Menu

Toepassing van het TOPOI-model

Voorbeeld: hand schudden

Lisa, HR-manager, heeft een afspraak met een kandidaat voor een assessment. Bij aankomst gaf ze deze man een hand. De man trok zijn hand meteen terug. De man bleek streng islamitisch te zijn en mocht geen vrouw aanraken behalve de vrouwen uit zijn meest naaste familie. Dit had Lisa wel ergens gelezen maar zij had hierbij niet stilgestaan toen ze het gesprek aanging. Ze vond het stom van zichzelf dat zij hier geen rekening mee gehouden had en bood daardoor haar excuses aan de man aan. Hij reageerde hier goed op en voor hem was het voorval ook gelijk vergeven en vergeten. Voor Lisa was dit echter niet het geval. Iedere keer als er een islamitische kandidaat kwam, raakte zij onzeker en gaf hen voor de zekerheid maar geen hand. Wanneer er westerse kandidaten binnen kwamen, deed zij dit echter wel. Dit leverde vreemde situaties op wanneer er tegelijkertijd meerdere kandidaten voor een assessmentproef kwamen. De een gaf zij een hand, andere niet. Lisa had steeds het gevoel dat zij op deze manier aan het discrimineren was (wat ze overigens heel erg vond) maar wist ook niet hoe zij dit probleem op kon lossen.

Analysekader TOPOI-model:

  • Taal: Het misverstand ligt op het gebied van de non-verbale taal. De twee partijen hebben een verschillende manier van begroeten. Er zijn erg veel begroetingswijzen; een hand geven, een knikje, een zoen enz.
  • Alle manieren zijn respectvol bedoeld. Lisa kan zich afgewezen voelen doordat de man zijn hand terugtrok toen zij hem vriendelijk wilde begroeten.
  • Personen: Een ander misverstand ligt op het gebied van de personen. Lisa is erg bang dat ze op deze manier discriminerend overkomt. Ook vindt ze het heel vervelend dat ze vooraf niet had nagedacht over het feit dat deze man streng gelovig was en geen hand aan haar wilde geven. Ze vond dit stom van zichzelf en bood daarom haar excuses aan.
  • Na dit voorval is ze erg voorzichtig met het geven van het hand bij buitenlandse mensen. Dit zorgt er weer voor dat ze bang is dat ze discrimineert door de een wel een hand te geven en de ander niet. Deze gedachten leiden tot zelfverwijt.


Interventiekader TOPOI-model

  • Lisa kan inzicht krijgen in de verschillende manieren van begroeten. Zij kan vragen naar de omgangsregels van de ander. Wat vindt de ander fijn en wat niet? Het gesprek moet dus erg open gehouden worden.
  • Bij collega’s kan zij navragen hoe zij met dit soort situaties omgaan. Dit kan zorgen voor steun en eventueel een oplossing van het probleem.
  • Essentie is dat er verschillende manieren van begroeten zijn. Het is van belang dat Lisa voorbereid is op dergelijke mogelijke verschillen en niet gefocust is op één manier van doen.
  • Vaak ben je zo op het handen geven gericht, dat je niet ziet dat de ander op een andere manier groet. Vb. een knikje, een glimlach, een buiging, een hand op het hart.


Door voorbereid te zijn op mogelijke verschillen kan Lisa hier luchtiger, onbevangen mee omgaan. Ze kan bijvoorbeeld altijd haar hand uit steken en daarna kijken wat de ander doet. Wanneer de ander haar geen hand geeft maar op een andere manier begroet, is het belangrijk om dit ook te benoemen: “Goh, ik zie dat u mij op een andere manier begroet.” Op deze manier voelt niemand zich afgewezen of ongemakkelijk bij de situatie. Uiteraard kan Lisa bij een volgende ontmoeting met dezelfde persoon hiermee rekening houden. Dit geldt echter ook voor de andere persoon: hij kan zijn wijze van begroeten uitbreiden en de volgende keer wel een hand geven.

Lees meer...

Meerwaarde van het TOPOI-model

De vijf gebieden van TOPOI zijn een operationalisering en concretisering van het containerbegrip 'cultuur'. Het abstracte begrip ‘cultuur’ is waar te nemen door te kijken naar de wijze waarop het zich manifesteert op de gebieden Taal, Ordening, Personen, Organisatie en Inzet van de communicatie. Het TOPOI-model is in dat opzicht geen ontkenning van culturele kenmerken en culturele verschillen. Integendeel de vijf TOPOIgebieden zijn juist een concretisering van culturele kenmerken en culturele verschillen zoals deze zich in de gespreksvoering voordoen. Het zijn de vijf gebieden in de communicatie waar je culturele verschillen en misverstanden kunt achterhalen en aanpakken.

De culturele kenmerken en culturele verschillen zijn gekoppeld aan vijf belangrijke gebieden van communicatie (de TOPOI-gebieden) en niet aan bepaalde etnische groepen. Het reduceert mensen niet tot drager van een cultuur, maar ziet de mens als unieke persoonlijkheid. In deze systeemtheoretische benadering van interculturele communicatie staat niet de cultuur maar de communicatie, het persoonlijk contact en het uniek persoonlijke van de gesprekspartners centraal.

In de praktijk zal je de vijf gebieden van het TOPOI-model tegelijkertijd ervaren. Ze zijn uit elkaar gehaald om meer handvatten te kunnen vinden om de communicatie vlot te trekken wanneer ze vastloopt.

Vaak vinden we het moeilijk te communiceren met mensen met een andere culturele achtergrond. We zijn daarom vaak op ons hoede om fouten te maken of discriminerend over te komen, waardoor we extra voorzichtig worden. Daardoor zoeken we vaak informatie op over de verschillende culturen om handvatten te vinden voor de omgang en communicatie. De informatie die men vindt over culturen leidt vaak tot generalisering, categorisering en stereotypering van andere culturen. Er wordt vergeten dat ieder mens op een eigen manier invulling geeft aan zijn cultuur. Een dergelijke culturaliserende benadering maakt van bepaald gedrag iets cultureels wat lang niet altijd met de cultuur te maken heeft. We gaan ons dan vaak niet meer richten op onze eigen professionele waarden, maar zijn dan alleen maar bezig de ander te laten zien dat we de cultuur van hem respecteren. Het is echter wel belangrijk om in grote lijnen kennis te hebben van het geloof, de cultuur en de sociaal-economische positie van de mensen waarmee je communiceert. Deze kennis helpt om het eigen referentiekader minder centraal te stellen en oog te krijgen voor andere culturen. Toch moeten we ons niet alleen richten op kennis. Gezien de beperkingen van de culturaliserende benadering moet men zich ook richten op de communicatie tussen mensen van verschillende culturen.

Met het TOPOI-model kan je je voorbereiden op mogelijke cultuurverschillen zonder dat je van tevoren kennis hoeft te hebben van de culturele kenmerken van de groep. Je krijgt de ruimte om jezelf op een authentieke manier te presenteren. Ook de ander krijgt de gelegenheid zichzelf te presenteren. In eerste instantie werd het TOPOI-model ontwikkeld om problemen in de omgang tussen allochtonen en autochtonen op te lossen. Het model is echter ook goed bruikbaar als gesprekmodel voor communicatie in internationale interacties.

De meerwaarde van het TOPOI-model is de brede kijk die het geeft op interculturele communicatie. Je kunt zo de risico’s vermijden van een culturaliserende benadering waarin de etnisch-culturele of religieuze identiteit van een persoon op de voorgrond wordt gezet en als enige verklaring geldt voor iemands gedrag of communicatie.

Door uit te gaan van de algemene communicatie- en systeemtheorie wordt interculturele communicatie ook weer 'gewoon' communicatie en minder exotisch dan in een culturaliserende benadering wordt voorgesteld. In die zin is het TOPOI-model inzetbaar voor elke communicatie. Communicatie is van zichzelf een zeer complex proces. Misverstanden in de communicatie zijn eerder regel dan uitzondering en niet voorbehouden aan alleen de communicatie tussen autochtonen en allochtonen. Dit besef kan een ontspannen gevoel geven om ook in de communicatie met een allochtoon zich niet verkrampt voorzichtig op te stellen en ‘gewoon’ de communicatie met de ander aan te gaan. Het belangrijkste is te vertrouwen op de eigen integriteit en kwaliteiten. Wat telt in de communicatie, is een houding van oprechte betrokkenheid en inzet. 'Fouten' mogen (en kunnen soms niet anders) dan gemaakt worden, want de ander ziet de betrokkenheid en inzet die vooral tot uiting komt in de lichaamstaal: stem, gezichtsuitdrukking en lichaamshouding.

Vanuit een open reflectieve houding dien je wel voorbereid te zijn op verschillen en daardoor op misverstanden in de communicatie. Vanuit die houding kun je rustig blijven wanneer de communicatie vastloopt en op zoek gaan naar de mogelijke verschillen en misverstanden. Het TOPOI-model is hiervoor dan een praktisch hulpmiddel. Volgens Hoffman zullen communicatieve misverstanden zich altijd voordoen. Als je dit als een vanzelfsprekendheid beschouwt, dan kan je misverstanden analyseren en oplossen. Wanneer er zich een communicatieprobleem voordoet in een praktijksituatie, dan kan je aan de slag met het TOPOI-model.

Het TOPOI-model is gebaseerd op drie kernvragen:
- Wat is mijn aandeel?
- Wat is het aandeel van de ander?
- Wat is de invloed van de ruime sociale omgeving op de communicatie?

Deze kernvragen zijn uitgewerkt in een analysekader en een interventiekader voor interculturele gespreksvoering.

In het analysekader zijn een aantal vragen opgenomen waarmee je mogelijke verschillen en misverstanden op elk TOPOI-gebied kunt opsporen. Het richt zich op wat je je kunt afvragen wanneer er zich problemen voordoen in de communicatie.

In het interventiekader worden een aantal suggesties per gebied gedaan om de communicatie weer in goede banen te leiden. Hoe kan je het probleem aanpakken? De interventies zijn vooral gericht op zelfreflectie, verheldering en onderzoek. De interventies kunnen natuurlijk aangevuld worden. Het is niet noodzakelijk om alle gebieden van het TOPOI-model aan te pakken. Soms wordt het probleem in de communicatie al verholpen door slechts één gebied te belichten. Ook de volgorde van het TOPOI-model is lang niet altijd noodzakelijk. Bron: Hoefnagels & van Egmond, 2010, p. 178

Het TOPOI-model biedt dus een reflectiekader dat je voorbereid laat zijn op culturele verschillen zonder dat je op voorhand per se op de hoogte moet zijn van de specifieke culturele kenmerken van bepaalde groepen. Op die manier krijgt de ander altijd de ruimte om zich te presenteren zoals hij dat zelf wenst.

Je kan het model gebruiken tijdens de communicatie als reflectiekader, wanneer zich misverstanden voordoen. Je kan dan voor jezelf overlopen om te zien waar mogelijke misverstanden en verschillen liggen. Het reflectiemodel kan je ook achteraf gebruiken om een gesprekssituatie te analyseren: op welk gebied liep het fout en wat zou je de volgende keer anders kunnen doen?

Kernpunten van het TOPOI-model van Hoffman:
- Krijg inzicht in je vanzelfsprekende aannames
- Kijk naar het effect van je communicatie, niet naar je bedoelingen.
- Accepteer dat er misverstanden kunnen ontstaan
- Begrijp dat communiceren moeite kost
- Zoek naar overeenkomsten, niet naar verschillen. Het gaat niet om wat goed of fout is.
- Wees actief in het luisteren.
- Ga de communicatie onbevangen aan. Neem een houding van betrokkenheid en openheid aan.

Lees meer...

De vijf TOPOI-gebieden

1. Taal: mensen beïnvloeden elkaar met en zonder woorden

Taal omvat de verbale en non-verbale taal van de gesprekspartners. Via taal geven mensen betekenis aan hun omgeving en weerspiegelen ze de waarden en normen van een groep. In taal geven mensen uitdrukking aan hun (culturele) identiteit. De manier waarop je lacht, de manier waarop je iets zegt, het zijn allemaal uitingen van een culturele dimensie. Zeker in een vreemde taal kan dat uitdrukken heel ingewikkeld zijn en een bron van misverstanden vormen.

VOORBEELD

- Taalbarrière: het ontbreken van een gemeenschappelijke taal

o Allochtonen krijgen in onze maatschappij vaak niet de kans om in hun moedertaal te spreken. Als het Nederlands je moedertaal is, dan kan je er rekening mee houden dat je in een bevoordeelde positie verkeert ten opzichte van personen die met een andere moedertaal zijn opgegroeid.

- Taalbeheersing:

o Het Nederlands van een allochtoon kan soms ongewild dwingend overkomen door een onvoldoende taalbeheersing. In plaats van

“Wilt u mij misschien even helpen?” kan iemand zeggen “U moet mij helpen”. Deze persoon kan onvoldoende op de hoogte zijn over de beleefdheidsvorm en de afzwakkers (misschien, even) in de Nederlandse taal.

o De eigen moedertaal van de spreker kan ook invloed hebben op het taalgebruik in de niet-moedertaal. Sommige Vlamingen zeggen ook wel eens “I want coffee” in plaats van “I would like a cup of coffee”.

- Vakjargon

o Wees alert op het gebruik van vakjargon tegenover personen die het Nederlands niet als moedertaal hebben. Ook zegswijzen kunnen tot onbegrip leiden (vb. “Mijn deur staat altijd open”). Eenvoudig, helder taalgebruik in korte volledige zinnen biedt vaak een uitweg.

- Non-verbale taal (zie verder in dit hoofdstuk):

o O.a. lichaamstaal, expressie van gevoelens, persoonlijke ruimte ten opzichte van elkaar, wijze van begroeten, lachen, tonen van aandacht tijdens een gesprek, kleding, stemgebruik, wijze van bewegen, inrichting van de ruimte, omgaan met stiltes, oogcontact,…

OPDRACHT

Spreekwoorden en zegswijzen behoren tot cultuuruitingen. Ze zijn als symbolen van een cultuur te zien en zijn zo de uitdrukking van diepere culturele waarden. Maak een lijstje van minstens vijf Vlaamse spreekwoorden en breng ze met een of meerdere culturele waarden in verband. Bron: Blom, 2008, p.185 Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal Diversiteitsmanagement. Auteur: Liesbet Matthys 120 ©2013 Arteveldehogeschool

2. Ordening: de waarheid is betrekkelijk

Ordening is de manier waarop de gesprekspartners aankijken tegen de inhoud van de communicatie. Het is de bril waardoor we de werkelijkheid waarnemen. We hebben allemaal een eigen referentiekader (zie communicatiepiramide: inhoudsniveau). De betekenisgeving heeft te maken met de sociale en culturele achtergrond. Betekenisgeving is dus altijd subjectief. Daarom vinden we het vaak moeilijk om de zienswijze van een ander te begrijpen. Mensen uit andere culturen kunnen een totaal andere kijk hebben op werken, trouwen, vrouwen, kinderen,… Als je de persoon erkent, dan zal je stilstaan bij de achtergrond van waaruit hij praat en zal je belangstellende vragen stellen. Dit betekent nog niet dat je hem gelijk geeft, maar dit creëert wel ruimte voor een gesprek. Vanuit de systeemtheorie wordt ieders kijk op de werkelijkheid als ‘een mogelijkheid’ gezien en niet als ‘dé waarheid’.

VOORBEELD

Jakob vond het een teken van weinig warmte en gezelligheid dat er bij zijn buurjongen thuis tijdens het eten niet gepraat werd. Hij zag het daarom niet zitten om bij hen te blijven eten. Zijn zus echter ontdekte dat dit alleen bij het avondeten het geval was en dat het gezin grote waarde hechtte aan het genieten van het eten dat de moeder gemaakt had. Met elkaar praten was daarbij helemaal niet aan de orde.

Grote valkuil is dat je vanuit je eigen vanzelfsprekendheden te gemakkelijk en te snel aanneemt dat de ander wel dezelfde zienswijze zal hebben. Je gaat vaak te snel interpreteren vanuit je eigen waarden, normen en vanzelfsprekendheden. Het is beter om de betekenisgeving bij de ander af te toetsen. Wanneer er sprake is van een verschillende kijk op de zaken, laat je de verschillen de verschillen en ga je op zoek naar het gemeenschappelijke. Het heeft geen nut een waarheidsgevecht aan te gaan. Vraag steeds naar de betekenisgeving, de logica of de kijk van de ander. Laat daarom de echte verschillen voor wat ze zijn en verleg de aandacht naar wat je met elkaar deelt.

3. Personen: communicatie heeft een relatieniveau

Het gebied ‘personen’ verwijst naar de gesprekspartners en hun onderlinge relatie. Identiteit en imago spelen hier een rol. Hoe zie ik mezelf? Hoe zie ik de ander? Hoe denk ik dat de ander mij ziet? Hoe denk ik dat de ander zichzelf ziet? Wat verwachten we van elkaar? Sta daarom in de communicatie stil bij de vraag wie jullie voor elkaar zijn en hoe jullie elkaar zien. Zo voorkom je reductie van de ander tot alleen zijn etnische of religieuze afkomst.

Bij de onderlinge communicatie speelt het ervaren van gelijkheid of verschil een belangrijke rol (zie communicatiepiramide: procesniveau). Als de gesprekspartners gelijkheid ervaren, zal het gedrag erop gericht zijn om de verschillen zoveel mogelijk te minimaliseren. Als de relatie vooral gebaseerd is op verschil, dan zullen de gesprekspartners zich eerder complementair gedragen. Denk maar aan de Roos van Leary: dan stelt de een zich leidend op en de ander volgend (zie verder). Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal Diversiteitsmanagement. Auteur: Liesbet Matthys 121 ©2013 Arteveldehogeschool De interactie met andere personen wordt beïnvloed door de cultuur. In sommige culturen worden bescheidenheid en volgzaamheid meer gewaardeerd, in andere culturen wordt juist een leidende houding gewaardeerd. Het bewust zijn van elkaars beelden is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle gespreksvoering. Als je je hiervan bewust bent, dan begrijp je misschien beter iemands onderdanig of juist bazige houding.

We stellen ook vaak vast dat je in een onbekende cultuur waarvan je de taal niet spreekt en de gebruiken niet kent, vaak eerder volgend gedrag vertoont.

VOORBEELD

Ludwig, touroperator vertelt: “Toen we pas in Kenia woonden, had ik voor het eerst te maken met huispersoneel. We hadden een huishoudster, een tuinman en een kindermeisje. Een ongekende luxe voor mij. Ik had de neiging om ze overal voor te bedanken, ze veel vrijheid te gunnen en weinig te eisen. Mij werd echter al snel duidelijk dat ik toch iets directiever moest zijn in mijn optreden. De tuinman lag hele middagen te slapen en ook de huishoudster nam het niet zo nauw met werktijden en haar taakinvulling. Een Keniaanse vriend maakte ons duidelijk dat we niet serieus zouden worden genomen als we niet duidelijk de leiding namen. Dat hoefde een menswaardige omgang met ons personeel niet in de weg te staan”.

Bron: Hoefnagels & van Egmond, 2010, p. 174

4. Organisatie: organisatorische omgeving waar de communicatie plaatsvindt De organisatorische context van de communicatie bevat zowel de maatschappelijke als de professionele omgeving (zie communicatiepiramide: procedureniveau). Onder organisatorische context verstaan we zowel het microniveau (vb. de setting van de stoelen en tafels, de beschikbare tijd, de agenda), het mesoniveau (vb. de procedures die gelden in de organisatie) en het macroniveau (vb. de wetgeving). Veel misverstanden in communicatie komen voort uit de onduidelijkheden die ontstaan in situaties waarbij maatschappelijke instanties (vb. bedrijf, overheid) betrokken zijn. Voorbeeld: Wat zijn de rollen en de verantwoordelijkheden? Bij wie moet ik waarvoor zijn?

We verwachten dat de regels en rituelen die voor ons vanzelfsprekend zijn dat voor anderen ook zijn. Voor mensen uit andere culturen kunnen deze organisatieregels onbekend, raar en onduidelijk zijn.

VOORBEELD

In de salesafdeling zijn sinds kort functioneringsgesprekken ingevoerd. De afdelingsmanager Kurt voert deze gesprekken met zijn medewerkers, zo ook met de Chinese Mei-Mei, sales assistant. Zij doet haar werk goed en Kurt verwachtte van haar wel een vraag om opslag of promotie. Zij bracht echter niets in en gaf heel korte antwoorden. Kurt ging daardoor alsmaar meer praten en kon zijn Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal Diversiteitsmanagement. Auteur: Liesbet Matthys 122 ©2013 Arteveldehogeschool ergernis nauwelijks bedwingen. Na afloop voelde hij zich ongemakkelijk over het verloop van het gesprek.

Kurt had duidelijk kunnen aangeven wat het kader van zo’n functioneringsgesprek is, het best al voordat het gesprek plaatsvond. Zo had Mei-Mei zich beter kunnen voorbereiden. Het leveren van kritiek op een meerdere is in China not done. In plaats van zelf te gaan praten, had hij Mei-Mei kunnen vragen of alles duidelijk was. Bron: Hoefnagels & van Egmond, 2008, p. 175

5. Inzet en invloed: alle gedrag is communicatie

De motieven, verlangens, behoeften en drijfveren van de gesprekspartners vormen de inzet van de interactie. Die inzet beïnvloedt de manier waarop we handelen in interactie met de ander. De erkenning van behoeften en belangen is een fundamentele behoefte van de mens. Een professional moet de inzet van de gesprekspartner kunnen herkennen, ookal is deze niet altijd goed zichtbaar. Erkenning is het begrip hebben voor de ander, weten wat de ander bedoelt en het zich kunnen inleven dat de ander dat zo voelt. Erkennen zonder waardeoordeel. Erkenning is niet hetzelfde als het ermee eens zijn of de ander gelijk geven.

VOORBEELD

Lucas volgde gedurende zijn eerste maanden bij Holiday Inn in New York een inductietraining. Alle nieuwe medewerkers werden via deze training bekendgemaakt met de bedrijfscultuur van Holiday Inn. Toen de general manager vroeg waarom ze bij Holiday Inn wilden werken, zei een oudere man van Egyptische afkomst met veel dramatiek: ‘Omdat ik zware financiële problemen heb. Ik heb dringend cash nodig, anders kom ik op straat te staan.’ Later bleek dat de general manager deze man geen contract had gegeven omdat hij hem als een risicofactor beschouwde. Lucas had echter tijdens de training met die man gesproken en gemerkt dat hij wel degelijk gemotiveerd was om hard te werken en een eerlijk persoon was. Door zijn gebrekkige beheersing van het Engels en door zijn Egyptische gevoel voor dramatiek werd zijn inzet in de VS zeer letterlijk geïnterpreteerd als ‘onbetrouwbaar’.

Bron: Hoefnagels & van Egmond, 2008, p. 175

Lees meer...

Voorbeeld Multiple Baseline Design

Hoarding (hamsteren)

Definitie: Is een vorm van OCD waarbij mensen spullen verzamelen en daar geenafstand meer van kunnen doen. Gevolg: hun huizen raken onbewoonbaar.

Aanpak: therapie waarbij kamer per kamerhet huis wordt schoongemaakt. http://www.youtube.com/watch?v=CMWT1AWhq0&feature=related

Lees meer...

ABA Reversal Design

LOGICA

-Eerst “toedienen” en dan wegnemen door manipulatie van de onafhankelijke variabele

-Als er een verandering optreedt zowel na toediening als na weghalen, dan is er vermoedelijk sprake van causaliteit PROCEDURES

-Baseline metingen (Conditie A)

-Behandeling (Conditie B)

-Terug naar baseline (wederom ConditieA) -Kunnen meer reversals toegevoegd worden

Lees meer...

Kleine-N studies

AB design A = baseline gedrag B = extinction (gedrag tijdens / na behandeling (treatment) ) Voorbeeld:

• kind met huilbuien

• ouders geven kind alleen aandacht als het huilt (beloning)

• Ingreep: nieuw beloningsschema ABA

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen