Het zit ‘m in het bloed
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Reageer als eerste!
Hemoglobine zit in rode bloedcellen. Sikkelcelanemie is het gevolg van puntmutatie in het gen dat codeert voor het eiwit hemoglobine. Hierdoor is ergens in het hemoglobinemolecuul het aminozuur glutamine vervangen door valine. De ronde bloedcellen veranderen dan in stijve, sikkelvormige cellen die vast komen te zitten in kleine haarvaten en de bloedstroom blokkeren. Elk hemoglobinemolecuul bestaat uit het eiwit globine met vier heemgroepen. Het ijzer in het centrum van elke heemgroep kan 1 zuurstofmolecuul binden.
Stamcellen in je rode beenmerg produceren rode bloedcellen, witte bloedcellen (spelen een rol bij afweer) en bloedplaatjes (spelen een rol bij bloedstolling). In bloedplasma zitten opgeloste stoffen als zouten, plasma-eiwitten (binden en transporteren andere stoffen en spelen een rol bij het handhaven van de colloïd osmotische waarde, of functioneren als antistoffen) , voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen en gassen.
EPO regelt het aantal rode bloedcellen dat je produceert. Bij gebrek een EPO of ijzer ontstaat bloedarmoede.
Bij de reparatie van een beschadigd bloedvat hechten bloedplaatjes aan de beschadigde binnenbekleding van de bloedvaatwand. De bloedplaatjes worden plakkerig en geven stoffen aan het bloedplasma af waardoor de spieren in de wand samentrekken. Een plaatjesprop voorkomt bloedverlies. Het enzym tromboplastine komt vrij uit het beschadigde weefsels, wat een reeks achter elkaar geschakelde reacties in gang zet. Het eindproduct is trombine, wat het oplosbare fibrinogeen omzet in fibrine. De fibrinemoleculen hechten aaneen en vormen een dradennetwerk, waarin bloedcellen en bloedplaatjes gevangen raken. De bloedplaatjes trekken snel samen en persen vocht uit het netwerk, waardoor een dicht en sterk stolsel ontstaat (korst).