Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

Marx’ geschiedenisopvatting Historisch/ dialectisch materialisme

Mensen creëren hun eigen geschiedenis. Wij creëren de sociale situatie en houden deze zelf in stand. We maken hem niet van scratch zelf, want er gelden wel historische voorwaarden zoals geslacht, klimaat en sociale klasse. Je kan het verleden ook niet veranderen. De geschiedenis is een sjaal: je breidt steeds voort op wat je hebt.

Niet het bewustzijn bepaalt ons zijn, maar het zijn bepaalt ons bewustzijn volgens Marx. Onze levensomstandigheden bepalen onze denkwijze. Denken is dus niet volledig vrij.

Onderbouw en bovenbouw. Wat is ‘zijn’? Volgens Marx waren dit de arbeidsvoorwaarden. Dus:
Zijn -> bepaalt bewustzijn
arbeidsvoorwaarden -> bepalen ons denken
onderbouw -> bepaalt de bovenbouw

De onderbouw bestaat uit de productieverhoudingen en de productiekrachten. De productiekrachten zijn de middelen die we bezitten om iets te maken, vb. een pijl en boog of de kennis om een vuur te kunnen maken. De productieverhouding zijn de verhoudingen tussen mensen die bepalen wie de productiekrachten bezitten -> eigendomsverhouding.

De economie bestaat uit zowel de productiekrachten als de productieverhoudingen. Er verandert niets in een maatschappij wanneer de onderbouw niet verandert.

De bovenbouw is afgeleid van de onderbouw en bestaat uit bewustzijnsvormen zoals kunst, recht, politiek,… Het is het bewustzijn van de maatschappij. De weerspiegeling van de economische situatie.

Lees meer...

Dialectiek

Dialectiek is een dialoog. Door de reactie van een ander denk je opnieuw. Je denkt dankzij de ander.
Hegel: dialectiek zit in de dingen zelf -> in de kop zit het ei en het ei zit in de kip. Je confronteert iets met wat het niet is en daardoor ontstaat het zijn.
vb. zijn – niet zijn – worden -> het zijn neemt het niet zijn in zich op en daardoor wordt het iets dat het is én niet is: het worden.
vb. natuur – mens – cultuur -> de mens is vervreemd van de natuur en wordt cultuur.
Álles is betrokken in een dialectiek.
Marx: Dialectiek speelt zich niet af in de geest, maar in de materie.( Bij Hegel juist niet in de materie maar in de geest). Hij heeft verder wel een soortgelijke redenering als Hegel.
vb. privaateigendom – proletariaat – revolutie -> Het kenmerk van het kapitalisme is het privaateigendom. Daartegenover staat het proletariaat: degenen die niets dan het vermogen om kinderen te krijgen, bezitten. En zelfs kinderen krijgen is een vorm van arbeid want je maakt kleine arbeidertjes. Deze tegenstelling leidt tot een revolutie: de klasseloze maatschappij.

Lees meer...

Marx’ antropologie

Marx sluit zich aan bij Feuerbach maar geeft ook veel kritiek op hem. Feuerbach hecht teveel belang aan ideeën, alsof de mens op zichzelf bestaat en zichzelf kan uitvinden. Marx zegt echter: “Het menselijk wezen is geen in de afzonderlijke individuen wonend abstractum. In zijn werkelijkheid is het ’t geheel van de maatschappelijke verhoudingen.” De menselijke verhoudingen maken dus een mens. Je kunt dus niet vertrekken van de mens als individu. Met maatschappelijke verhoudingen bedoelde Marx voornamelijk economische verhoudingen (eigendomsverhoudingen). Een mens denkt vanuit de sociale klasse waartoe hij behoort. Vb. een proletariër denkt als een proletariër.

Het concept van zelfvervreemding komt vooral in zijn vroege geschriften voor.
Hegel zegt: als je wilt weten wie je bent, moet je ook weten wie je niet bent. (Fichte: ik kan maar ‘ik’ zijn indien ik tegenover een ‘niet- ik’ staat. De niet –ik is de wereld). Bij vervreemding sta je dus tegenover iets dat je niet bent, je vindt iets vreemd. Vb. je bent geen tafel, geen stoel, ….
De geest moet dus geconfronteerd worden met zijn tegendeel -> zonder vervreemding is er geen denken mogelijk. Mensen weten vb. na een wereldreis wat ze allemaal niet zijn, en weten daardoor ook wat ze wél zijn.
Marx zegt echter: vervreemding vind je vooral in het arbeidsproces. Je maakt dingen die niet van jou zijn, ze worden van je afgepakt. Vb. je haalt het ei onder de kip vandaan en vervreemdt daardoor de kop van zijn ei. Je vervreemd je dus van je product maar ook van je collega’s en zelfs van jezelf, want je arbeid is eigenlijk een koopwaar. Dit gebeurt volgens Marx in een kapitalistische economie.

Lees meer...

Marx’ benadering

Marx noemde zichzelf geen socioloog en distantieerde zich van Comte. Is hij echter een socioloog? Ja. Hij noemde zichzelf echter een filosoof, maar ook tegen de filosofie had hij wel kritieken. Hij was vooral voor de praxis: denken en handelen moeten samengaan (want anders gaat het fout). Hij ziet de mens als een arbeidend wezen en door te arbeiden kan de mens zichzelf groter maken. Hij gaf een lofzang op arbeid en productiviteit. Meer is altijd beter -> de crisis van 1930 heeft hij dan ook nooit voorspeld. Alles draait bij hem om productiviteit en hij neemt een achteloze houding aan tegenover natuur en ecologie. (In de Sovjet Unie namen ze deze houding van Marx over en is er dan ook veel natuur verwoest om meer te kunnen produceren).

Hij heeft zijn eigen opvatting over het kapitalisme. Het kapitalisme zal instorten want het is een zelfvernietigend systeem. Marx heeft wel een economisch systeem in zijn werken, maar niet een systeem zoals we dat op het unief gedoceerd krijgen.

Hij heeft zijn eigen visie op alle disciplines, zoals economie, geschiedenis, filosofie, … Hij noemt de ‘oude’ disciplines slecht want zij zouden burgerlijk zijn.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen