geldkringloop
- Gepubliceerd in Economie
- Reageer als eerste!
Een schematische weergave van de geldstromen in een land.
Een schematische weergave van de geldstromen in een land.
Som van alle investeringen in kapitaalgoederen. De bruto investeringen zijn gelijk aan de uitbreidingsinvesteringen plus de investeringen in voorraden plus de vervangingsinvesteringen.
De toegevoegde waarde van alle bedrijven en de overheid bij elkaar opgeteld.
De bedragen die elk jaar opzij worden gezet om versleten vaste kapitaalgoederen op het einde van de levensduur te kunnen vervangen door nieuwe kapitaalgoederen. De afschrijvingen zijn gelijk aan de vervangingsinvesteringen.
Werk waarvan de inkomsten verzwegen worden voor de belasting- en premieheffing.
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
De waarde die de producent heeft toegevoegd aan ingekochte producten. Toegevoegde waarde = productiewaarde = omzet – inkoopwaarde grondstoffen en hulpstoffen = loon + huur + pacht + rente + winst.
Het inkomen na herverdeling door de overheid. Te berekenen met: primair inkomen – ingehouden belastingen en sociale premies + uitkeringen en subsidies/toeslagen.
De hoeveelheid goederen die je met je inkomen kunt kopen.
zie toegevoegde waarde.
Het inkomen dat verdiend wordt in het productieproces. Voorbeelden: loon, rente, huur, pacht en winst.
Maatstaf voor inflatie. Het PIC geeft aan hoeveel procent de kosten van levensonderhoud in een jaar hoger zijn dan in het basisjaar.
Deel van het binnenlands inkomen dat naar de overige productiefactoren (kapitaal en ondernemerschap) gaat.
Dat deel van het inkomen dat mensen krijgen zonder deelname aan het productieproces. Het bestaat uit de uitkeringen en subsidies/toeslagen.