Menu

Item gefilterd op datum: mei 2014

Nooit meer ziek worden?

Immuniteit kan op verschillende manier tot stand komen: actief of passief en kunstmatig of natuurlijk. Bij vaccinatie krijg je een vaccin met onschadelijk gemaakte ziekteverwekkers ingespoten.

De antigenen uit het vaccin selectedren je afweersysteem; actieve (je afweersysteem wordt geselectederd) kunstmatige (het is ingespoten) immunisatie. Als je besmet wordt door een ziekte en hierna immuun bent, is dit actieve natuurlijke immunisatie. Bij tetanus krijg je een antiserum ingespoten die zelf de tetanusbacteriën onschadelijk maakt. Omdat hierbij het afweersysteem niet wordt geselectederd, heet het kunstmatige passieve immunisatie. Omdat de antistoffen langzaam weer verdwijnen, ben je slecht voor een korte periode immuun. Een ongeboren kind krijgt via de placenta antistoffen die een natuurlijke bescherming bieden; natuurlijke passieve immunisatie.

Monoklonale stoffen bestaan uit identieke antistoffen, gemaakt door een celkloon van hybridoma’s die zijn ontstaan door samensmelting van een B-lymfocyt (informatie) en een kankercel (vermogen groot aantal cellen te maken). Antibiotica remmen de celdeling van bacteriën, maar na het vaak gebruikt te hebben ontstaan resistente bacteriestammen.

Bij een allergie reageert je lichaam onnodig/te heftig op een allergeen. Na het eerste contact met een allergeen reageert je afweersysteem hierop door IgE te produceren. Deze moleculen hechten zich aan receptoren op het membraam van mestcellen (een type witte bloedcellen), waardoor deze cellen er gevoelig voor worden. Bij latere contacten reageren de allergenen met de IgE-moleculen op het membraan van de mestcellen waardoor de mestcellen histamine gaan afgeven. Hierdoor zwellen je slijmvliezen op.

Bij auto-imuunziekten keert het afweersysteem zich tegen de eigen lichaamcellen (vb. Suikerziekte, reuma). Wanneer je afweersysteem niet/te weinig in actie komt is er sprake van immuundeficiëntie (vb. aids).

Lees meer...

Wapens op maat

Antistoffen zijn kleine eiwitmoleculen in het bloed die zich goed aan antigenen (eiwitten op de buitenkant van ziekteverwekkers) kunnen binden. Een antistof is een immunoglobuline, waarbij het vaste deel een vorkstructuur geeft. Per antigeen is er een (hyper)variabel deel, waardop de specificiteit van het afweersysteem op berust. B-lymfocyten produceren antistoffen. Als de immunoglobulinemoleculen van een onrijpe B-lymofyt zich binden aan antigenen van een ziekteverwekker selectedert dit de lymfocyt. Door klonale selectie deelt zo’n lymfocyt eens per 12 uur.

Een deel van deze dochtercellen ontwikkelen zich tot plasmacellen, die antistoffen maken tegen het lichaamsvreemde antigeen. Een ander deel ontwikkelt zich tot geheugencellen, waardoor je immuun wordt.

T-lymfocyten sporen besmette lichaamscellen op. Naast klonale selectie en ontwikkeling tot geheugencellen kunnen ze zich ook aan antigenen van ziekteverwekkers binden met T-cel receptoren; op antistoffen lijkende membraaneiwitten. Deze blijven in het membraan verankert door de manier waarop de cellen bestreden worden. Lichaamscellen laten via MHC-I-eiwitten (transportmoleculen) aan cytotoxische T-lymfocyten zien welke eiwitten ze maken. Door het lichaamsvreemd virusantigeen tussen de eiwitten kunnen ze geïnfecteerde lichaamscellen herkennen, waarna ze zich aan de cel binden en eiwitten afgeven die het celmembraan stuk maken.

Macrofagen brengen delen gefagocyteerde ziekteverwekkers naar hun celmembraan met MHC-II-eiwitten. In de lymfeklieren laten ze deze zien aan T-helper lymfocyten. Deze selectedren na binding aan een lichaamsvreemd antigeen en geven dan cytokinen (signaalstoffen) af. Hiermee zetten ze andere lymfocyten aan tot deling en ontwikkeling.

Lees meer...

Indringers opruimen

Het afweersysteem reageert op lichaamsvreemde stoffen, en bestaat voor een groot deel uit witte bloedcellen. Bloedcellen ontstaan in het rode beenmerg uit stamcellen (bij jonge kinderen in pijpbeenderen, na de pubertijd in platte beenderen). Deze cellen kunnen onbeperkt delen.

Fagocyten ‘eten’ andere cellen op en komen voor in het hele lichaam, terwijl lymfocyten veel voorkomen in de lymfeklieren. Er zijn T-lymfocyten, vernoemd naar de thymus waar de ontwikkeling plaatsvindt van deze cellen, en B-lymfocyten, die ontwikkeld worden in het beenmerg.

De algemene afweer maakt geen onderscheid tussen indringers. De macrofaag (een fagocyt) vouwt zich om de bacterie heen en neemt deze in een blaasje in zich op (fagocytose,een vorm van endocytose). De pus in een wond zijn dode fagocyten (leeftijd: 3 dagen).

Als fagocytose onvoldoende is (bij infectieziekten), selectedert de algemene afweer de specifieke afweer. Deze richt zich op één soort infectieziekte, waarna de bescherming voor lange tijd effectief blijft en je bij herbesmetting niet ziek wordt (immuun).

Lees meer...

Ziekteverwekkers: geen toegang

Op 1 cm² huid zitten miljoenen micro-organismen, die verhinderen dat ziekteverwekkers zich daar kunnen vermeerderen. Schadelijke micro-organismen kunnen echter infectieziekten veroorzaken.

Bacteriën maken je ziek door giftige stoffen te produceren, bij het vermeerden van virussen sterven de gastheercellen en schimmels infecteren vaak de huid of de luchtwegen. De dekweefsels van je huid, longen en darmen proberen deze ziekteverwekkers tegen te houden en vormen de grens tussen je inwendige en uitwendige milieu.

De cellen van de onderste laag van je opperhuid, de kiemlaag, delen zich voortdurend. De opperhuidcellen produceren hoornstof. De hoornlaag bestaat uit dode opperhuidcellen. In de lederhuid zitten zintuigen, bloedvaten, zweetklieren en vetweefsel.

UV-straling beschadigt het DNA in je huidcellen, die vaak gerepareerd worden door de cel zelf, maar als dit niet gebeurt kan er huidkanker ontstaan. Onder invloed van de UV-straling verdikt de bovenlaag van je huid, waardoor het doordringen steeds moeilijker wordt. Melanocyten uit de kiemlaag geven via exocytose pigmentkorrels af aan huidcellen. Door de ophoping van de pigmentkorrels wordt je bruin. Pigment werkt beperkt als UV-filter.

In je luchtwegen en darmen is slijmvlies aanwezig, waarvan het slijm stof opvangt en de bacteriën dood. Trilharen voeren dit slijm naar je keelholte.

Lees meer...

Biotechnologie ter discussie

Ethische vragen spelen een rol als het gaat om biotechnologische technieken. Vragen over veiligheid
en welzijn voor mens, dier en milieu spelen een rol bij de beoordeling van onderzoek en toepassingen van moderne biotechnologische technieken

Lees meer...

Runderen met een menselijk trekje

Transgene organismen (organismen die DNA van een ander organisme in een chromosoom ingebouwd heeft gekregen) ontstaan door de recombinant-DNA-techniek (het overbrengen van een stukje DNA/RNA met gewenste informatie in het DNA van een ander organisme). De recombinanttechniek geeft mogelijkheden om nieuwe/betere producten te maken.

Bij celfusie laten onderzoekers twee gewone cellen samensmelten, waardoor er een nieuwe cel ontstaat met genen van beide cellen. Je kan bijvoorbeeld tumorcellen samensmelten met cellen die antistoffen vormen tegen een bepaalde ziekte, waaruit een kloon van cellen die snel delen ontstaat en dezelfde monoklonale antistof maken.

Aspergillus oryzae is een schimmel die met behulp van recombinant-DNA-techniek lactoferrine maakt.

Lees meer...

Runderen uit glas

Door superovulatie kan er bij een koe meerdere eicellen tegelijk rijpen. Door middel van kunstmatige inseminatie (KI; het inbrengen van sperma met een buisje in de baarmoeder) wordt de koe zwanger gemaakt, waardoor uit alle eicellen embryo’s ontstaan. Deze embryo’s worden door een dierenarts in de baarmoeder van draagkoeien gebracht. Dit heet embryotransplantatie (ET).

Klonen ontstaan door ongeslachtelijke voortplanting uit één voorouder. Bacteriën, schimmels en gisten kloneren gemakkelijk door celdeling. Bij planten wordt gekloneerd door behulp van stekjes of weefselkweek. Onderzoekers kunnen een embryo van een dier in meerdere delen splitsen door embryosplitsing. Als de kern van een cel wordt overgebracht in een lege eicel heet dit kerntransplantatie.

Lees meer...

Mientje en Adelheid

Een dihybride kruising is een combinatie van twee monohybride kruisingen. Er wordt tijdens de kruising op twee genen tegelijk gelet. De kans op een bepaald type nakomeling kan je aflezen in een kruisingsschema. Als er nieuwe combinaties ontstaan, heet dit recombinatie. Dit is alleen mogelijk als de genen op verschillende chromosomen liggen; uit twee genen die gekoppeld op hetzelfde chromosoom liggen ontstaat geen nieuwe combinatie. De kans op een bepaald geno- of fenotype onder de nakomelingen kun je ook berekenen door het product te nemen van de kansen op de uitkomsten van elke afzonderlijke monohybride kruising;

AaBb x AaBb

Aa x Aa = AA (1/4), Aa (2/4), aa (1/4)

Bb x Bb = BB (1/4), Bb (2/4), bb (1/4)


Kans op nakomeling AABb = 1/4 + 2/4 = 2/16 Kruisingen tussen verwante dieren/mensen leiden tot inteelt. De kans dat in de nakomelingen eigenschappen te voorschijn komen die horen bij recessieve allelen is groter dan bij kruisingen tussen niet verwante individuen.

Lees meer...

Melk, melk en nog eens melk

Wanneer fokken als doel heeft een ras te verbeteren, is er sprake van veredelen. De mens selecteert
steeds de beste ouderdieren. Een goede combinatie van erfelijke eigenschappen komt pas optimaal
tot uiting onder gunstige omstandigheden (genotype en milieu moeten erg gunstig zijn).

Lees meer...

Als genen afwijken

Om te kijken of een kind een ziekte kan erven kan een erfelijkheidsonderzoek gedaan worden. Voor een gentest zijn dan cellen van het embryo nodig om het DNA te onderzoeken. Dit heet prenatale diagnostiek en kan door een vlokkentest (bij 10 weken) en een vruchtwaterpunctie (bij 16 weken), maar dan is er een kans van 2 % op een miskraam, en door een navelstrengpunctie (rond 19 weken). Ook kunnen er embryonale cellen uit het bloed van de moeder worden verzameld (in week 8).

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen