Menu

Frans Noord Afrika

- In de jaren 1920’s ontstaan er nationalistische bewegingen in N-Afrika

- 1956: Onafhankelijkheid van Marokko en Tunesië

  • § Waren Franse protectoraten geweest
  • § Sultan wordt koning
  • § Grondwet
  • § Maar koning wint aan macht over de jaren
  • § Wordt een republiek
  • § Habib Bourguiba als president (30 jaar aan de macht)

Marokko

Tunesië

Algerije

  • § Was een volwaardige kolonie van Frankrijk sinds de 19e eeuw
  • § FR beloofde meer politieke toegevingen te doen als Algerije meer westers zou zijn
  • § Tijdens het interbellum enkele veranderingen maar niets spectaculair
  • § Na WOII stijgt de eis voor onafhankelijkheid

 door nationalistische beweging

  • § De Europese inwoners van Algerije willen dit voorkomen

 bang dat ze hun politieke (electorale) en economische privileges zouden verliezen

  • § Eerste oproeren neergeslagen door Franse leger
  • § Maar nationalistische beweging groeit

Front de Libération Nationale (FLN)

- Frans-Algerijnse oorlog

  • § 1954: FLN organiseert een guerrilla oorlog tegen de Fransen
  • § Gesteund door Egypte en andere Arabische staten
  • § In FR: 1958: De Gaulle terug aan de macht
  • § Wil onderhandelen over Algerijnse onafhankelijkheid
  • § 1962: Algerije wordt onafhankelijk

- Algerije na de onafhankelijkheid

  • § FLN bestuurt tot 1992
  • § Partij wordt echter corrupt
  • § Slechte sociale omstandigheden voor de Algerijnse bevolking
  • § Islamitisch Bevrijdingsfront Ý

 extremistische partij

  • § 1991: Islamitisch Bevrijdingsfront wint de eerste verkiezingen
  • § Worden ongeldig verklaard door het FLN
  • § Gewelddadige fase: terreur van Islamitische partij en van het leger (repressie)
  • § 2000: staakt-het-vuren.
Lees meer...

Veranderingen in Latijns Amerika

De koloniale ervaring en de onafhankelijkheidstrijden

- Terug in de tijd: Spaanse en Portugese kolonies  incorporeren van autochtone bevolking

 stimulans om zich te vestigen in de kolonies

- Rijkdom van de economie  naar moederland

- Creolen worden zelfbewust  onafhankelijkheidsstrijd (Bolivar en San Martin)

 Spanje + Portugal: hadden het moeilijk  ten tijde van Napoleon

- Onafhankelijke staten: nog onstabiel  grensconflicten  meer stabliseren

 geen grote oplossingen op sociaal gebied  Creolen: rijkdom combineren met politieke macht

 vorming van een militaire kaste

De gigant van het Noorden

- Economische openstellen  profiteren door VSA en GB

 VSA: speelt politiek een belangrijke rol  Monroe = antwoord op Congres van Wenen

 Metternich doctrine = elkaar steunen tegen volksopstanden

- VSA: blijft aanwezig in Latijns-Amerika

 gaat na WOII nog een aantal keer tussenkomen: in de sfeer van de koude oorlog

 economische motieven  willen stabiliseren van Latijns-Amerikaanse markt  afzetmarkt

Economische groei en zijn problemen

- Na WOII: economie  rekenen op verhoogde landbouwproductie + buitenlands investering

 een grote alliantie vormen voor vooruitgang

- Industrie: onder controle van de regering  inflatie

 financieel gaan ze leningen aan  inflatie

 toename van buitenlandse schuld  grote financiële crisis: hyperinflatie

 verbetering tegen eind jaren ‘80

- Instabiliteit wordt versterkt door Amerikaanse interventie

 vermijden van linkse regimes

Politieke systemen en conflicten in Latijns-Amerikaanse maatschappij

- 20e E: onzekere regimes + repressieve militaire dictaturen, burgeroorlog en sociale revoluties; …

 intenser door de context van koude oorlog

- Cuba: grootste poging tot sociale revolutie

 Baptista als president  staatsgreep door Castro

 doorvoeren van landhervormingen

 wil einde aan economische afhankelijkheid  nationaliseren Amerikaanse

Bedrijven.

 Economische steun verkrijgen van SU  verlies steun: val van SU

- Castro = vaandel drager van anti-imperialistische linkse strijd

 Latijns Amerika: neoliberalisme en een aantal linkse bewegingen

 Naar voorbeeld van het Westen

Lees meer...

De noodzaak van onafhankelijke naties in Zuid-Oost Azië

De unie van Birma (Myanmar)

- Britse kolonie  onafhankelijk erkend na WOII

 Tijdens WOII: invasie van Japan  verzet gaat gebruik maken voor versnellen onafhankelijkheid

 na onafhankelijkheid: 1e minister = vermoord  opgevolgd door U Nu

- U Nu = boedhist + doctrinaire socialist

- Economisch moeilijk  economisch pad naar socialisme = onmogelijk

 gepaard met etnische spanningen

- overname door militair regime  overgaan tot een politiek van isolatie en repressie

- ’91: vrije verkiezingen met democratische partijen

 ongeldig verklaard door militair regime

Maleisië

- De onafhankelijkheid van GB wordt uitgesteld

 wegens grote interne spanningen en een zeer sterke etnische verdeeldheid

 creëren van een Federatie van Maleisië

- Sterke economische groei  ontrekken van status 3e Wereld land

Indonesië

 grootste Moslimstaat + kolonie van NL

 eilandengroep  grote verdeeldheid

- WOII: bezet door Japan  uitbuiten van de Antiwesterse stemming die er heerst

 erna: uitroepen van de onafhankelijkheid

Politionele acties  NL wordt gedwongen tot overgave

- Ontstaan van populistische dictatuur: Sukarno

- Onbewogen land  conferentie van Bandung ( nieuwe staten pleiten neutraliteit in Koude Oorlog)

- Poging tot staatsgreep van de communisten  generaal Zuharto grijpt macht

 Zuharto krijgt steun van het Westen + voeren van een repressief beleid

- Economische bloei maar grote corruptie

 onafhankelijkheid van Oost-Timor

 uitbreken van Financiële crisis  val van Zuharto

 Economie heerst maar geen democratisch bestel

Onafhankelijkheidsbeweging in Frans Indochina

- WOII: Japanse bezetting  zorgt voor grote wil naar autonomie

 Franse staat laat enige autonomie toe

 Niet genoeg: eist volledige onafhankelijkheid  onafhankelijkheidsbeweging olv Ho Chi Min

- Conferentie van Genève  toekennen van onafhankelijkheid

 Verdeling van Vietnam   Noorden: onder Ho Chi Min = communist

 Zuiden: Regime gesteund door het Westen

 Verdeling zou moeten worden opgeheven met het organiseren van Vrije verkiezingen

 Deze worden echter niet georganiseerd  Guerrillabeweging

 situeren in context van de Koude Oorlog

De Amerikanen en de Filippijnen

- Tijdens WOII bezetting door Japan  creëren van een antiwesters klimaat

- Ontstaan van Guerrillabeweging  Marcos als President = dictator

 wordt vermoord  Aquino  herstellen van de democratie en installeren van mensenrechten

 De terugtrekking van de VS

Lees meer...

De noodzaak voor onafhankelijke naties in Zuid-Azië

Het einde van de Britse heerschappij

- India = Brits Indië  Indië = de onafhankelijke staat

 voor WOII al een sterke onafhankelijkheidsbeweging  de congrespartij (Ghandi)

 wil onafhankelijkheid maar sociale revolutie vermijden

- Oprichting van de muslim League  willen onafhankelijkheid maar niet onder de Congresspartij

- Onafhankelijkheidsbeweging wordt versneld door WOII  onafhankelijkheid = onvermijdelijk

 na WOII = einde Britse heerschappij

- Na onafhankelijkheid  ontstaan van etnische conflicten

 burgeroorlog  volksverhuizing (Moslims vnl in Oost en West Pakistan)

- Ontstaan van 2 nieuwe landen: Pakistan en Indië  spanning blijft bestaan: grensconflicten

 3 grote oorlog + beide beschikken over kernwapens

- Indië ook grensconflicten met China

- Binnenland: congrespartij  sociale vooruitstreven + religieuze en etnische verdraagzaamheid

 Ghandi wordt vermoord (door Moslim)  opvolger = Nehru als 1e premier

- Nehru: gematigd sociaal beleid , neutraal land in de Koude Oorlog

Nehru’s opvolger

- Zijn directe opvolger stierf vroeg  opgevolgd door dochter: Indira Ghandi

 beleid gekenmerkt door corruptie

- Indira wordt vermoord door een radicale Shiks

 wordt opgevolgd door haar zijn  weinig effectief beleid

 verlies meerderheid van Congresspartij

- Winnen van Volkspartij  anti-Moslim

 opdrijven van de spanningen met de moslimgemeenschap

- Congresspartij: moet in coalitie  houdt stand tot vandaag

De islamitische republiek van Pakistan

- Afsplitsing van het Oosten = Bangladesh ( burgeroorlog)

 ≠ regimes wisselen elkaar af + GW vervangen door wetten Koran

 militaire coup

 vrije verkiezingen: wordt kandidaat vermoord

 beide zijn zeer arme landen

 tot vandaag steeds gewikkeld in moslim extremisme

Lees meer...

postkoloniale landen in Azië en Latijns Amerika

- Van dekolonisatie naar ontwikkelingslanden

 landen uit koloniaal imperium van de Europese mogendheden

 koloniaal imperium maakt plaats voor nieuwe naties

- Dekolonisatieproces: verrassend snel maar niet geweldloos

 GB: gaat vreedzaam kunnen realiseren

- Globaal: alle nieuwe staten waren vnl multinationale staten  sterke interne tegenstellingen

 gevolg van koloniale grenzen  bepaald door koloniale mogendheden

 eco: afhankelijk van het moederland  geven van grondstoffen

 vaak proces van verarming met eventueel oorlog  betwisting territoria: etnische, religieuse,..

- Landen zijn in zijn geheel ontwikkelingslanden  moeten nog eigen economie ontwikkelen

 economisch nog steeds grote afhankelijkheid

 Bij sommige gelukt: Vnl. Aziatische landen

 sommige kennen echter negatieve groei: geen ‘ontwikkeling’

- De term 3e wereld  1e = kapitalistische; 2e = communistisch blok

 misleidend: heel wat laten behoren tot één van de andere blokken

 beweging van ongebonden landen: vb. India, Joegoslavië

 gaat synoniem worden voor ontwikkelingslanden; vaak gewezen kolonies  niet altijd

Lees meer...

Mao Zedong en de volksrepubliek China

Burgeroorlog

- Reeds strijd Communisten vs Guomindang (nationalisten) vanaf 1927

- 1937: Oorlog tegen Japan verenigt Chinese krachten (Communisten en Guomindang)

- Maar burgeroorlog laait terug op na WOII (nederlaag Japan)

- VSA steunt nationalisten / SU steunt communisten

- 1946 – 1949: burgeroorlog

  • § Guomindang verliest veel grond
  • § Trekt zich terug in Taiwan
  • § 1949: Mao Zedong roept de Volksrepubliek China uit.

Regime van Mao (1949 – 1976)

- Controle op elk beleidsniveau (cf. Stalin – SU)

- Uitschakelen van oppositie (cf. Stalin – SU)

- Verklaart de oorlog aan rijke boeren (cf. Stalin – SU)

  • § Chinese platteland wordt manu militari genationaliseerd

- Wil modernisering en industrialiseren (cf. Stalin – SU)

  • § 1953: “5-jarenplan”
  • § Nadruk op zware industrie

- “De grote sprong voorwaarts

  • § 1957
  • § Industrie en landbouw snel transformeren
  • § ° “Industriële” landbouwcollectieven

 landbouw mechaniseren

 rurale industrie oprichten

  • § Men moest graan en rijst planten

 maakt niet uit waar, vruchtbare gronden of niet, quantiteit

  • § Rampzalige gevolgen

 protest van boeren, misoogsten

 gigantische hongersnood: 30 miljoen doden

  • § Land bleef gecollectiviseerd, maar andere aspecten van het plan afgeschaft

- Industriële sector Ý

  • § Grote bloei

- Sociale maatregelen

  • § Gezondheidszorg Ý
  • § Alfabetisme Ý
  • § Rechten voor vrouwen Ý

- Dus: forceren van een snelle, grote modernisering ten koste van vele levens (cf. Stalin – SU)

- 1966: “Culturele Revolutie

  • § Uitgeroepen door Mao
  • § Alle oppositoire ideeën worden verbannen
  • § “Zuivering” van partijleden, intellectuelen , leerkrachten, studenten, …
  • § Economie en educatie crashen
  • § Fanatieke bendes VS Mao-regime
  • § Sterke repressie door het leger

- 1971: Mao trekt zich relatief terug

  • § Marjonet, premier Zhou Enlai krijgt de facto de macht

- Beiden sterven in 1976

- Machtsstrijd

  • § Deng Xiaoping komt aan de macht

Buitenlandse politiek van Mao

- SU steunt Mao tijdens de burgeroorlog (1946 – 1949)

- SU steunt communistisch regime in 1950’s

  • § Militair, financieel, technologisch

- Koreaanse oorlog brengt SU en China dichter bij elkaar

  • § Voedt Westerse perceptie van een wereldwijde communistische beweging

- 1950: China bezet Tibet

  • § Dalai Lama wordt afgezet

- 1962: China in conflict met India

  • § Ivm grenzen

- Grensconflicten met de SU

- 1960’s: SU en China strijden om ideologische leiding

- Band met de VSA

  • § Waren in oorlog geweest @ Koreaanse oorlog (VN-troepen waren vooral VSA-troepen)
  • § VSA weigert de Volksrepubliek China op te nemen in de VN

 de Guomindang in Taiwan zetelde in de plaats

  • § 1971: VSA stelt zijn houding bij

 ontmoeting Nixon – Mao

 Volksrepubliek China krijgt de zetel in de VN (ipv Guomindang)

Lees meer...

De communistische wereld: De Sovjet Unie en Oost-Europa

Herhaling

- Veel deportaties naar Siberië na WOII

- Baltische staten geannexeerd tijdens WOII

- Alles is goed om de terreur te legitimeren

Stalinisme na WOII

- Etnische “zuiveringen”

  • § Massale deportaties naar Siberië

- Macht van het Volkscommissariaat voor Interne Zaken Ý (NKVD , later KGB)

  • § Geheime politieke politie

- Alles wat afweek van Stalin’s visie werd verworpen

- Antisemitisme (officieel antizionisme)

Khrushchev: poging tot reformatie

- Na  Stalin komt er een machtsstrijd

  • § De communistische partij wil niet dat 1 persoon nog alle macht heeft
  • § Toch komt Khrushchev als leider naar voren

- Hervormingen

  • § Culturele en intellectuele vrijheid Ý
  • § Macht NKVD Þ
  • § Destalinisering

 hernoemen van steden die naar hem genoemd waren (oa Stalingrad -> Volgograd)

 standbeeld van Stalin wordt verwijderd

  • § Economische decentralisatie

 ° regionale economische raden

  • § Extensivering van de landbouw

 MISLUKT!

 onvruchtbare gronden

- Buitenlandse politiek

  • § Probeert banden met het westen te verbeteren
  • § Lukt niet door Cuba-crisis (cf. infra)

- DUS fail door:

  • § Mislukken extensivering landbouw
  • § Roekeloosheid
  • § Terugtrekking uit de Cuba-crisis
  • § Pogingen tot interne hervorming van de communistische partij

- Brezhnev volgt hem op

Ondertussen

- SU bezit kernwapen

- 1958: SU lanceert Spoetnik 1 (satelliet)

- Economie was in bloei

  • § Focus op militaire en zware industrie

Oost-Europa

- Baltische staten (Estland, Letland, Litouwen)

  • § In 1940 door SU geïncorporeerd als Sovjets

- Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Tsjecho-slowakije

  • § Blijven formeel onafhankelijk, maar de facto vazalstaten
  • § Op het einde van de oorlog onder invloedssfeer van de SU gekomen

- DDR (Oost-Duitsland)

  • § Communistische satellietstaat van de SU

- Joegoslavië en Albanië

  • § Communistisch, maar los van de SU

- Finland = uitzondering

  • § Neutrale staat

- Oostenrijk

  • § Onafhankelijk in 1955
  • § Neutrale staat
  • § Bezet door de 4 geallieerden in 4 invloedszones

Consolidatie van het communisme

- Elke vorm van tegenstand werd als (neo-)nazistisch en collaboratie gezien

- Nationalisatie van de economie

  • § Definitieve doodsteek voor de grootgrondbezitters

- Extensivering van de landbouw

- Collectivisering van de landbouw (niet overal)

- Industrie Ý

  • § Sterke focus op de zware industrie
  • § Sterk in het voordeel van de SU

- Militair akkoord: Warshaupact

  • § Tegenhanger van de NAVO
  • § Bondgenootschap: SU, Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije & Tsjecho-slowakije

- Joegoslavië bleef onafhankelijk van de SU!

  • § Olv Marshal Tito

Repressie in Oost-Duitsland, Polen en Hongarije (1953 – 1956)

-  Stalin in 1953

  • § Satellietstaten hopen op meer vrijheid
  • § Khrushchev komt aan de macht in de SU

- Khrushchev beweert meer “richting socialisme” te gaan

  • § Poging om Tito (Joegoslavië) voor zich te winnen

- Vele Oost-Europese landen dachten dat er meer vrijheid zou komen

- DDR: opstand in Oost-Berlijn snel neergeslagen

- Polen

  • § 1956: opstand geleid door communistische leiders zelf
  • § Tegen de SU
  • § Voor onafhankelijkheid en meer vrijheid
  • § Olv Wladyslaw Gomulka
  • § Politieke controle Þ
  • § Economische controle Þ
  • § Collectivisering Þ
  • § Relaties met de kerk hersteld
  • § Band met Moskou Þ
  • § Gomulka-regime blijft tot 1970 aan de macht in Polen

 steeds meer repressie

- Hongarije

  • § 1956: Opstand tegen de SU
  • § Olv Imre Nagy
  • § Pro reformaties
  • § Vrijlating politieke gevangenen
  • § SU reageert hard: repressie

 Nagy wordt vervangen door SU-minded Jánós Kádar

 manu militari herstelling van de macht van de SU

 vele doden en migraties

  • § Het Westen heeft hier niet ingegrepen!
  • § Toont aan dat men elkaars invloedszones respecteerde
Lees meer...

Veranderingen in de mondiale economie

Bretton Woods (1944)

- Doel:

  • § Vrijhandel verzekeren
  • § Stabiliteit van munten verzekeren

- 1948: GATT-akkoord

  • § Basis voor de naoorlogse globale economie
  • § Barrières Þ
  • § Later World Trade Organisation (WTO)

- Wereldeconomie

  • § Centrum: VSA, W-Europa, Japan
  • § Geïntegreerd: Latijns-Amerika, Azië, Midden-Oosten, Australië, Afrika
  • § Niet: SU, Oost-Europa

Goud-Dollar standaard

- Goudstandaard (gelinkt met Pound Sterling) was afgeschaft tijdens het interbellum

- 1958: °Goud-Dollar standaard

  • § Moeilijke totstandkoming
  • § Bepaalde hoeveelheid goud wordt gelijkgesteld aan de dollar
  • § Zorgt voor muntstabiliteit
  • §  1971 (door onstabiliteit van de dollar tijdens de Vietnam oorlog)

 vervangen door een systeem van wisselkoersen

- 1945: ° Internationaal Monetair Fonds (IMF)

  • § Korte termijn: leningen aan overheden om muntdevaluaties te voorkomen

- 1945: ° Wereldbank

  • § Lange termijn: leningen voor economische ontwikkeling

Van een Europese markt naar een Europese Gemeenschap

- 1949: ° Raad van Europa

  • § Oorspronkelijk doel: wetgevend orgaan voor Europa
  • § Later doel: Vrede garanderen
  • § Werd nooit een belangrijk politiek lichaam
  • § ° Verdrag van de rechten van de mens

 leidt tot ° Europese Hof voor de Bescherming van de Mensenrechten

- 1948: °Benelux

  • § Douane-unie

- 1952: ° Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

  • § Frankrijk, Bondsrepubliek Duitsland, Italië, België, Nederland, Luxemburg
  • § Supranationaal orgaan voor kolen- en staalindustrie
  • § Opgericht door Monnet (Frankrijk)

- 1957: Verdrag van Rome

  • § Frankrijk, Bondsrepubliek Duitsland, Italië, België, Nederland, Luxemburg
  • § ° Europese Economische Gemeenschap (EEG)

 economische unie, vrijhandel zonder handelsgrenzen

  • § ° Euratom

 non-militair nucleair onderzoek gebundeld

- 1967: ° Europese Gemeenschap (evolutie van EEG)

  • § ° Europese Commissie en Europees Parlement
  • § Leden per politieke fractie (niet per land)
  • § Maar finale beslissingen blijven bij de raad van ministers (vetorecht)

- GB wil in 1963 toetreden

  • § De Gaulle gebruikt zijn veto
  • § 1969: nu pas kan GB toetreden (na aftreden De Gaulle)

Vervolg:

- 1992: Verdrag van Maastricht

  • § ° Europese Unie
  • § EEG, Euratom, EGKS vormen nu Europese Unie

- 1999: Invoering Euro

- Geografische uitbreiding na het vallen van het Ijzeren Gordijn

- Vandaag:

  • § 27 landen
  • § Belangrijkste economie in de wereld

Lees meer...

West-Europa: Politiek herstel

- Heel West-Europa herstelt en verruimt parlementaire democratieën

  • § Uitgezonderd Spanje en Portugal

GB

- Winston Churchill wordt niet herverkozen

- Labour komt aan de macht (premier: Clement Attlee)

- Nationalisering van delen van de economie

  • § Banksector, mijnen, …
  • § Vrij markt blijft wel bestaan! (mixed economy)

- Consolidatie van de welvaartsstaat (verzekeringen, …)

- 1951: conservatives terug aan de macht

- Voeren een privatisering door (vs nationalisering)

  • § Maar geen afschaffing van de welvaartsstaat

- De Britse economie groeit trager dan de andere West-Europese economieën

  • § Arbeiders zijn misnoegd

 climax na de oliecrisis

- Ierland

  • § Katholieke minderheid in Noord-Ierland wil annexatie door Ierse Republiek
  • § Burgeroorlog in 1969

Frankrijk (4e en 5e republiek)

- Charles De Gaulle komt wordt president na WOII

  • § Was het symbool van verzet tegen het Vichy-regime

- ° 4e Franse Republiek

  • § Nieuwe grondwet
  • § Verschilde niet veel van de 3e
  • § Sterke wetgevende macht (parlement)
  • § Zwakke uitvoerende macht (president)

- De Gaulle was hier niet blij mee

  • § Trekt zich terug in december 1946

- De regering is instabiel van 1946 – 1958

- Nationalisering van delen van de economie (cf. GB)

  • § Ook een mixed economy (privaat + staat)

- Sterke economische groei

- Dekolonisatiebewegingen

  • § 1946 – 1954: oorlog @ Indochina

 Frankrijk verliest

  • § 1956 – 1962: oorlog @ Algerije

 brengt Frankrijk op de rand van een burgeroorlog

 kosten Ý, politieke moraal Þ, nationaal geloof Þ

  • § Frankrijk komt op de rand van een burgeroorlog

- De Gaulle als deus ex machina

  • § Wordt in 1958 verkozen tot premier
  • § Speciale bevoegdheden

 hij moet een nieuwe grondwet opstellen

- ° 5e Franse Republiek

  • § De grondwet van De Gaulle geeft de president veel meer macht
  • § Hoogste macht in de republiek

- De politieke stabiliteit werd zo hersteld

- De Gaulle laat alle kolonies onafhankelijk worden

- Frankrijk wordt een industriële grootmacht

- Tegenwind tegen De Gaulle’s autoritaire bewind

  • § Mei ’68: opstanden van studenten en stakingen van arbeiders
  • § Maar hij wordt electoraal sterk herverkozen (door campagne vs SU)

- Er was wel een nood aan hervormingen

  • § 1969: De Gaulle laat een referendum opstellen voor zichzelf en zijn hervormingsideeën
  • § Verliest nipt
  • § Trekt zich terug uit de politiek

De Bondsrepubliek Duitsland (Westen)

- De 4 geallieerden organiseren na WOII de Neurenberg-processen

  • § Veroordelen van nazi’s, nazi-organisaties
  • § “Denazificatie” wordt doorgevoerd

- Centraal onderdeel van de Koude Oorlog

- Bondsrepubliek Duitsland

  • § Bloeiende parlementaire democratie
  • § Pro kapitalistische, competitieve economie
  • § Decentralisatie

 De president heeft een ceremoniële functie

  • § Bundestag (parlement) heeft de macht in handen

 met een Kanselier aan het hoofd

- CDU (Christendemocraten) heeft de macht van 1949 – 1969

  • § Konrad Adenauer (partijleider)
  • § 1949: Adenauer wordt kanselier

- Hij integreert de Bondsrepubliek in de Westerse structuren

  • § Politiek, economisch en militair
  • § Economische heropleving & lidmaatschap NAVO

- 1965: Coalitieregering CDU + Sociaaldemocraten + liberalen

  • § Willy Brandt als minister van Buitenlandse Zaken
  • § Voert een “ontspanningspolitiek”

 = “detente” = beteren van de contacten tussen oost en west

- 1969: Brandt wordt kanselier

  • § Officiële erkenning DDR

Italië

- 1943: val van Mussolini

  • § Vanaf dan herstellen de partijen zich

- Na WOII: ° Italiaanse Republiek

  • § Ceremoniële president, sterk parlement

- Christendemocraten hebben de macht vanaf 1946

  • § Alcide De Gasperi (leider, premier)

- Sterke economische heropleving

  • § Maar zuiden blijft (tot vandaag) arm

- Communisten worden uitgesloten uit de regering

  • § Door opstanden door hen georganiseerd in 1947
  • § Door VSA die de Christendemocraten steunt

- 1960’s: communisme wint aanhangers

  • § ° “Eurocommunisme”: een communisme dat anders is dan de SU
  • § Vele grote steden worden door communisten bestuurd
  • § Nooit nationale macht door tegenwerking van de Christendemocraten

- Niet echt politiek stabiel

  • § Transformismo (politici die veranderen van overtuiging)
  • § Maffia

DUS EUROPA

- Snel economisch herstel

- ° Welvaartssamenlevingen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen