Menu

Conformisme

= Kameleoneffect: neiging om andere mensen te imiteren, zodat men in uiteenlopende sociale omgevingen niet zo opvalt.

Is dit zo sterk dat we ook foute handelingen van anderen overnemen?

Onderzocht ahv Asch-experiment(= vorm van conformisme waarbij een groepsmeerderheid het oordeel van een individu beïnvloedt)

Lees meer...

Schema’s en scripts

Schema’s : Georganiseerde verzamelingen van kennis over een bepaald onderwerp ( persoon, gebeurtenis, ..), die van invloed zijn op de verwachtingen die je van dit onderwerp of gebeurtenis hebt.

Zij laten ons toe om voorspellingen te maken over wat verwacht wordt in uiteenlopende sociale settings.

Storend wanneer schema’s niet gevolgd worden

Vb. als in een restaurant men eerst dessert brengt, dan hoofdgerecht en dan soep Script: Wanneer er ook handelingsvoorschriften in vervat zitten.

Lees meer...

Schema’s en scripts

Schema’s : Georganiseerde verzamelingen van kennis over een bepaald onderwerp ( persoon, gebeurtenis, ..), die van invloed zijn op de verwachtingen die je van dit onderwerp of gebeurtenis hebt.

Zij laten ons toe om voorspellingen te maken over wat verwacht wordt in uiteenlopende sociale settings.

Storend wanneer schema’s niet gevolgd worden

Vb. als in een restaurant men eerst dessert brengt, dan hoofdgerecht en dan soep Script: Wanneer er ook handelingsvoorschriften in vervat zitten.

Lees meer...

Sociale rollen en sociale normen

Gedrag aanpassen aan situatie. Door 2 factoren bepaald:

- Sociale rol: sociaal gedefinieerd geragspatroon dat mensen in een bepaalde situatie of groep behoren te vertonen.

Bestaat in verschillende soorten en maten

Vertellen hoe je je moet gedragen(kan geslacht, beroep zijn..)

Levensomstandigheden bepalen welke rollen je kan kiezen en welke rollen anderen van je verwachten.

Keuze van rol verkleint keuze van andere rol(student verkleint keuze dat je dakloos bent)

- Sociale norm: attitudes en gedragingen die een groep passend vindt voor zijn leden vb.stil zijn in bibliotheek zijn vaak ook ongeschreven(vb; als docent praat moet iedereen zwijgen)

Als iemand zich bij nieuwe groep aansluit -> aanpassingsperiode waarbij betrokkene probeert te ontdekken hoe hij zich moet aanpassen. Doet men ahv 2 middelen:

o Uniformiteit en frequentie ontdekken van bepaalde regels

o Negatieve consequenties van het overtreden van een sociale norm opmerken

Lees meer...

Hoe beïnvloedt de sociale situatie ons gedrag?

Als we in nieuwe/onbekende situatie zijn-> gedrag aanpassen op de cues van wat ‘juiste’ handeling is. Passen gedrag aan naar wat we veronderstellen dat gepast is

-> Situationisme genoemd: Veronderstelt dat ons gedrag (gedachten, gevoelens) evenzeer of zelfs meer bepaald wordt door omgevings- factoren dan door persoonlijkheids- kenmerken.

Tegenovergesteld van dispositionalisme: wijst gedrag toe aan interne factoren zoals genen, persoonlijkheidstrekken en karakter

Maar is niet of-of -> interactie tussen dispositionalisme en situationisme. Vullen elkaar aan

Lees meer...

Obsessieve – compulsieve stoornis (OCS; dwangstoornis)

Kenmerken en voorkomen
OCS: terugkerende dwanghandelingen en –gedachten staan centraal.

  • diagnose: klachten moeten een ernstige inbreuk maken op het functioneren vd patiënt

Dwanggedachten (obsessies) = steeds terugkerende, aanhoudende ideeën, gedachten, beelden of impulsen die veel spanning geven

  • gedachten worden als zinloos ervaren
  • ondernemen van pogingen om de gedachten te negeren of te neutraliseren (dwanghandelingen)

Dwanghandelingen (compulsies) = herhaalde overte handelingen of coverte mentale activiteiten, die
volgens bepaalde regels op een stereotiepe wijze worden verricht

-> worden uitgevoerd om spanning te neutraliseren of te voorkomen
(bedreigingen kunnen natuurlijk nt werkelijk voorkomen worden)

Opm: naast angst, spanning en paniekgevoelens rapporteren patiënten met OCS vaak depressieve klachten, problemen rond werk en huishouden en relationele problemen

Dwanghandelingen gaan steeds samen met dwanggedachten. Dwanggedachten kunnen voorkomen zonder dwanghandelingen.

Dwang kan angst opwekken, paniek, een anticipatie-angst kan ontstaan en ook vermijdingsgedrag.
=> Heel vaak worden er verschillende vragen gesteld of worden anderen betrokken in hun dwang.

Life – time prevalentie van OCS : 1.9 tot 3%

Incidentie: 1.6 %

Gem. Ontstaansleeftijd: 20 jaar

Diagnostische criteria

1) Aanwezigheid van obsessies of dwanhandelingen

2) De patiënt beschouwt de dwangverschijnselen op een bepaald moment als onzinnig of excessief

3) De klachten veroorzaken veel spanning. Ze kosten de patiënt meer dan een uur per dag, of
verstoren in ernstige mate het dagelijks functioneren

4) Indien er een andere as I-stoornis aanwezig is, beperkt de inhoud van de dwangverschijnselen zich
niet tot die diagnose (bv. preoccupaties met eten bij een eetstoornis)

5) De klachten zijn geen direct gevolg van drugs of medicatie en geen gevolg van een lichamelijke aandoening

Lees meer...

Enkelvoudige fobie

Kenmerken en voorkomen
In theorie kan men voor elk object of situatie een fobie ontwikkelen.

In de praktijk meest voorkomend: angst voor dieren, angst voor afgesloten ruimte (claustrofobie), angst voor hoogten (acrofobie), angst voor onweer, angst voor bloed en/of medische behandelingen
=> Bij confrontatie met de trigger: verhoogde lichamelijke arousal (bv. Snellere hartslag)

Opm: Enkel bij belemmering van functioneren wordt er hulp gevraagd

Gem. Ontstaansleeftijd voor
- dierfobie en bloedfobie: 8 jaar
- Tandartsfobie: 12 jaar
- Claustrofobie : 20 jaar

Diagnostische criteria
1) Een aanhoudende en irrationele angst voor een bepaald object of voor een bepaalde situatie
2) Wnr de betrokkene wordt blootgesteld aan een gevreesde situatie, volgt meestal een angstreactie,
soms in vorm van een situatiegebonden paniekaanval
3) het object of de situatie wordt vermeden; als dat niet mogelijk is, ontstaat er een intense angst
4) De persoon erkent dat zijn angst feitelijk ongegrond is
5) De angst of het vermijdingsgedrag is zo ernstig dat het interfereert met de dagelijkse bezigheden
of sociale relaties of betrokkene lijdt ernstig onder de angst
6) De angst en vermijding kunnen niet beter verklaard worden door een andere angststoornis

Differentiële diagnose
- Indien in het kader van andere angststoornissen kunnen we niet spreken van een enkelvoudige fobie
- Specifieke fobie voor sociale situaties = sociale fobie

Wetenschappelijke inzichten


- Meestal ontstaan door klassieke conditionering, dus een fobie die ontstaat door een traumatische
ervaring (volgens de tweefactorentheorie van Mowrers)
- Andere factoren: modelling en informatie – overdracht
- Weinig evidentie voor erfelijke bepaaldheid

Behandeling
Gedragstherapie met exposure (meer info hierover: H10)

Prognose

Lees meer...

Risicofactoren

*Persoon
- Negatief zelfbeeld
- Faalangst
- Perfectionisme

*Omgeving
- Relationele spanningen
- Gebrek aan individualisering

Belang van secundaire preventie:
=> bekendheid en herkenning van eetstoornissen door ouders, leerkrachten en hulpverleners

Lees meer...

Prognose

*Anorexia Nervosa

- Duur: 6 maanden tot 10-tallen jaren
40-50 % ‘geneest’
30 % verbetert, maar herstelt niet volledig
20% herstelt niet
- Gunstigere prognose
Jongere leeftijd
Kortere duur
‘Vasters’

*Boulimia Nervosa

- Vaak recidiverend
- Slechtere prognose bij co-morbiditeit: alcoholmisbruik, pers. st.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen