Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Agrarische verbeteringen: Europa 1500-1800

- Crisis in agrarische productie en landverdeling in 17e E -> destabilisatie van landbouw
door externe factoren

- mortaliteitscrisis

- toename van belastingen

- Kleine boerengemeenschappen hadden niet veel capaciteit om productie te verbeteren.

- W-Duitsland : meest stagnerende technieken maar laagste productieniveau

- limieten van peasant landbouw weerspiegelen intense belang van graan

- Peasant land -> rotatiesysteem (drieslagenstelsel?)

- 2 jaar graan, 1 jaar braak

- 1/3 tot ½ van het land ongecultiveerd

- Verbetering door eliminatie van braakkland en gebruik van meer velden

- meer dieren grootbrengen was moeilijk door gebrek aan weiland + grond voor graan
is niet flexibel (?)

- Lage productiviteit kon verbeterd worden door 2 dingen.

- nieuw rotatiesysteem en productie van voedergewassen (stikstof)

- converteerbare landbouw (akker -> wei -> akker)

- Systemen worden geïntroduceerd wanneer marktprijzen gunstiger waren voor vee dan voor graan + deden braak verdwijnen en stijging van aantal velden (graan), maar vooral door meer dieren te kweken

- 2 omstandigheden

- landbouw wordt gedomineerd door stedelijke markt

- grote vraag naar dierlijke producten

- 1580-1670 : economische recessie in Vlaanderen, Italië en Ndl’en

- men stemde de landbouwontwikkeling minder af op de stad

- verschuiving van relatieve prijzen na 1650

- graanprijzen daalden, veeprijzen stegen

- weinig impact op peasants

- commercialiseerden slechts klein deel van hun
opbrengst

- In 2 regio’s leidt verlies van gronden tot creatie van grote boerderijen

- Centraal en Zuid Engeland

- Noord- Frankrijk

- groei van de markt wordt versterkt door groeiende vraag van steden

- Engelse landbouw steeg door verbeterde methodes en interregionalewissel in land

- nieuw rotatiesysteem -> boost graanopbrengst en verbeterde kwaliteit akkers

- kleibodem Midlands -> converteerbare landbouw

- antwoord op hogere prijs en superieure productiviteit van graan

- Frankrijk : grote stap in productiviteit

- landbouw steeg in 16-17de E

- toch onderproductie omdat landbouw niet gelijk steeg met populatie

- Waarom is er een verschil in agrarische opbrengst vanaf 1650?

- Economische vooruitgang in Engeland en Frankrijk in 17de E

- motor : grote boerderijen

- minder in Frankrijk dan in Engeland

- negeert proces waarbij bourgeois en clerus peasants aanwerven om
landbouw te domineren in bepaalde regio’s

- 1670 : slechts 20% van de eigendommen waren in handen van peasants

- Bekken van Parijs : limitatie voor voedergewassen

- 2 gevolgen

- Boerderijen in Noord-Frankrijk minder dieren dan Engeland

- geen dierlijke bemesting mer en 1/3 van het land wordt braak gehouden

- Waarom geen innovatie op die boerderijen?

- was niet nodig omdat grote boerderijen veel peasants ter beschikking hadden.

- Verschil tussen dorpen in Engeland en Frankrijk

- Frankrijk : merendeel van de kleine boeren had een stukje land

- Engeland : slechts ¼ van de boeren had een stuk land en enkele dieren

- Waarom groter arbeidssurplus in Frankrijk gezien transformatie van peasants naar landloos in Engeland groter en diepgaander was

- Surplus in Engeland wordt opgenomen in de rurale industrie

- snelle industriële ontwikkeling als gevolg van agrarische vooruitgang

- In Frankrijk was de arbeidsefficiëntie hoger door gebrek aan innovatie

- Niet echt logisch dat er een verschil is in relatieve beschikbaarheid van peasants in
Eng en Fr

- 2 dingen belangrijker

- vrijheid van taxatie en de mortaliteitscrisis ondersteunden de voorspoed van pachters
en rijkere boeren

- verschil in economisch gedrag van landheren tijdens agrarische depressie na 1660

- Eng : doorbraak in agrarische productie

- Frankrijk slaagt er niet in om innovaties door te voeren

- Reactie van Eng landheren op depressie

- vermindering van pacht

- afschrijven van achterstand

- nemen verantwoordelijkheid voor belasting en toename van agrarische

ontwikkeling op zich

- Eng landheren dwongen weerspannige regering om bodemprijs te installeren :
uitvoerpremie voor graan

- Franse landheren hadden politiek niets te zeggen

- wilden pacht hoog houden

- commerciële boeren waren gevangen tussen hoge pacht en lage graanprijzen

- reactie landheren : kleine boeren failliet doen gaan

- moesten hoofd bieden aan agrarische hervormingen

- geen hoop meer op coöperatieve relaties met pachters

- 1ste herstructurering na verwoestingen door godsdienstoorlogen wanneer landheren
trouw bleven aan pachters en al het mogelijke deden om landbouw te herstellen

-2de herstructurering na crisis halverwege de eeuw

-landheren hadden pachters failliet doen gaan

- pachters hielden op met winst maken en concentreerden hun land in
grote boerderijen (?) verhuurd aan fermiers

- in depressie van 1660 werden fermiers onteigend en hun goederen in beslag
genomen

- vanaf 1640 ruïneerde ze rurale klasse die voor verbetering kon zorgen

- Engelse landheren : korte crisis (burgeroorlog en hoge belasting

- co-operatieve aard van realtie tss landhere en pachters weerspiegelt interesse

- grondbezit in Engeland werd gedomineerd door lage adel

- leefden op het platteland

- Frankrijk : landheren was clerus en bourgeoisie

- leefden in de stad

- waren ongeïnteresseerd in economische problemen op het platteland

=> Structureel contrast tussen Engelse kapitalistische en Franse pre-kapitalistisch economie

- Nederlanden : landbouw gebaseerd op kapitalistische basis

- Landheren volgden Frans patroon

- wanneer landbouw niet meer winstgevend was werden gronden verkocht

- verergerde landbouwdepressie

- Gedrag was rationeel

- land was economisch, niet rationeel

- verschil in strategie in NW-Europa

- brede verschillen in economische, sociale en politieke structuur

- meer dan contrast kapitalisme <-> boereneconomie

Lees meer...

Peasant en agrarische, sociale crisis: Europa 1500-1800

- Identificatie van problemen van peasant farming is voornaamste oorzaak van agrarische crisis ondersteunt Brenner : vasthoudendheid van peasants aan landbouwgrond is rem op economische ontwikkeling

- ondermijnd door transfer van land in West- Europa van peasants naar sociaal
gepriviligieerde groepen

- Waarom worden peasants in Europa onteigend?

- Waarom leidde herorganisatie niet tot algemene verbetering?

- West-Europa : 16de E bezit (vaak erfelijk) werd verpacht tegen een vaste som

- Snelle groei van bevolking voor 1600 -> verdeling van pachtgrond door erfenis

- fragiele economie die gevoeling is voor crisis

- inkomens dalen, uitgaven stijgen door inflatie

- cash reserves aanspreken

- dieren verkopen

- lenen

- overbelasting

- Ritme van onteigening volgde voedselcrisis (gelijktijdig)

- Regering stelde geen regeling op voor privé-land en deed weinig om schuldenlast van
peasants te voorkomen

- Fr : dorpen : collectieve verantwoordelijkheid voor belastingen

- vanaf 1660 in handen van intendanten

- stabilisering van eigendom leidt tot daling gemene grond

- Sp : alle peasant gemeenschap toegang tot gemene grond

- verkocht onder financiële druk

- 1590 : bleven verschuldigd met betaling

- grond naar schuldeisers

- W-Dui : staat beschermde peasants

- meest veerkrachtige gemeenschap in Europa

-verhouding middelgrote-grote peasants is stabiel va 1600-1700

- aantal bijna landlozen daalt itt rest van Europa

- overdracht van land ging niet via de markt, maar door vererving

- stabiliteit door grotere bureaucratie en kleinere patrimoniale staten die peasants beschermt

- 30-jarige oorlog : vaste pacht

- afschrijven achterstallige schuld tijdens herstelperiode en interventie in land-en
kredietmarkt

- Verzwakking van adel door overwinning landheren

- hoge belastingen

- onteingeing door stedelijke commerciële klasse en professionele klasse

- sociale prestige

- oude bourgeoisie

- Stedelijke elite zag zichzelf als oligarchisch

- proces van sociale uitsluiting vooral in Dui, Fr, It, Sp en steden in Ndl’en

Lees meer...

Agrarische stagnatie en crisis: Europa 1500-1800

- In bijna elke W-Europees land had de bevolkingsgroei van 1500 agrarische crisis als gevolg

- daling van opbrengst en winst

- 1ste blangrijke crisis : 1590 – 1650

- groeiende markt en inflatie van landbouwprijzen

- Centraal Spanje : misoogst en pest

- Noord Italië : voedselcrisis en pest 1630-31 leidden tot een
ineenstorting van de opbrengst en duurde tot 1660

- Frankrijk : daling van de graanproductie

- Duitsland : bevolkingsdaling en daling in landbouwproductie door 30-
jarige oorlog en nasleep

- 2de periode van crisi na 1660

- dalende markt en prijzen

- grootste impact in W- en Z-Frankrijk en Nederlanden

- stijgende bevolking -> stijging relatieve graanprijs

- boeren verhogen opbrengst door ongecultiveerd land in cultuur
te brengen

- verminderde agrarische productie omdat beste grond al
gecultiveerd was

- geen braakland meer (enige manier om grond
vruchtbaarder te maken)

=> = verklaring voor 1ste crisi

- Weinig bewijs voor Malthusiaanse crisis in 16e E

- stijgende prijzen en dalende lonen -> daling arbeidsproductiviteit, maar geen daling
in landproductiviteit in de decennia voor de crisis

- Geen daling in gemiddelede Europese opbrengs

- Indien landbouwgrond nit daalde voor/tijdens crisis, wat verklaart dan productievermindering?

- bevolkingsdaling veroorzaakt een klassiek Malthusiaans antwoord

- verlaten van marginale gronden + conversie van graan naar andere producten

- daling opbrengst bij kleinere boeren die een massale productie leverden

- Omschakeling graan naar vee compenseerde daling niet

- Noord –Italië : daling graan -> daling wijn en olijven

- Spanje : daling graan -> daling schapen

- grootste belemmering voor grondherverdeling was lage prijs voor vee door
ineenstorting stedelijke economie

- Belangrijkste antwoord was overgang van tarwe naar rogge, gerst en maïs

- minder arbeid en groeide beter op arme gronden

- Crisis in peasant landbouw is veroorzaakt door voedsel-en mortaliteitscrisi

- Epidemies doden productieve werkers

- daling arbeidskracht

- verarming peasants

- onteigening

- hoge huur

- toename van belastingen

- Castilië en Frankrijk is er een verband tussen belastingstoename en daling in
landbouweconomie

- Stijging van belastingen ook in 2de cyclus van crisis

- grootste impact in Z-Frankrijk en Ndl’en

- Europese depressie in graanprijzen gekoppeld aan recessie in fabriekswezen en
handelseconomie vanaf 1660

- Languedoc daling wolindustrie

- Ndl’en : belasstingsstijging voor Frans-Staatse oorlog

- Z-Frankrijk belastingsstijging door overschakeling op pachters

- daling wijn en graan

- armoede van boeren

=> Belasting is goede graadmeter voor agrarische crisis in de 17de eeuw

- Engeland geen agrarische crisis

Lees meer...

West-en Middellandszee- Europa: Europa 1500-1800

- Verwezenlijkingen van landbouwsector in 17e E zijn niet impressionant

- Twee economieën verbeterden hun landbouw

- Nederlanden en Engeland

- sociale interactie tss staat, landheren en peasants

- itt tot landen met absolutistische regimes

- peasants : hoge belastingen, maar land wordt wel beschermd
door de staat

- Volhouden van peasants hield cyclus van stagnatie in stand

- te kleine boerderijen, niet genoeg kapitaal en conservatief
beheer

- Engeland : staat vergemakkelijkt onteigening van eigendomsrechten :
ontstaan van landbouwkapitalisme

- samensmelting van verschillende kleine boerderijen tot 1 grote

- Drie vragen :

- Waarom ondervonden zoveel W-Europese regio’s landbouwproblemen in 17e E?

- Het best te verklaren door peasants?

- Waarom verbetering in landbouw enkel in Lage landen en Engeland?

Lees meer...

Landbouw en agrarische samenleving: Europa 1500-1800

- Agrarische sector -> grootste in Europese economie

- W en Mid Zee-Europa : land bewerkt door vrije boeren

- Ook boeren die arbeid huurden -> productie voor de markt

- Oost-Europa : meeste boeren : horigen die ‘huur’ betaalden : arbeid op het domen

=> Agrarische systemen in West-en Oost-Europa compleet verschillend

Lees meer...

Bevolking en economie:Europa 1500-1800

- productie was gelinkt aan bevolking

- stijgende bevolking -> groei in voedselvoorziening, dalende populatie
omgekeerde

- bevolking steeg in 17de eeuw met 5%

- geconcentreerd in NW

- Waarom stagneerde bevolking in 7de eeuw

- moderne discussie in neo-malthusiaans kader

- mensen hebben neiging om sneller te groeien dan bestaansmiddelen

- kan niet verholpen worden door verminderde productie

- positive en preventive checks

- positive check voornaamste oorzaak van stagnatie (vroeger)

- mortaliteitscrisis door autonome epidemies dan door honger

- preventive check die bevolkingsgroei onderdrukte (nu)

- voorspelling : stijgende bevolking -> minder inkomen/capita

- doordat levensstandaard in 16 en 17e dieptepunt kende

- wordt geassocieerd met mortaliteitscrisis

- frequenter in 17de E

- ergst in 1590-1660 door pest en misoogst

- pest verdween eerst uit West europa

- maatregelen om verspreiding tegen te gaan

- verbetering bij oogst

- vermindering van oorlogstroepen die ziekte verspreidden

- Mortaliteit trend waren anders in Nederlanden en Engeland dan in Oost-Europa

- Nederlanden : modernisering landbouw

- geen voedselcrisis

- wel hard getroffen door pest

-Engeland : tijdelijk voedseltekort wordt geassocieerd met hoger sterftecijfer

- kleinschalig

- 1650 : vernieuwing in landbouw -> verdwijning crisis

- Malthus : mortaliteitscrisis vooral door honger en ziekte

- recent onderzoek : minimaliseren rol van honger in 17E

- ziekten ontstaan autonoom, niet door tekort aan voeding

- toch meestal patroon : honger-ziekte

- Primaire rol van honger : veroorzaakten een massabeweging bij armen opzoek naar eten en werk -> geografische mobiliteit

- focus verschuift meer van positive naar preventive check

- Engeland en Nederlanden

- Preventive checks versterkt in Fr, Sp, It

- effectievere rem op bevolking dan mortaliteit

- intensiever in 18e E in Fr, Sp, It

- mortaliteit daalde in 18e E door daling kindersterfte

=>Buiten Engeland en Nederlanden : fluctuatie in mortaliteit meer op bevolking dan huwelijk en vruchtbaarheid in West en Mediterraan Europa van 1600-1800

Lees meer...

De economie: Europa 1500-1800

- Vanaf ’50 :17de eeuw : crisis, economische stagnatie en verval

- door verminderde aanvoer van zilver uit Latijns-Amerika

- probleem : lijkt alsof zilverimport beperkt was van 1630-1650 en vanaf 1660 meer
dan in begin van de eeuw

- in jaren ’60 en ’70 (oiv van Malthus)

- crisis als resultaat van bevolkingsgroei van de vorige eeuw

- bevolkingsgroei -> landbouw kan niet volgen -> crisis -> destabilisatie economie

- grootste probleem van term algemene crisis : onmogelijk om een periode aan te duiden
waarbij grootste deel van Europese economie in een depressie zat.

- Spanje dip 1590-1630 maar Nederlanden toen hoogtepunt.

=> Moeilijk om regionale economische crisissen te herleiden tot formules

- toch overeens dat Europese economie diepe problemen ondervond in de 17de eeuw

- diverse karakter van regionale crisissen 1590-1720

- verschil in economische ontwikkeling tussen West-en Oost-Europa

- economische recessie van M-zeegebied stond in contrast met economische expansie
van Noord-west Europa

- Divergente regionale ontwikkelingen staan centraal in historische benaderingen sinds ‘70

- demografische trends in NW-Europa

- bevolking groeide snel aan van 1600-1650 en stagneerde dan itt rest van
europa waar bevolking daalde tot 1650 en terug hetzelfde niveau bereikte
rond 1700 (Malthus)

- divergenties in regionale economische ontwikkeling bij uitbarstingen van (?) strijd
tussen landheren en peasants

- oost-europa : lijfeigenschap

- west-europa : boerengemeenschappen beschermd door staat

- economische vooruitgang snelst in engeland

- dynamisch agrarisch kapitalisme

- sommige historici : crisis in landbouw door door externe oorzaken

- toename van belastingen

- de terugloop van grote Europese stedelijke industrie

- competitie tussen stedelijke en plattelandsindustrie verscheen op
internationaal niveau

- verschuiving van industriele kracht van centraal en middenlands-zee europa
naar noord-west europa

=> urbane en staatsinstituties beheersten de groei van productie op platteland en in stad

Lees meer...

Conclusie

  • veranderingen
  • De terugkeer van de rust werd verwelkomd door de massa van de Europese bevolking, voor hen was stabiliteit de beste hoop
  • Traditionele religieuze geloven leverden nog steeds veel materiaal om de sociale eerbied en onderdanigheid te versterken

De absolutistische Ook in de 17e eeuw was de sociale verandering traag.

  • De basisveronderstellingen van de hiërchale sociale ongelijkheid en de diepe polariteit tussen arm & rijk zijn nauwelijks veranderd tussen Rerformatie en Verlichting.
  • Wat wél veranderde was het economische evenwicht in Europa – oost-centraal Europa en de Middellandse zee en het noordwesten – en, daarmee ook de sociale verwachtingen en relaties in elke gemeenschap.
  • Wanneer zulke veranderingen samen vielen met politieke oproer, kon de uitkomst dramatisch onthullend zijn
  • Rellen en sociale oproer werden vaak geïnspireerd door traditionele verwachtingen

Zoals de Engelse burgeroorlog bewijst dachten sommigen ook het ondenkbare; maar de reactie van 1666 toont dat men nog niet klaar was voor zo’n grootschalige belastingsstaat die als de Europese norm groeide tijdens de 2e helft van de 17e eeuw, leek genoeg fiscale, militaire en institutionele kracht te hebben om redelijk geloofwaardige prikkelingen te geven aan die elementen in de samenleving waarvan ze de steun echt nodig hadden.

Lees meer...

Alternatieve ideologieën: de wereld op z’n kop?

Bruno en Servetus belandden op de brandstapel wegens andere ideeën; ze hebben de onderstroom van het intellectueel scepticisme in de 17e eeuw gevoed, maar niemand kon de uitzonderlijke uitbarsting van radicale en iconoclastische ideeën voorzien die Engeland en in mindere mate Frankrijk en andere Europese gebieden zouden transformeren in de jaren 1650.

  • De Engelse burgeroorlog, commonwealth en revolutie was de zwaarste politieke oproer van 17e-eeuws Europa, en haar impact werd vergroot door de economische instabiliteit
  • De meest radicale ideeën kwamen tot uiting net omdat de burgeroorlog zelf vragen over de regering deed rijzen

Milton

In 1641 schreef Milton al over:

  • de beperktheid van de kerk
  • scheiding als de enige humane oplossing voor het uiteenvallen van het huwelijk
  • de nood aan persvrijheid
  • De rechtvaardiging van revolutie door het volk
  • De nood aan een contractuele toestemming tussen volk en staat

Hobbes exploreerde in Leviathan (1651) de aard van soevereniteit

Historiografen hebben vaak bediscussieerd wat de impact van zulke nieuwe ideeën was

Levellers-beweging

  • Kritiek op de parlementaire tirannie die de koninklijke regering had vervangen
  • Religieus egalitarisme als basis voor ideeën van vrijheid en zelfregering gebaseerd op gelijke rechten voor man & vrouw
  • In “Overeenkomsten van het Volk”: uitleg van principes van een republikeinse regering met regelmatige parlementsverkiezingen
  • Belangrijkste aspect: ze maakten goed gebruik van politieke ontmoetingen en de pers en beseften dat verschillende types publiek verschillend aangesproken moesten worden
  • Cromwell vernietigde de beweging in 16

Quakers

  • Bredere basis dan Ranters, Muggetonians, Fifth Monarchists…
  • 50.000 leden in 1659
  • Bedreigden de hiërarchische gemeenschap
  • Geen nood aan kerken of ministers, erkenden geen externe autoriteit of sociale status
  • Vrouwen gelijk aan mannen
  • Diep geloof in het “innerlijke licht” was volgens hun criticasters de deur open zetten voor religieuze en sociale anarchie

Restauratie-Engeland veegde veel van het activisme onder het tapijt en fundamentele vragen werden niet beantwoord. Er was een nood aan electorale hervormingen.

De impact van een contract tussen staat en onderdaan werden voor langer dan een eeuw niet uitgewerkt, en we kunnen begrijpen dat na de Restauratie van 1660 Locke & de Dissenters oppasten wat ze zeiden en hoe ze het zeiden. Maar het feit dat zo’n woorden gesproken werden gaf een glimp van wat onder het oppervlak schuilging.

Lees meer...

Opmerkelijkere elementen:

  • Portretten van Filips IV van Spanje werden naast die van Karel V geplaatst: relschoppers toonden aan dat ze een “goede” regering wél respecteerden
  • De opstandelingen hadden steun van de stedelijke militie én adviseurs met politieke ervaring

Een “gewone” rel over “gewone” grieven veranderde in een complexe rel gesteund door mensen met uiteenlopende problemen: de crisis werd gegeneraliseerd

  • Zoals overal in Europa was er sociale instabiliteit en frustraties die de emmer snel deden overlopen
  • Eveneens overal in Europa speelden Kerken een centrale rol; Patronage van de kunsten en architectuur maakte deel uit van hun communicatiesysteem, beelden genererend getuigend van triomf en grandeur. Gelijkaardige ideeën zitten achter de persoonlijke bouwprojecten van magnaten en prinsen (zie: Versailles)
  • Het dagelijkse belang van symbolisme word het best geuit in de gedetailleerde wetten die bepaalden hoeveel er aan huwelijken, begrafenissen e.d. mocht uitgegeven worden in relatie tot status & bezit - een poging tot sociale controle die rivaliteit uitnodigde
  • Wat de beschaafde samenleving samenhield was het respect voor autoriteit; en Westerse traditie dicteerde dat deze vaderlijk moest zijn: een koning moest over zijn volk regeren als een vader over zijn familie. Vaderlijk gezag was altijd juist en kon niet uitgedaagd worden.
  • Het eerste en belangrijkste voorrecht van de monarch: macht van beoordeling en vergeving, waarop de legislatieve machten en de legitimiteit van het hele wettelijke systeem gestoeld was
  • Gelijkaardige hiërarchische noties i.v.m autoriteit legitimeerden de priesters en katholieke ord

- Het gebruik van “redelijk geweld” om zo’n patriarchaal systeem te handhaven is wat het meest in strijd is met moderne liberale normen, maar de wet was er wel duidelijk over.

Bv. Deense wet uit 1683 i.v.m. beleid t.o.v. het hoofd van een gezin die kinderen of dienaars strafte

  • In de praktijk hing oplegging van de restricties af van de tolerantie van de lokale gemeenschap
  • We kunnen niet onder de indruk zijn van de afwezigheid van zaken waarin ouders gestraft werden voor geweld t.o.v. hun kinderen of mannen gestraft voor geweld t.o.v. hun vrouw
  • Geweld in in grote mate getolereerd, en soms zelfs aangemoedigd in alle lagen van de bevolking
  • Nergens werden de eisen van de sociale superieuren beperkt
  • Dat het leven niet veel waard was is deels te wijten aan de vele sterftes door ziekte, hongersnood e.d., maar zeker ook aan de intolerantie voor non-conformiteit.
  • De interessen van het individu waren ondergeschikt aan die van de gemeenschap
  • Ordehandhaving was de verantwoordelijkheid van elke gemeenschap, of van de vrijwilligers uit die gemeenschap (vaak jongerenbendes die hun doelen vernederden)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen