mercantilistisme vooral gericht op ontwikkeling industrie
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Reageer als eerste!
à import tegengaan & export stimuleren
à import tegengaan & export stimuleren
a. stijging vraag: grotere behoefte huisverwarming door verstedelijking: hout, houtskool, turf
b. stijging aanbod moest gestegen vraag opvangen
2.3. ijzernijverheid werd in 16/17de eeuw begunstigd door expansie v.d. wapenindustrie
a. stijging inkomen per capita in Europa na 1450 = toename vraag naar fabrikaten
- gebieden met primitieve econ. kunnen vraag niet direct beantwoorden à prijzen ↑, kwaliteit ↓
- gebieden met vooruitstrevende econ. & industriële traditie kunnen vraag wel opvangen
b. gevolgen:
- moedernegotie begon in belang af te nemen à structurele moeilijkheden in Poolse economie
- daling wereldvraag naar Hollands graan door demografische stagnatie in Europa (1630-1700)
- toenemende agrarische autarchie DE & meer eigen voedselproductie in Eng., Sp., Port., Vl.
- 17de eeuw = volledige ontplooiing Europees mercantilisme: protectionisme i.p.v. liberalisme
- binnenlandse factoren: republikeinse bestuursvorm & decentralisatie v. instellingen hadden zich tegen eind 17de e. geconsolideerd tot een oligarchisch & thalassocratisch beleid[1]
d. oorzaak in de aard v.h. Hollands commerciële kapitalisme zelf
thalassocratie = Een heerschappij die op zeemacht berust.
fase 1 beheerst door Holland (1650-1680), fase 2 door Engeland (daarna) => Hollands succes v. 17de eeuw steunde op 3 grote pijlers:
a. weerstand Mediterrane economie = sterk! à na 1540 nieuw succes: revanche
méditerranéene
b. nadelig voor de herleving:
c. Spanje: 16de eeuw = politiek, economisch & cultureel hoogtepunt: siglo de oro
a. als gevolg v. hoogconjunctuur:
b. democratisering verre handel: 16de e.: kleine kooplieden kunnen deelnemen (= einde monopolie It. familiebedrijven wegens te dure organisatie)
Antwerpse haven groeide uit tot dominerende wereldcentrum inzake opslag & distributie
a. Europa levert: koopwaren, koper, zilver (Z-DE), It. zijde, Eng. laken, ambacht. Producten
b. Europa biedt afzetmarkt voor koloniale producten
a. economische opgang Z-Duitsland (vb.: Neurenberg)
à gunstige ligging t.o.v. Italië als tussenpersonen tussen Levant, It., NW-Eur.
b. bloei Brabantse jaarmarkten (Bergen op Zoom, Antwerpen)
c. na 1500: nieuwe transcontinentale handelswegen via jaarmarkten in Castilië & Lyon
à ontoereikeende agrarische productie = vanaf 1550 Malthusiaanse spanning
à demografische druk op landbouwsector = scherpe prijsstijging of ‘prijsrevolutie’
a. specifieke intensiteit v. Malthusiaanse spanning in elk gebied door trage verschuiving ec. zwaartpunt v. Mediterrane regio naar Atlantische ruimte
b. meer vitaliteit in agrarische expansie: verdere aangroei in Frankrijk en Denemarken
c. Engeland: uitzondering! Weinig militair geweld, commercieel-maritieme ontwikkeling
Atlantische economie, vooruitgang landbouwtechniek à vanaf 17de e. agrarische revolutie
3.4.
a. hypothese over ‘betere controle’ over bevolkingsontwikkeling VS. demografische druk in loop 16de eeuw = NIET met elkaar in tegenspraak!
b. vooruitgang v. agrarische arbeids/grondproductiviteit in Ned. VS. prijsrevolutie v. 16/begin17de eeuw zijn ook NIET met elkaar in tegenspraak!
correcties van voorgaand model voor mercantilistische tijd: herhaling v. proces v. groei & verzwakking v.d. transcontinentale handel
1. De nieuwe expansie van de Europese handel over land en de verdere groei van de maritieme handel in de 16de eeuw