Menu

Item gefilterd op datum: mei 2014

Global Tendencies

De laatste twee eeuwen worden gezien als een periode waarin een wereldlijke economie tot stand kwam, een tijd van ideologie, conflicten en revoluties in technologie en communicatie. Er zijn pogingen gedaan tot politieke samenwerking, terwijl religieuze, etnische en nationalistische conflicten alleen maar zijn toegenomen. Nationalisme en liberale democratie zorgden voor spanningen en leidde tot totalitaire doctrines en twee wereldoorlogen. Socialisme had een meer humaan karakter en kapitalisme stond na de oorlog tegenover communisme.

De Koude Oorlog zorgde voor wereldwijde instabiliteit en tegelijkertijd gingen Atlantische en Pacifische naties in de wereldeconomie meedraaien, en vond er een revolutie plaats op het gebied van het uitwisselen van informatie. Het is verleidelijk dit te vergelijken met de klassieke rijken, waarin beschaving uiteindelijk in al haar vormen over de grenzen trad, en kans bood tot het ontstaan van nieuwe beschavingen, vertrouwende op oud en nieuw gedachtegoed.

Lees meer...

Wider Identities

Tussen 1500 en 1900 ontwikkelden Europa, China, Rusland en de Islamitische wereld zich. Ook kwamen onafhankelijke beschavingen tot stand in Amerika en op de Japanse eilanden. Er was nu een sterk maritiem aspect: Moslims voeren over de Mediterrane zeeën, China over de zuidelijke en Europa over Atlantische Oceaan. Europese verbetering in scheepsbouw en Chinese stuurkunst en uitvingen van het buskruit droegen hieraan bij. Europeanen werden superieur. Met religieuze en commerciële motieven werden Amerika en Azië door Europa geopend voor handel en verovering. Russen en Chinezen vergrootten hun invloed in Centraal-Azië en de Moslims breidden hun rijk uit van het Nabije Oosten tot India. Religieuze idealen werden vermengd met rivaliserende religies en seculiere ideologieën. Europees geloof maakte met politieke en industriële revoluties een grote impact.

Lees meer...

New Beginnings

Na jaren van verval kwamen er nieuwe beschavingen tot stand, en ook economische heropleving binnenlands en ook enigszins internationaal. Dit gebeurde vooral in West- Europa, Rusland, het Midden-Oosten en Zuid-China. Landbouw werd verbeterd en productie werd als vanouds opgestart. Chinezen en West-Europeanen waren vooral succesvol, door handel te starten met de Arabieren als tussenpersonen. Ook al waren politieke systemen door geografie en traditie verschillend, het gemeenschappelijke patroon was dat verkregen religieuze autoriteit samenging met politieke autoriteit, de vooraanstaande economische drive ondersteunend. Steden floreerden in handel en productie en kregen vaak autonomie. Mongoolse invallen leidden tot een omvangrijke samenwerking tussen Rusland, de Islamitische wereld en China. Het nam echter ook de pest met zich mee, wat voorspoed tegenhield.

Lees meer...

The Religious Factor

Toen de rijken complexere politiek gingen voeren, kwamen ze mogelijkheden tegen om religie te gebruiken om autoriteit te verkrijgen. Tradities of lokale geloofspatronen werden ingezet op imperiaal gebied als ze conformiteit uitdroegen. Toen de imperiale rijken vielen, stierven zij niet uit, maar zorgden ze voor de zwakken en voor religieuze cohesie. Om zichzelf te versterken gebruikten ze de overlevende politieke systemen en innovaties. Toen er grote onderlinge rivaliteit ontstond, reorganiseerden de verschillende religieuze groeperingen zich. Ze zorgden voor leiding en intellectuele bronnen over de verlaten territoria van de klassieke imperia.

Lees meer...

The Political Prospect

Met het groeien van permanente vestigingen, kwam er een grotere vraag naar veiligheid, dit werd vooral an de autoriteiten toevertrouwd. Groepen leerden ook van elkaar. Munten, wegen en het schrift bevorderde de economie en de handel. Er waren gemeenschappelijke religies, die bedoeld waren de loyaliteit aan de autoriteiten te vergroten.

Lees meer...

The Primary Concern

De voornaamste manieren waarop men zich de eerste 100.000 jaar aanpaste was de overgang van nomadische leefwijzen naar permanente vestiging, van sedentisme naar semipermanente vestiging en van groepen van dorpen naar beschaafde centra. De voornaamste zorg was overleven.

Landbouwproductie leidde tot economisch surplus, territoriale expansie en een bevordering van het gemeenschapsleven. Organisatie werd belangrijker toen de samenleving complexer werd, het was hierbij van belang dat de autoriteit collectief geaccepteerd werd en gebaseerd was op een gemeenschappelijk geloofspatroon.

Lees meer...

Huidige locatie.

Het schilderij was waarschijnlijk bedoeld als siervoorwerp voor de kunstliefhebbers uit de 17de eeuw. Het beeldt een stukje van de Griekse mythologie uit.

Na in vele verschillende handen te zijn geweest werd het schilderij in 1957 verkocht aan het Wadsworth Atheneum Museum of Art. In 1959 verdween het voor een lange periode, waarna het in de zestiger jaren weer werd ontdekt door Pierre Rosenberg.

Het schilderij bevindt zich tegenwoordig, net als in 1957, in het Wadsworth Atheneum Museum of Art in Hartford, Connecticut, Verenigde Staten.

Lees meer...

De stijlperiode.

Het oordeel van Paris behoort denk ik tot de barok. Dit is te zien aan het jaar waarin het is gemaakt, maar ook aan de beweging en drukte in het schilderij, wat kenmerkend is voor barok. Aan de andere kant zijn er geen theatrale houdingen en emoties aanwezig, wat je hierbij wel zou verwachten.

Het zou naar mijn mening ook tot het classicisme kunnen behoren. Hierdoor was Stella tenslotte erg beïnvloed. Ook is er een scene uit de Griekse mythologie afgebeeld, wat deze conclusie ondersteunt.

Lees meer...

De achtergrond.

Jacques Stella leefde van 1596 tot 1657. Hij werd geboren in Florence, en verhuisde in 1623 naar Rome. Zijn vader was ook schilder, maar hij overleed te vroeg om het zijn zoon te leren.

Jacques Stella was opgeleid in Lyon, alvorens hij de periode van 1616-1621 doorbracht in het hof van Cosimo II De Medici in Florence. De Florentijnse kunst is dan ook van grote invloed op het werk van Stella. Toen Cosimo II in 1621 overleed vertrok Stella naar Rome waar hij de volgende 10 jaar van zijn leven doorbracht.

In Rome werkte hij een tijd voor paus Urbanus VIII. Stella werd geïnspireerd door het classicisme en door het werk van Nicolas Poussin, met wie hij bevriend raakte.

Stella keerde terug naar Lyon in 1634 en een jaar later verhuisde hij naar Parijs.

Daar werd Stella door kardinaal Richelieu voorgesteld aan Louis XIII. De koning maakte van hem een peintre du roi, waardoor Stella nog meer ging schilderen.

Het oordeel van Paris maakte hij in 1650 in Frankrijk. Tijdens zijn leven was Stella niet alleen een schilder en tekenaar, ook was hij een verzamelaar van schilderijen van Poussin, Raphael, Michelangelo en Leonardo da Vinci.

Na zijn dood door een ziekte in 1657 werden veel van zijn schilderijen verkocht als zijnde het werk van Poussin.

Lees meer...

Opvallende aspecten

Het schilderij is naar mijn mening een artistiek gemaakt kunstwerk. Jacques Stella moet een ervaren vakman geweest zijn. Alles is tot in detail afgebeeld, de personages zijn anatomisch juist, er is veel gebruik gemaakt van licht en kleur en de poging om perspectief uit te beelden is uitstekend gelukt.

Voor zover ik weet zijn er geen beschadigingen aan het schilderij, tenminste geen duidelijk zichtbare. Dit kan natuurlijk ook wijzen op precies restauratiewerk.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen