Menu

Argumenten tegen het multiculturalisme

Het eerste bezwaar van laicisten heeft betrekking op wat je zou kunnen noemen een principieel punt, namelijk het discriminerend karakter van de multiculturele staat. We hebben gezien dat de multiculturele staat meent dat men voldoet aan het vereiste van gelijke behandeling omdat men alle religies op gelijke voet behandelt. ´Ja´ antwoord de laicist dan, ´dat is omdat men alle religies op gelijke voet bevooroordeeld ten opzichte van niet – religieuze posities´. En daarmee, zo denkt de multiculturalist, is de gelijkheid gewaarborgd. De kritiek die laïcisten daarop hebben is dat de multiculturele positie niet discriminatoir is tussen de religies onderling, maar wel discriminatoir ten opzichte van de ongelovigen. In de multiculturele staat kiest de overheid voor het faciliteren (bevoordelen) van religie als zodanig ten opzichte van niet-religie. Nederland laat overigens geen zuivere verwerkelijking van het multiculturele model zien. In Nederland worden alleen sociale activiteiten financieel ondersteund die religieuze groeperingen verrichten op basis van hun godsdienst, zoals geestelijke verzorging in het leger en in gevangenissen. Een ander punt dat de toepassing van het multiculturalistische model verzacht is dat in Nederland naast het bijzonder onderwijs ook het openbaar onderwijs uit publieke middelen bekostigd wordt. Waarom zou de overheid kunstmatig, door middel van subsidies, religieuze levensbeschouwingen op de been houden? Waarom doen gelovigen dat zelf niet? De overheid gaat toch ook niet astrologie subsidiëren, waarom dan wel religie? Zoals de theocraat denkt dat zijn eigen religie nodig is voor het voortbestaan van het staatsverband, zo denkt de multiculturalist dat religie daarvoor nodig is. Die elementaire misvatting is dat je voor het hooghouden van de moraal (en dus ook de politieke moraal) een religie nodig hebt. Niet alleen gelovigen denken dat. Ook vele ongelovigen.

Lees meer...

De botsing der perspectieven: laïcitė en multiculturalisme

Het eerste model, politiek atheïsme, vindt dus geen aanhang meer. Het vierde model, de staatskerk, is ongeschikt voor een multireligieuze samenleving. Het vijfde model, de theocratie, vindt een zekere aanhang, maar het is zaak dit zoveel als mogelijk is buiten de deur te houden. De strijd voor de komende jaren zal betrekking hebben op die tussen de voorstanders van de religieuze neutrale staat (de laïcité) en de voorstanders van de multiculturele staat. Als je die zou willen koppelen op twee landen dan zou men Frankrijk met zijn laicistische traditie als het voorbeeld van de religieus neutrale staat kunnen opvoeren en Groot Brittannië als een land dat, komend uit een traditie van een staatskerk, zich ontwikkelt in de richting van een multiculturele staat. Nederland houdt enigszins het midden tussen deze twee modellen.

Als je naar de dynamiek van de discussie kijkt zou je kunnen zeggen dat de multiculturele staat in de verdediging is en de laicisten in de aanval zijn. In de traditionele instituties zijn multiculturalisten goed vertegenwoordigd. Onder wetenschappers en intellectuelen zijn multiculturalistische auteurs nog steeds erg populair en laicisten schaars. Niettemin is de situatie niet hopeloos voor de voorstanders van het Franse model want de wereld is enorm in beweging op dit moment.

Lees meer...

Religie als bron van sociale cohesie

Omdat het idee van ėėn religie en ėėn staatskerk geen realistisch perspectief is vormen ook die pleidooien voor wat men noemt religie als bron van sociale cohesie een misleidende belofte. Bewindslieden, ook seculiere bewindslieden, die een dergelijk perspectief in het vooruitzicht stellen kunnen dat ook niet waarmaken, omdat zij niet die ene religie kunnen leveren die de sociale cohesie tussen alle leden van de samenleving zou moeten stimuleren. Men specificeert namelijk niet wat men verstaat onder de religie en zo denkt dan iedere luisteraar in eerste instantie aan zijn eigen religie. Iedereen denkt het volgende: ‘’mijn religie draagt bij aan sociale cohesie en als nu maar iedereen mijn religie zou overnemen, zou de maatschappelijke sociale cohesie perfect gewaarborgd zijn.’’ En het paradoxale is: dat is ook zo! Bvb: Als iedereen moslim zou worden dan hadden we met de Islam een ideale bron van sociale cohesie. Dus in een zekere zin hebben Ayatollah Khomeini of de Paus gelijk of elke andere geestelijke leider die dit onder de aandacht zou brengen. Dit is echter een onwaarschijnlijk toekomst scenario en constitutionele theoretici zouden dan ook rekening moeten houden met de realistische veronderstelling dat pluralisme een blijvende zaak is. Geen eenheidsreligie dus. We hebben wel verschillende religies die verschillende groepen mensen binnen de eigen groep met elkaar verbinden. Maar die groepsidentiteiten ondermijnen nu juist de sociale cohesie van het geheel. Voor de nationale maatschappelijke cohesie zou het dus goed zijn dat elke groep zich terugtrekt op het eigen religieuze terrein en daar middels de eigen religie de cohesie in de eigen groep gaat bevorderen. Dat lijkt een moeilijk te leveren argumentatie.

Lees meer...

Het model van de staatskerk

Het vierde model, de staatskerk, zal, zo valt te verwachten, geen stand kunnen houden in de periode tussen nu en 2059. Het vierde model is een overblijfsel uit een tijd dat de bevolking homogeen was samengesteld. Het heeft wel grote historische betekenis, ook voor de Nederlandse geschiedenis. In de Unie van Utrecht van 1579 werd een zekere mate van godsdienstvrijheid gerealiseerd. Deze vrijheid hield in dat men in de privé – sfeer de keuze had om de eigen godsdienst te belijden, maar dat de Gereformeerde Kerk een geprivilegieerde positie genoot en de enige openbaar toegestane kerk was. Het gaat uit van cuius regio, eius religio, waarbij de ´regio´ zich dan kenmerkt door ėėn dominante religio. Die religio kan dan in de staatskerk functioneren als een bezielend verband en derhalve de sociale cohesie in de samenleving bevorderen. Vanuit de situatie waarin we verkeren in 2009, is dat een bij uitstek nostalgisch perspectief.

Het is iets voor de Duitse dichter Novalis (1772 – 1801) die met zijn Die Christenheid oder Europa (1799-) een nostalgische hang verwoordt naar de tijd dat Europa nog verenigd was onder ėėn geloof: het christendom. Dat is niet meer van deze tijd, maar we kunnen niet ontkennen dat deze joods – christelijke cultuur onze identiteit heeft gestempeld. Joseph Weiler houdt een pleidooi in zijn essay, Een Christelijk Europa, waarin hij verwijst naar het christendom in de preambule voor de Europese constitutie.

Het christendom heeft een grote invloed gehad op de Europese cultuur. De vraag is alleen of het voor de toekomst verstandig en opportuun is dit aan te prijzen als het beste perspectief om de integratie en het vreedzaam samenleven van mensen van een verschillende herkomst en religieuze oriëntatie te bewerkstelligen. We moeten het post – 1989 perspectief omarmen. Dat houdt in dat we leven in een wereld van diepgaand verschillende religieuze levensbeschouwingen, een wereld ook waarin godsdiensten (of bepaalde stromingen binnen de godsdiensten) met theocratische ambities zich manifesteren. Het is daarvoor dat we een verstandig constitutioneel arrangement moeten presenteren. Daarbij zouden alle opties open moeten liggen en zouden we ons niet bij voorbaat moeten opwerpen als pleitbezorgers van onze eigen geestelijke tradities.

Lees meer...

Waarom de theocratische staat voor ons van belang is

Waarom kunnen we niet, zoals Fukuyama deed in 1989, stellen dat het niet onze zaak is wat een enkele ‘crackpot messiah’ denkt?

Omdat radicale groeperingen in reëel bestaande staten als Saoedi – Arabie, Afghanistan en Soedan het model van de theocratie als een voorbeeld zien. Ook in andere Landen kan men zien dat een theocratie een minder slecht imago heeft dan twintig jaar geleden het geval was zoals bvb in Egypte en Turkije. Albanie of de Sovjet – Unie zijn geen modelstaten voor nieuwe politieke bewegingen maar Iran is dat wel. De geschriften van Stalin en Lenin hebben een historische betekenis gekregen terwijl dat niet geld voor Ayatollah Khomeini en andere ideologen van het islamisme zoals Sayyid Qutb (1906 – 1966), Hassan al Banna (1906 – 1949), Ibn Taymiyya (1263 – 1328) etc.

Nu moet wel worden gezegd dat de theocratische revolutie in die zin geen succes is gebleken en dat weinig landen in het Midden – Oosten een revolutie hebben meegemaakt. Een van de belangrijkste schrijvers over de politieke Islam, Gilles Kepel (1955 - ) schreef in 2000:les mouvements islamistes sont entres, comme nous le verrons, dans une phase de declin qui s´accelere depuis le milieu des annees 1990. Een jaar daarna vond 11 september plaatsen in de Engelse vertaling van zijn boek uit 2002 heeft Kepel de term decline (neergang) ook laten vallen.

De belangrijkste markeerpunten van de politieke Islam:

2001 – is een soort kroonjaar geworden in de symboliek rond het terrorisme

1989 – is belangrijker. Val van de Berlijnse muur waarmee als het ware op symbolische wijze de macht van het marxisme – leninisme verdampt. Ayatollah Khomeini spreekt in 1989 het doodsvonnis uit over een niet in Iran levende schrijver die volgens Khomeini de profeet beledigde.

De fatwa over Rushdie, de cartooncrisis van begin 2006, de moord op Theo van Gogh in 2004 en andere incidenten zijn voorbeelden van het feit dat regeringen van verschillende landen zich zullen moeten gaan bezinnen hoe om te gaan met de eisen van radicalen die geweld niet schuwen om hun doelstellingen te verwerkelijken. De overwegingen van Mohammed B. om Theo van Gogh the vermoorden lijken heel sterk op die van Khomeini om de fatwa over de Rushdie uit te spreken. Op de terechtzitting in hoger beroep verklaarde Mohammed B. over de motieven van zijn daad het volgende: Het motief van de moord op Van Gogh was gelegen in het feit dat hij de profeet beledigd. Ook toenmalig VVD – Kamerlid Ayaan Hirsi Ali bevond zich in de ´arena´ en marcheerde ´in de ranken van de soldaten van het kwaad´ zei Mohammed B. letterlijk. Kennelijk construeert Mohammed B. een onverzoenbare tegenstelling tussen een democratie zoals in Nederland en een theocratie. Hier staat de Sharia centraal niet het door het volk zelf gemaakte recht. Nu zouden de opkomst van de theocratie en de groei van het radicalisme in westerse landen nog niet zo`n probleem zijn als westerse regeringen en de burgerij een aanzienlijke weerbaarheid zouden hebben ontwikkeld tegenover hun radicaliserende jeugd. Uit vrees voor de stigmatisering van etnische en religieuze minderheden lukt het intellectuelen als Ian Buruma (1951 -), Timothy garton Ash (1955 -) en anderen niet om een adequate kritiek te ontwikkelen op dat islamisme. Veel verstandiger dan de houding van Buruma en Garton Ash lijkt het de rapporten van de AIVD en andere veiligheidsdiensten serieus te nemen en het werk van kritische auteurs als Michael Gove (1967-), Melanie Phillips (1951-), Bassam Tibi (1944-).

Lees meer...

De actualiteit van de theocratie

De actualiteit van de theocratie of de politieke religie kan men aan verschillende verschijnselen illustreren.

Bvb: de regering van G.W.Busch (1946) waarbij veel aandacht is besteed aan neoconservatieve invloed op het Amerikaanse buitenlands beleid door onder andere de invloed van een groep intellectuelen die aangeduid worden als de theoconservativen of theocons. John Neuhaus (1936 – 2009), een van de belangrijkste van hen, heeft invloed gehad op het binnenlandse en buitenlandse beleid van de Bush regering op het impliciete en expliciete afbreken van de “Wall of seperation”. De

Amerikaanse regering heeft nauwe verbindingen aangeknoopt met evangelicaal christelijke groeperingen en volgens critici een verbinding tussen religie en staat gebracht die in strijd is met de secularistische traditie van het land.

Een ander vb: De opkomst van de politieke Islam tijdens eind jaren 70 van de twintigste eeuw.

1969 Khomeini’s politieke verhandeling verscheen zie onderstaand

1979 kwam Khomeini’s ideologie aan de macht

1989 val van de Berlijnse muur en einde van oost – west conflict.

In 1969 publiceerde Ayatollah Khomeini (1902 – 1989) een verhandeling die over het algemeen wordt beschouwd als een van de kernteksten van de politieke Islam, de Velayate faqih,die bezegt dat Joden en andere stammen die op een bepaalde manier satanischer waren dan de Joden een

verkeerd beeld van de Islam geven waardoor revolutionaire strekkingen en de levendige kwaliteit van de Islam werden miskend. Het eerste probleem van Khomeini’s vermenging van politieke en geestelijke macht is dat Khomeini aangeeft dat Mohammed de profeet zelf hierover uitspraken heeft gedaan. Khomeini schrijft: “Onze profeet was ook een politicus etc. Het tweede probleem is dat hij impliciet de breideling van politiek – religieuze macht afwijst die in Europa sinds 1748 bekend staat als de Trias Politica: de scheiding van wetgevende, bestuurlijke en rechtsprekende bevoegdheid. Deze machtenscheiding heeft als doel te voorkomen dat politieke macht dictatoriale vormen aanneemt, immers verdeelde macht is beperkte macht.

Het samenvallen van geestelijke en politieke leiders heeft in Europa en in de westerse wereld over het algemeen geen goede ervaringen opgedaan. Hiervan kennen wij twee modellen: Theocratie: Le pouvior temporel est simplement mis au service du projet religieux (de geestelijke leider is de baas over de politieke leider)” Tzvetan Todorov (1939 -). In Europa betekende dat, de paus is de baas over de keizer.

Césaropapisme: hierbij heeft niet de geestelijke macht het primaat maar de politieke. De keizer bepaalt de godsdiensten die hij tevens ook gebruikt voor het realiseren van zijn politieke doelstellingen. De strijd tussen paus en keizer om het primaat is uiteindelijk beslist door een scheiding aan te brengen tussen geestelijke en politieke macht.

Khomeini’s leer is verontrustend doordat hij het niet alleen aanbeveelt voor Iran maar ook voor andere (islamitische) Landen. Zijn onschuldige stellingen dat de Islam een ‘maatschappelijke religie’ of een ‘levensreligie’ is is dus in feite de grondlijn van de politieke Islam, een totalitaire politiek – religieuze ideologie die voor alle terreinen van het leven relevantie heeft.

Vergelijking: In de Sovjet Unie probeerde men, zij het niet in naam, maar wel de facto, het cėsaropapisme als leidraad te nemen. De politieke machthebbers moesten in overeenstemming met de leer van Marx en Lenin heersen over de religieuze leiders. Het was een radicaal cėsaropapisme doordat aan de religie bijna alle ruimte werd ontnomen.

Fukuyama concludeerde aan de hand van de bovengenoemde data 1969, 1979 en 1989 dat alle ideologische tegenstellingen uit de wereld waren maar is dat ook zo? Fukuyama had moeten opmerken dat in 1989 het Iraanse bewind zijn tienjarig bestaan vierde en dat dus de nieuwe ideologie van de Islam en de theocratie vitaler werden. De vraag is nu wat daarvan de relevantie is voor de Europese verhoudingen.

Lees meer...

De vijf modellen beoordeeld

We beoordelen de 5 modellen op hun geschiktheid om pluriformiteit in goede banen te leiden. Vermeulen schetst eerst de uitersten, namelijk de atheïstische staat en de theocratische staat. Wie waarschuwt voor de theocratische staat krijgt steevast te horen dat de atheïstische staat even erg is. Beide modellen zijn niet onze voorkeur. Bvb: In Albanië onder Enver Hoxha (1908 – 1985) moesten de moslims gedwongen eten tijdens de Ramadan, en wie met een Koran of met een Bijbel werd betrapt moest een paar jaar naar een heropvoedingskamp. Toch is de aandacht voor de atheïstische staat niet erg productief doordat de actuele politiek zich bezig houdt met de theocratie die voor een deel van de wereld bevolking een belofte is terwijl dat niet geld voor de atheïstische staat. Het islamisme of de politieke Islam en het politieke christendom is erg aanwezig terwijl het politiek atheïsme bijna dood is.

Lees meer...

Reflectie op de vijf modellen: twee inleidende opmerkingen

We willen de 5 boven genoemde modellen beoordelen op hun betekenis voor de toekomst en niet met het oog op hun betekenis voor het verleden. Daarnaast stellen we de vraag hoe en in welke mate de toekomst zal verschillen van het verleden. Wat zal het verschil zijn tussen de Nederlandse samenleving anno 2009 en anno 2059?

De Nederlandse samenleving zal vergaand pluriform zijn. Door de demografische veranderingen in de Europese samenleving, door globalisering en migratie zullen veel meer godsdiensten en culturen vertegenwoordigd zijn op Europese bodem dan van oudsher het geval was. Het is goed mogelijk dat de samenleving anno 2059 geen samenleving meer zal zijn waarin het christendom de belangrijkste godsdienst zal zijn. Dit kan men ook mutatis mutandis voorhouden aan de seculieren: “hou er rekening mee dat de samenleving van 2059 wel eens een samenleving zou kunnen zijn waarin atheisten, agnosten, godsdienstig onverschilligen en andere seculiere posities een minderheid vormen, hou er rekening mee dat de secularisatie wel eens op de terugtocht kan

zijn”.Multiculturalisten en aanhangers van de staatskerk brengen dit punt naar voren tegen New Atheism: Er is geen lineaire beweging toe naar secularisatie. Religie komt terug. God heeft revanche genomen. Dit wordt politiek gezien als het confessionele geluid. Dit wordt vaak ingebracht tegenover vermeende of zelfverklaarde atheïsten en aanhangers van de laicite. In die zin kan men de hedendaagse populariteit van individueel atheisme en de laïcité zien als reactie op de ontsecularisering van de samenleving.

Lees meer...

De vijf modellen van staat in verhouding tot religie

In dit hoofdstuk worden enkele modellen behandeld over hoe de staat zich ten opzichte van religie kan verhouden.

Er zijn 5 modellen:

Politiek atheïsme (Vermeulen spreekt van: totalitair secularisme):

Het atheïsme wordt bij dit model gezien als een politieke doctrine die een staatkundige betekenis zou moeten hebben. Atheïsme is dus een staatsdoctrine. De aanhangers van dit model bepleiten een atheïstische staat in de zin van een staat die het atheïsme bij zijn burgers moet bevorderen en elke vorm van religieus geloof moet proberen te onderdrukken. Men kan dit model terecht totalitair noemen omdat de staat een enorme macht heeft in de kleinste details van een burger. Net zoals bvb de onderdrukkingen vroeger van de katholieke kerk door middel van geweld en bvb verboden boeken lijsten, of de Inquisitie.

Secularisme (overtuiging dat geloof en religie geen invloed mag uitoefenen op de maatschappij) is minder van toepassing omdat men bij dit model het innerlijk van de mens wil hervormen, men wil door middel van staatsmacht godsdienst elimineren. Het is atheïstisch omdat het betrekking heeft op de innerlijke geloofsbeleving en politiek omdat het van dat atheïsme een politieke doctrine wil maken. Voorbeeld van dit model: Sovjet Unie en de communistische satellietstaten van 1917 – 1989. Gebaseerd op het werk van Karl Marx ( 1818 – 1883) waarin Marx uitlegt dat religie een verkeerd bewustzijn is, in zijn werk: Zur Kritik der Hegelschen Rechtsphilosophie (1843 – 1844). Volgens Marx maakt de mens zijn religie, de religie maakt niet de mens. Ludwig Feuerbach (1804 – 1872), niet marxist bepleite dit al in zijn werk: Das Wesen des Christentums (1841) met het verschil dat Marx werk door Lenin (1870 – 1924) en Stalin (1878 – 1953) als staatstaak is gemaakt. Het hedendaagse atheïsme van denkers als Richard Dawkins, Sam Harris, Christopher Hitchens, Daniel Dennett en anderen ( The New Atheïsme) heeft niet de ambitie de staat tot instrument te maken van atheïstisch propaganda.

Dit model is NIET democratisch

De laïcité:

De religieus neutrale staat, in het Frans - de laïcité. Hierbij heeft de staat de ambitie niet voor of tegen godsdienst te kiezen, maar zich afzijdig of neutraal op te stellen. Het gaat uit van strikte scheiding van kerk en staat. Het is niet anti – religieus maar a – religieus. Men onderscheid bij dit model wel tussen een antiklerikale vorm, zoals verdedigd door Emilie Combes (1835 -–1921) en een meer gematigde vorm, zoals ontwikkeld door Jules Ferry (1832 – 1893), Jean Jaures (1859 – 1914), en Artistide Briand (1862 – 1932). Het model werd onlangs opnieuw geijkt door een commissie onder voorzitterschap van de advocaat Bernard Stasi op 11 december 2003.

Multiculturele of multireligieuze staat:

Bij dit model probeert de overheid alle godsdiensten op voet van gelijkheid te behandelen door alle godsdiensten op gelijke wijze te faciliteren. Het verschil tussen het tweede model en het derde model bestaat daaruit dat men in het derde model meent dat neutraliteit een financiële facilitering van godsdienstige richtingen niet uitsluit. Als aanhanger van het multiculturalisme zou men kunnen wijzen op Bikhu Parekh (1935 -), Will Kumlica (1962 -) en Charles Taylor (1931). Soms wordt dit model ook pluralisme genoemd, wat ongelukkig is omdat de laïcité ook als pluralisme kan worden beschouwd.

Gevestigde of geprivilegieerde kerk – model:

In dit model vormen de staat en de staatskerk of bevoorrechte kerken een partnerschap waarin gezamenlijke doelen van staat en religie worden nagestreefd. Bvb. Er wordt verdedigd dat men de Europese cultuur als “joods – christelijk” zou kunnen presenteren en als zodanig een speciale bescherming geven.

Theocratie:

Hierbij verlaat de staat zich op een enkele religie en geeft andere religies nauwelijks de ruimte. In zijn meest radicale vorm worden aanhangers van andere godsdiensten dan de staatsgodsdienst vervolgd en om het leven gebracht. Belangrijkste voorbeelden van dit model zijn: Osama Bin Laden (1957 - ), Ayman al – Zawahiri (1951 - ), Ayatollah Khomeini (1902 – 1989), Sayyid Quth (1906 – 1966) en onder de historische denkers Ibn Taymiyya (1263 – 1328). Dit model is NIET democratisch.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen