Cartesiaanse ‘theory of mind ’(
- Gepubliceerd in Filosofie
- Reageer als eerste!
Je ‘mind’ is je geest, de toestanden waar je toegang tot hebt. Dit is een individuele aangelegenheid. Je kunt niet in elkaars hoofd/geest kijken.
Je ‘mind’ is je geest, de toestanden waar je toegang tot hebt. Dit is een individuele aangelegenheid. Je kunt niet in elkaars hoofd/geest kijken.
De werkelijkheid is wat je ziet, alles wat waarneembaar is. Liefde zou in dat geval niets meer zijn dan elkaar bijvoorbeeld bloemen geven. Gevoelens kun je immers niet waarnemen. Dus verbind je ‘liefde’ aan waarneembare feiten. Liefde is niks anders dan die uitdrukking.
Je kunt niets zinvols zeggen over wat je niet kunt waarnemen. Je kunt alleen wat zinvols zeggen wanneer je dit kunt waarnemen van elkaar. Of iets mooi is kun je dus niet zeggen, want er zijn geen feiten aan verbonden. Je kunt ‘mooi’ niet waarnemen.
Zijn is van kennen afhankelijk. Ze verschillen per mens, dus werkelijkheid kan verschillen. Er is dus meer dan slechts 1 werkelijkheid.
- de werkelijkheid is onafhankelijk van ons kennen
- waarnemen is niet waar maken
- we zien van de volgende vier een deel van de waarheid
- Sentence = zin (taal)
- Proposition = betekenis
- Statement = bewering
- Belief = overtuiging
De truth-value is een Fact (feit)
- Geen werkelijkheid buiten wat wij waarnemen
- Zijn = waar geworden nomen
Berkley vertrouwen op waarnemen (God ziet ze wel)
- straffen
- positieve feedback
Scepticisme – er bestaat niet zoiets als zeker weten
Descartes betwijfeld het scepticisme
Zekerheid is momenteel
Zekerheid is individueel
Over de geest dualisme
Onderscheid tussen lichaam en geest
- First person privlese
- interespectie (geest kan bij zichzelf naar binnen kijken)
- gewenning of verwachting
- belangstelling of behoefte
- culturele factoren
- psychische factoren
- fysieke factoren
Analytisch methode→ taalanalytisch (Je onderzoekt adhv. Taal en de betekenissen
van woorden. Je analyseert het gebruik ervan)
Fenomenologisch (Het bestuderen, ‘in real life’, het beleven)
Grondleggers: Geertz
Theorie: Culturen zijn coherente stystemen van beteknisgeving. Door analyse van symbolen en handelingen kan inzicht verkegen worden in wat mensen denken, doen en zeggen. Eerste stap emic, tweede stap etic.
+ Inzicht in onbewuste processen van betekenisgeving die richting geven aan het handelen van mensen. Door een klein verschijnsel als uitgangspunt te nemen kan dieper inzicht worden verkegen in cultuurverschillen en in de wijze waarop men hun wereld van betekenis voorzien.
- Niet alle leden van een samenleving beschikken over dezelfde kennis, voorstellingen en betekenisgeving. Te weinig zicht op dynamiek en verandering. Gevaar van reïficatie.
Grondleggers: Harris
Theorie: Samenlevingen en culturen met hun bijbehorende gedrag en voorstellingen zijn het logische resultaat van (aanpassingen aan) de materiële omstandigheden (ecologie+technologie)
Materiële Context -> Gedrag -> Voorstellingen
+ Bizarre verschijnselen kunnen verklaard worden als aanpassingen aan de natuurlijke en technologische omstandigheden. Heldere onderzoeksstrategie.
- Geen aandacht voor emic, verklaringen van betrokkenen irrelevant
Grondleggers: Barth
Theorie: Ieder mens heeft agency die wordt aangewend om doelen te bereiken.
Samenleving komt tot stand door allerlei strategische onderhandelingen en transacties.
Voorstellingen -> Gedrag -> Materiële Context
+ Handelend subject staat centraal, heldere onderzoeksstrategie
- a-historisch, hoe vrij is men om transacties aan te gaan?