Menu

Reguleren van commodity chain

  • Wettelijke regelingen
  • Boycott
  • Campaigns (bottom-up processen zoals campagnes om bijv. tegen de wibra voor betere werkomstandigheden)
  • Benchmarks/Standards/Certificatie

Hoorcollege 5. 24-2-2014. Technologische verandering. Transnationale corporaties (TNC).

Doelen:

  • Begrijpen van relatie lange golven en technologische verandering.
  • Verkrijgen van inzicht in relatie technologie en economische activiteiten.
  • Begrijpen waarom nabijheid nog steeds belangrijk is.
  • Begrijpen van belang 'relationele' nabijheid.

Technologische verandering.

  • Introductie van ICT heeft niet geleid tot death of distance en ook niet end of geography. Steden , plaatsen en fysieke nabijheid doen er nog steeds toe: Silicon Valley, Wall Street, mode in Parijs, popmuziek Manchester.
  • Technologische verandering: open sociaal proces, niet deterministisch ("enabling": afhankelijk van context)
  • "Space-shrinking technologies", allerlei vormen van technologie die de ruimte kleiner lijken te maken. VS. "Product/process technologies"
  • Typen onderscheiden naar omvang impact:

a. incrementele innovaties (verbetering van bestaand product)
b. Radicale innovaties (grote impact, bv. gewone televisie naar een flatscreen)
c. technologische systeem innovaties (zou geschrapt kunnen worden)
d. nieuw technologisch paradigma (wel belangrijk, heel nieuw soort manier van produceren met nieuwe producten, zo'n grote impact dat ze op bijna alle domeinen van het sociaal-economische leven doorwerken. VB: digitale technologie, elektriciteit, stoommachine, allen een paradigmatische breuk.

  • Verandering in technologische paradigma's gekoppeld aan lange of Kondratieff (keek naar economische activiteiten en zag daarin regelmaten van op veel langere tijdsbasis) golven. Die golven zijn gekoppeld aan paradigmatische breuk. Wat is de oorzaak?
Lees meer...

Dimensies van commodity chains

Ruimtelijke dimensie. Hoe ziet het ruimtelijke patroon eruit? Geconcentreerde of verspreid? Graad van complexiteit. Flexibiliteit/mate van substitueerbaarheid: als er een productiefaciliteit wegvalt, dan kan het bedrijf toch door produceren.

Governance van de commodity chain: wie is de 'primary driver', wie heeft de regie? Product-driven chains: grote TNCs controleren keten; vooral in kapitaal- en technologieintensieve sectoren. Buyer-driven chains: grote retailers (Walmart, Ahold) en brand-name producenten (nike, Hilfiger) controleren keten; vooral in arbeidsintensieve en low-tech sectoren.

Institutionele context. Regulering/inbedding van ketens. Verschillende schaalniveaus: lokaal, nationaal, supranationaal. Formeel/informeel

Lees meer...

De geografie van waardeketens

Doelen:
- Verkrijgen van inzicht in commodity chains, offshoring en outsourcing.
- Structuur en geografie van commodity chains leren begrijpen.

Global commodity chains:
- Bundel van sociale en geografische relaties.
- Belangrijk bouwblok van mondiale economie.
- Drijfveren: kostenvoordelen (lonen, milieu), maar ook specialistische kennis.

Commodity chain: (veel) meer dan alleen maar 'tastbare' inputs, ook allerlei diensten (financiering, design, verzekeringen, marketing etc.)

- Patroon ook complexer dan simpele keten: Global Production Network.

Commodity chain: opeenvolgende fasen in het productieproces van winnen van grondstoffen via transformatie tot eindproducten tot distributie aan eindgebruikers (consumenten): het pad dat een product aflegt van producenten tot consumenten (en daarna).

Lees meer...

De Kredietcrisis

1.Opkomst Global Finance.
- Deregulering. Banken hoefden zich aan minder regels te houden.
- Spaaroverschot. Van landen met veel geld zoals China (exportoverschot), olielanden.
- Opkomst van andere financiële instituties (hedge funds, fund management companies)
- Schaalvergroting van banken. Banken worden groter.
- Functieverschuiving: van handels- en leenbank naar "investment bank". Banken gaan zelf
investeren.

2. Securitization
- Banken gaan over tot securitization: onderdeel van financialization. Zie dia.
Voordelen bank van CMOs/CDOs:
- Balansverkorting: minder schuld, geringere eigen vermogensbuffer.
- Verbeteren van liquiditeitspositie (toekomstige geldstromen direct te gelde gemaakt)
- Groot aanbod van spaargeld (savings glut).
- Spreiding risico.

3. Proces van securitization nader bekeken.
- Koper van huis krijgt hypotheek van bank.
- Bank zet aantal hypotheken van wisselende kwaliteit bij elkaar in CDO/MBO: securitization.
- CDO/MBO wordt door verkocht, al dan niet verder versneden, via financiële markten, aan weer
andere financiële instellingen: hedge funds, pensioenfondsen, andere banken.

- Interdependentieketens langer en mondiaal en minder transparant.

4. Wat ging er fout?
- Sub-prime mortages: lenen aan niet-solvabele huizenkopers: banken als pushers. Konden
huizenkopers het niet terugbetalen verkocht ze gewoon de huizen door stijgende huizenprijzen.
- Crediet bubble: consumenten zijn steeds meer gaan lenen.
- Prikkelstructuur in financiële sector gericht op korte termijn winsten (bonussen).
- Casino gedrag: gokken inherent aan financiële systeem.
- Herd behavior: denken dat huizenprijzen alleen maar omhoog kunnen. Rating Agencies hebben
onderschat hoe slecht de hypotheken waren.
- Intransparantie: volstrekt onduidelijk hoe groot risico is en waar het zit.
- Systeem geen risico spreiding, maar juist systemic risk dat vrijwel complete global finance getroffen
heeft: bijna alle banken hadden direct of indirect wel besmette.... zie dia

5. De kredietcrisis.
- Sub-prime mortgages: aflossingen worden niet meer betaald.
- Huizenprijzen gingen dalen: onderpand minder waard.
- CDOs en MBOs dalen in waarde.
- Financiële instellingen zien plotseling eigen vermogen dalen (leverage werkt andere kant uit: meer
leningen intrekken).
- Grote onzekerheid over kredietwaardigheid van financiële.... ZIE DIA

6. Nasleep kredietcrisis.
- Overheden moeten banken redden en massaal geld in systeem pompen.
- Afname kredietverstrekking.
- Eurocrisis.
- Vertrouwen in global finance ondermijnd.

Global Cities: Concentratie van top-level financiële functies in paar steden: "commanding heigths of capitalism" of "global cities": Londen, New York, Tokyo, Hong Kong. Aanwezigheid hoofdkantoren multinationals. Arbeidspool van hoogopgeleide specialisten. Gerelateerde bedrijvigheid: advocatenkantoren, consultancies. Kennisuitwisseling via Face-to-Face contacten. Waarom is F2F in sommige gebieden beter dan bijv. skype, mail? Betere inschatting van betrouwbaarheid, makkelijker om iemand op de punt van de tong te proeven, directe uitwisseling, rijkere communicatie. Culturele en consumentenvoorzieningen. Transport- en communicatieinfrastructuur.

Lees meer...

Collateralized debt/mortgage obligations

Zogeheten asset-backed security. Concreet onderpand, bijvoorbeeld een huis. Gebundelde schuldpakketen die aan verschillende investeerders kunnen worden verkocht die daar dan rente op kunnen trekken. "the engine that powered the mortgage supply chain", cruciaal element. Risico niet duidelijk, gebrek aan transparantie. Warren Buffet (professionele beleggers): "financial weapons of mass destruction, carrying dangers that, while now latent, are potentially lethal".

Raghuram Rajan: geen reductie van risico, maar juist verspreiding van risico en onzekerheid door hele financiële systeem.

Rating agencies (dat zijn instellingen, commerciele bureaus, die bepalen of een land of een bank wel voldoende credietwaardig is, hoogste waardering is AAA, allerlei gradaties): verkeerde beoordeling van risico.

Lees meer...

Securitisation

(proces) Omzetten van contractuele schulden (zoals hypotheken voor woningen, bedrijfspanden, leningen voor auto's, creditcard schulden etc.) in verhandelbare financiële begrippen.... zie dia.

Lees meer...

Security

Financieel instrument dat verhandeld kan worden waarvan de waarde door de markt bepaald wordt (vb. aandelen en obligaties). Men commodificeerd allerlei contractuele verplichtingen. Cruciale component van financialization.

Lees meer...

Arbeid kleeft aan plaats vast

1. Grenzen aan forensen (gemiddeld 2 keer 30 minuten reistijd). Maar: tijd loopt op met inkomen en tweede huis in combinatie met pied-à-terre in de stad.

2. Reproductie van arbeid is lokaal gekoppeld aan alledagse instituties als familie, scholen enz.

3. Gehechtheid aan plaats. Internalisering van identiteit plaats: Ajax, de Melkweg, cafés, clubs, grachten.

4. Productie meestal gelokaliseerd op vaste plek (gaat steeds minder op dankzij ICT: vb. oDesk--> bedrijf waarbij men scripties en onderzoeken kan kopen die geleverd worden door mensen van de hele wereld).

5. Regulering van arbeid altijd lokaal. Kapitaal in principe mobieler dan arbeid, maar:

  • Sociale verschillen in relatie kapitaal-arbeid, deel arbeid zeer mobiel (bv. topvoetballers, maar ook aspergeplukkers).
  • Geografische verschillen in relatie kapitaal-arbeid: landschap van productie gedifferentieerd. Positie arbeid en ook wijze van reporductie van arbeid afhankelijk van breder institutioneel kader. Kader (nog steeds) grotendeels nationaal. Significante verschillen in institutionele kaders tussen landen. Verschillen structureel, interlocking en padafhankelijk.

Typologie David Soskice:

1. LMEs: Liberal Market Economies. (voorbeeld VS)
2. CMEs: Co-ordinated Market Economies (Duitsland; Nederland)

LMEs: Financieel systeem met nadruk op korte termijn, maar wel hoge risico's mogelijk.
CMEs: Financieel systeem gericht op lange termijn financiering.

LMEs : Arbeidsverhoudingen: gedereguleerde arbeidsmarkt; zwakke vakbonden, sterke controle door topmanagement.
CMEs: Gereguleerde arbeidsmarkt, vakbonden belangrijke rol, consultatie binnen ondernemingen en tussen ondernemingen.

LMEs: Onderwijssysteem: gericht op algemeen onderricht.
CMEs: Onderwijssysteem: gericht op voortgezet (hoger) beroepsonderwijs vaak in samenwerking met bedrijfsleven.

1. LMEs: Vorm van concurrentie: scherpe concurrentie; geen samenwerking tussen bedrijven ("arm's length"). Kartelvorming wordt zwaar op gelet.

2.CMEs: Vorm van concurrentie: samenwerking mogelijk tussen bedrijven op gebied van onderwijs, standaards, productontwikkeling e.d.

1. Aard van innovatie. Grotere kans op radicale innovaties: Google, Facebook, Apple.
2. Aard van innovatie. Grotere kans op incrementele innovaties (Mercedes, BMW). Veel meer
bestendig en taaier. Nieuwe bedrijven veel minder in Duitsland.

1. Aard producten. "Nieuw" staat voorop, weinig oog voor kwaliteit.
2. Aard producten. Kwaliteit staat voorop, complexe producten.

Hoorcollege 4. 10-2-2014. De geografie van Global Finance. De geografie van waardeketens.

Doelen:
- Kennen van enkele kernbegrippen van global finance.
- Begrijpen van relatie met neoliberalisme.
- Begrijpen van ontstaan kredietcrisis.
- Begrijpen van geografie van global finance.

Financialization: "refers to the increasing importance of financial markets, financial, motives,
financial institutions, and financial elites in the operation of the economy and its governing
institutions, both at the national and international levels" (Epstein, 2001). Kijk voor andere definitie
van wikipedia en Grete Krippner op de dia's.

Hoorcollege 5. 17-2-2014. De geografie van Global Finance. De geografie van waardeketens.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen