Opportuniteitskost, absoluut en comparatief voordeel
- Gepubliceerd in Economie
- Reageer als eerste!
Absoluut voordeel: input tgo output. Wie de minste inzet moet doen, heeft een absoluut voordeel. Juriste absoluut voordeel in beide: adviezen en tikwerk.
Comparatief voordeel: als je 1 activiteit doet, gaat het meestal ten koste van iets anders. Juriste als ze 1 advies formuleert, kan ze 2p niet tikken. = opportuniteitskost. Voor secretaris: als hij 1 advies schrijft, had hij 4p kunnen tikken. Dus 4p = opportuniteitskost.
Juriste: comparatief voordeel in het maken van adviezen. Hij heeft een comparatief voordeel in tikken, want 1p kost 1/4e advies en juriste ½. Juriste kan 4 adv en 8p tikken en hij zou 1 advies kunnen schrijven en een halve pagina. Relatief voordeel: als je minder moet opgeven dan iemand anders van andere outputs om een activiteit te verrichten.
Vb met juriste en secretaris. Hun gezamenlijke output is groter, ze kunnen meer adviezen produceren, het volstaat dat er comparatieve voordelen zijn. Het kan zijn dat Chinezen in alles absoluut voordeel hebben, maar het volstaat dat Europeanen een comparatief voordeel in iets hebben om toch handel te hebben waarbij elke partij erop vooruitgaat. Comparatieve voordelen zijn de basis van handel.