Menu

Hoogmiddeleeuwse literatuur (11e - 13e eeuw)

A. Cultuurhistorische context

Algemene schets

  • economische heropleving
  • feodale sociale structuur: nieuwe sociale groep: burgerij (marginale cultuur naast eenheidscultuur)
  • bloei middeleeuwse eenheidscultuur
  • literatuur vooral in teken van gedragscode van clerus en vooral aristocratie

Bloei aristocratische cultuur (!)

Verfijning door: - politieke gebeurtenissen

- economische heropbloei

- kruistochten (verfijnde Ottomaanse cultuur: vb. vork)

Afwijkende cultuur: hoofsheid: om aan te tonen dat ze anders zijn

Þ men is of hoofs, of boers

B. Aristocratische literatuur

Grote invloed

Kenmerken

  • betekenis: vorstelijk hof centraal; voor, over en meestal door aristocratie geschreven; hoofse liefdesideaal (Arabieren, Antieke Cultuur, spel van jongere zonen) Þ onderscheidt onze cultuur van alle andere ter wereld.
  • overdrachtsvorm: troubadours (onderdanigheid voor de liefde): reizen van hof naar hof, maar meestal vaste beschermheer; betaalde uitvoerder is jongleur (zwervend bestaan); uit alle sociale klassen, ook vrouwen; vb Bernard de Ventadour
  • thematisch: trouw, bescherming van de zwakkere, hoofse liefdesideaal

→ 3 componenten:

* religieus: vrouw=heilige, liefde voor vrouw=liefde voor God

* politiek: eerbetoon aan vrouw=symbool voor trouw aan heer (steekspel)

* affectief: emoties die geen kans krijgen, beleefd in culturele sfeer

Alledaagse praktijk: vrouw heeft nog steeds ondergeschikte positie

Hoofse ridderroman

  • thematiek: avontuurlijke heldendaden (dolende ridder), beproevingen die held moet doorstaan, aristocratische identiteit bevestigen, 3 vormen: klassieke, Britse en Oosterse ridderroman
  • Klassieke ridderroman: helden uit Klassieke Oudheid; vb "Roman d'Aeneas", Hendrik van Veldeke
  • Britse ridderroman: helden uit Britse cultuur (Arthurromans); vb: Chrétien de Troyes ('uitvinder' dolende ridder)
  • Oosterse ridderroman: culturele invloed uit Midden-Oosten (kruistochten); vb: Floire et Blancheflor

Dierenverhalen

Inspiratie uit fabels; ironische kijk op hof; ondersteunt feodaliteit; vb: Roman de Renart.

C. Burgerlijke literatuur

Vagantenlyriek

  • enkel Carmina Burana
  • marginale kunstenaars, aan lager wal geraakte intellectuelen, grote culturele bagage (Latijn)
  • drink- en dansliederen, hekeldichten, klaagliederen,…

Burgerlijk kortproza

Satire op clerus en burgerij (grof en boertig)

Lees meer...

Vroegmiddeleeuwse literatuur (5e - 10e eeuw)

A. Cultuurhistorische context

Periode van verval

5e eeuw: culturele en literaire leven: diepe inzinking

Karolingische Renaissance (9e eeuw): heropbloei

B. Oudgermaanse literatuur (700 - 1250)

Kenmerken v.d. oudgermaanse verhaalcultuur

- weinig en onbetrouwbare werken

- overdrachtsvorm: militaire dichters (skopen, skalden)

- stilistische: eenvoudig, functioneel rijm (militairen), later verfijnder; grote lijnen zijn zelfde

- thematisch: heldenverhalen met vast narratief schema (orde→breuk→gevecht→orde); nadruk op kwaliteiten held; legitimatie gezag vorst; christelijke elementen (soms held=messias); vele verhaallijnen (subplots)

Schriftelijke documenten

Vb. Beowulf-epos

C. Karolingische Renaissance

Religieus aangepast (eenheidscultuur)

Cultuurpolitiek ten tijde van Karel de Grote

- antieke cultuurideaal (Latijn)

- christelijke levensbeschouwing

- driedeling: clerus, aristocratie, boeren (+kinderen en vrouwen)

Literatuur v.d. Karolingische Renaissance

'Chansons de geste': - centrale figuren: Karel de Grote en omgeving

- ruwe, moorddadige ridders

- vb. Chanson de Roland

Kenmerken chansons de geste

- overdrachtsvorm: gezongen door jongleurs (beroepsdichters)

- thematisch: lofliederen; christelijke inslag; ideologische functie (benadrukken hiërarchie)

Lees meer...

Literatuur in de Middeleeuwen (5e - 15e eeuw)

A. Periodisering

Afbakening

- vroege middeleeuwen (476 - 1000)

- hoge middeleeuwen (1000 - midden 13e eeuw)

- late middeleeuwen (eind 13e eeuw - 15e eeuw)

Evoluties

– vroege middeleeuwen

  • eerste bloeiperiode na val (West-) Romeinse rijk
  • nieuwe cultuur (Karel de Grote → Klassieke Oudheid)
  • sterke Byzantijnse en Ottomaanse cultuur
  • enkel nog Latijnse teksten en bronnen naar het begin v.d. verhaalkunst

– hoge middeleeuwen

  • nieuwe literaire periode: bloeiperiode literatuur (nieuwe genres, thema's)
  • naast aristocratische cultuur ook stedelijke cultuur

– late middeleeuwen

  • leidt Renaissance in
  • nog steeds onder invloed van eenheidscultuur
  • Dante: culminatiepunt middeleeuwse cultuur

- Cultuurhistorische context

Middeleeuwse eenheidscultuur

Op basis van religie: "goddelijke orde":

- religieus: boek van God

- wetenschappelijk: boek der natuur (geocentrisme met mens als bekroning)

- sociaal: stratificatie in clerus, aristocratie en boeren (door God gewild)

Van in begin 9e eeuw - late middeleeuwen: twijfel aan structuur

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen