse die voor verbetering kon zorgen
- Engelse landheren : korte crisis (burgeroorlog en hoge belasting
- co-operatieve aard van realtie tss landhere en pachters weerspiegelt interesse
- grondbezit in Engeland werd gedomineerd door lage adel
- leefden op het platteland
- Frankrijk : landheren was clerus en bourgeoisie
- leefden in de stad
- waren ongeïnteresseerd in economische problemen op het platteland
=> Structureel contrast tussen Engelse kapitalistische en Franse pre-kapitalistisch economie
- Nederlanden : landbouw gebaseerd op kapitalistische basis
- Landheren volgden Frans patroon
- wanneer landbouw niet meer winstgevend was werden gronden verkocht
- verergerde landbouwdepressie
- Gedrag was rationeel
- land was economisch, niet rationeel
- verschil in strategie in NW-Europa
- brede verschillen in economische, sociale en politieke structuur
- meer dan contrast kapitalisme <-> boereneconomie