Echtheid
- Gepubliceerd in Psychologie
- Reageer als eerste!
therapeut moet met cliënt congruent kunnen functioneren.
therapeut moet met cliënt congruent kunnen functioneren.
tussen bewuste beleving (zijn ik of zelfbeeld) en datgene wat zich aan wezenlijke ervaringen buiten het bewustzijn afspeelt (de ervaring) Verschil tussen gesubcipieerde (onder invloed buitenwereld onderdrukte ervaringen) en bewuste beleving (= incongruentie) veroorzaakt spanning en onrust in de persoon.
Incongruentie: zijn en doen op manier die niet bij zijn echte, persoonlijke ervaring past.
Incongruentie is de kern van psychopathologie:
Fully-functioning person wanneer zelfbeeld en zelfideaal samenvallen.
Als mensen bewust of via subceptie grotere incongruentie beleven, is er ook grotere afstand tussen zelfbeeld en zelfideaal en kans op meer psychische problemen.
Rogers opvattingen:
Zolang men er in slaagt zeer bedreigende ervaringen buiten bewuste beleving te houden, kan men zeker evenwicht handhaven. Soms echter lukt dit niet meer gevolg is desintegratie van beleving en het ik (beeld dat men van zichzelf had klopt niet meer leidt tot verwarring en vreemd gedrag) Psychotische stoornissen zijn (volgens Rogers) het gevolg van incongruentie tussen zelfbeeld en de ervaring.
Onderbewust waarnemen
diepste gevoelens, datgene wat men werkelijk voelt.
Ervaringen die niet overeenstemmen met maatstaven buitenwereld durft individu niet als deel van zichzelf te erkennen. Deze blijven echter onder de oppervlakte - buiten bewustzijn – aanwezig =
theorie en (cliëntgerichte therapie) therapeutische methode:
(1) Bracht tot uitdrukking dat in therapie cliënt, als uniek individu, me zijn denken en voelen centraal dient te staan. Niet taak therapeut vast te stellen wat cliënt mankeert en wat daaraan te doen. Cliënt dient zelf, vanuit zijn vermogen tot positieve ontwikkeling en ontplooiing aan te geven hoe en waar verbeteringen kunnen plaatsvinden. Niet patiënten maar cliënten om volwaardige en niet-zieke van mensen, die met probleem worstelen aan te geven. (2) Veel moeite getroost om hoofdpunten uit zijn theorie en therapie praktisch uit te werken, te beschrijven en toepasbaar te maken op allerlei menselijke relaties. Invloed op behandeling psychische problemen en opvoeding en onderwijs.
Na voltooiing studie psychologie werkte Rogers als hoogleraar en > 10 jaar bij instituut voor hulpverlening aan kinderen, hij leerde veel over therapeutische behandeling vanuit freudiaans gezichtspunt. Hij ontwikkelde zijn theorie op basis van zijn ervaringen in de therapeutische praktijk.
In opvatting Rogers over ontwikkeling van individu staan 4 uitgangspunten centraal:
Samengevat: Men is geneigd zijn in aanleg aanwezige mogelijkheden te realiseren, leeft in subjectieve realiteit en in zijn ontwikkeling laten leiden door persoonlijk waarderings-proces. Van belang is daarbij een samenhangend zelfbeeld te ontwikkelen.
Voorwaardelijke positieve waardering, als er voorwaarden/ beperkingen worden gesteld, Benadrukt is dat onvoorwaardelijke positieve waardering door belangrijke anderen essentieel is voor ontplooiing persoon (hierdoor ook positieve zelfwaardering)
zelf in belangrijke mate kiest/beslist over activiteiten (voortkomend uit eigen zingeving leven, existentialisme leven op zich niet zinvol, geen algemeen doel, krijgt pas zin als persoon iets kiest/wil bereiken)
mensen in staat over eigen functioneren na te denken en een oordeel over te vormen. Deze zelfreflectie is belangrijke informatiebron.
ontwikkeling en eventuele blokkades en niet stabi-liteit persoonskenmerken. Onderscheid essentie (het stabiele, zoals eigenschappen en gewoonten. (Zijn Being)) en existentie (bestaan als continu proces van ontwikkeling en verandering, mens als groeiend wezen. (Worden, Becoming)). Geestelijke gezondheid (openstaan voor ontwikkelingen) tegenover verstarrende stabiliteit.
en niet apart te onderscheiden aspecten, zoals leren of waarnemen. Theorieën toekomstgericht waarbij zelfverwerkelijking grote rol speelt.
en wat er in omgaat aan gevoelens en gedachten (persoon wordt van object meer subject). Sterk gericht op individuele belevingswereld persoon. Persoonlijke ontmoeting en relatie met client behandeld als medemens die verantwoordelijk is voor zijn leven
en zal zich onder normale omstandigheden vanzelf ontwikkelen tot een sociaal voelend en handelend individu
Psychoanalytische benadering:
Behaviorisme:
In beide stromingen afstandelijke wijze bestuderen mens als object. Humanistische benadering is individuele subject benadering.
van denken psychotici (wanen en abnormale interpretatie hallucinaties) lijken op theorie neurotische problematiek:
2 typen theorieën psychotische stoornissen te onderscheiden:
Onderzoek naar inhoud schema’s en samenhangende informatieverwerkingsprocessen
Cognitieve therapie behandelingsvorm gebaseerd op idee dat psychopathologie voortkomt uit wijze waarop men informatie selecteert en verder verwerkt.
Therapie, manier informatieselectie en interpretatie bewust te laten worden, en deze beïnvloeden door kritische reflectie en toetsing aan empirische werkelijkheid. Met als doel verandering op niveau van schema’s.
Cognitieve therapie, vaak succesvol gecombineerd met (cognitieve) gedragstherapie. 3 factoren die hebben bijgedragen aan integratie:
Kritiek cognitieve paradigma (voorbeeld/model):
ATD Acute Tryptofaan Depletie (zorgt voor verminderde aanmaak en afgifte serontonine)
- Sombere stemming vooral bij diegene waar depressie in familie voorkomt
- Verminderde werking lange termijngeheugen (remmende invloed temporele gebieden voornamelijk hippocampus= opslag nieuwe info in LTG)
- Aandachtstaken verbeteren. Stimulerende werking frontaal-corticale gebieden
Serotine (biologische factor) heeft dus invloed op cognitieve functies. Aan depressie gerelateerde cognitieve disfuncties verdwijnen door antidepressiva (beïnvloeden serotine)
Nadruk steeds meer verschoven van bewuste cognities naar automatische onbewuste informatieverwerking.
Verklaart aandachtstekorten en voorkeur eenvoudige hooggestructureerde omgeving: