constante kosten
- Gepubliceerd in Economie
- Reageer als eerste!
Kosten die niet veranderen als de omvang van de productie/afzet verandert.
Kosten die niet veranderen als de omvang van de productie/afzet verandert.
Het punt waar de lijn van de totale opbrengst de lijn van de totale kosten snijdt.
De omzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten.
De afzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten: er wordt geen winst gemaakt.
De waardevermindering van duurzame productiemiddelen (meestal per jaar gerekend).
Stijging van de wisselkoers (appreciatie) betekent dat de import goedkoper wordt. Als de lagere importprijzen doorberekend worden in de binnenlandse prijzen zal de inflatie laag blijven. De export zal bij een stijging van de wisselkoers afnemen. Hierdoor daalt de bezettingsgraad en ook de kans op inflatie.
Een hoge inflatie in de eurozone verslechtert de internationale concurrentiepositie. Hierdoor daalt de export en daarmee de vraag naar euro’s op de valutamarkt. Gevolg is dat de wisselkoers daalt. Omgekeerd leidt een lage inflatie tot een sterke internationale concurrentiepositie met veel export en veel vraag naar euro’s op de valutamarkt. Hierdoor stijgt de wisselkoers van de euro.
De rentestand gebruiken om de bestedingen te beïnvloeden.
Het laag houden van de inflatie.
De prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt
Het geheel van vraag naar en aanbod van buitenlandse munten.
verschil tussen de inkomsten en de uitgaven op de betalingsbalans (lopende rekening en kapitaalrekening samen).
Onderdeel van de betalingsbalans waarop de vermogenstransacties met het buitenland staan geregistreerd zoals leningen, beleggingen en investeringen.
Daling van de koers van een valuta doordat op de valutamarkt het aanbod van de valuta groter is dan de vraag ernaar.