Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

De vooronderstelling van het symbolisch interactionisme

Er zijn 3 vooronderstellingen:

- menselijk handelen is gebaseerd op de betekenissen die het subject geeft aan de objecten.

a) Hoe object aanduiden, beschrijven en interpreteren: betekenis nt in object zelf

Maar de betekenis wordt aan object toegekend.

b) Betekenistoekenning is niet terugbrengbaar tot interne of externe oorzakelijke factoren.

MAAR autonoom en ongedetermineerd.

=> De mens handelt niet ten gevolge van een passieve reactie op oorzakelijke factoren, maar handelt uit zichzelf.

Bv: De stoel = iets waarop je zit.

Vele culturen die kennen geen stoelen, dus als zij een stoel zien zullen ze hier een andere betekenis aan geven.

Onze cultuur daarentegen, kent wel de stoel. We hebben dit aangeleerd via onze cultuur. De betekenis van een stoel hebben we aangeleerd via interactie met anderen. We hebben het geleerd. Naarmate de leer- en interactieprocessen veranderen, verandert de betekenis.

Bv: Er bestaan vele soorten stoelen. Hierbij is er een groep van stoelen waar je niet op mag gaan zitten, zoals bijvoorbeeld de troon van een koning. Je moet maw leren op welke stoelen je mag zitten en op dewelke niet.

Hoe komt men nu aan de betekenis?

- betekenis van dingen ontstaan aan de sociale samenhandeling die de mens met de medemens.

Bv. de stoel zijnde een voorwerp om op te zitten is niet een betekenis die je er op een bepaalde dag hebt aangegeven. Men heeft deze betekenis gegeven via interactie met anderen individuen.

Als je een stoel aangeboden krijgt en uit de aanwijzingen die de andere geeft, kan je opmaken dat je er mag op gaan zitten. Omdat ik op de uitnodiging inga, geef ik te kennen dat ik dezelfde manier interpreteer en gebruik. Hierdoor ontstaat er een gemeenschappelijke betekenis.

Stel dat je nooit geleerd hebt om op een stoel te zitten, maar steeds in kleermakerszit moet zitten omdat ik dan in contact sta met de grond, dan ga ik de stoel maar iets gevaarlijks vinden.

=> Een ding krijgt maar betekenis in het interactieproces!

Betekenissen liggen niet vast

1) geen vaste betekenis, maar voortdurend interpreteren en wijzigen

2) Een persoon interpreteert de betekenissen

=> interpretatieproces = soort interactieproces

De handelende die de betekenis van dingen interpreteert, duidt deze betekenissen aan voor zichzelf. Hij richt zich tot zichzelf en voert dus een verinnerlijkt sociaal proces. Het zelf van de handelende is een interpretatieproces, dat alleen van een 'gewoon' interpretatieproces verschilt door het feit dat de interactiepartners samenvallen in één persoon. Derhalve bezit het self, als verinnerlijkte sociale samenhandeling, de capaciteit om betekenissen te wijzigen. Iedere interpretatie door een zelf is de stichting van een betekenis.

Welk analytisch model van de menselijke samenleving en het menselijk gedrag komt men als deze basisvooronderstellingen consequent worden uitgewerkt?

Lees meer...

Intellectuele omgeving: de Chicagoschool

Blumers is sterk beïnvloed door het intellectuele klimaat aan de universiteit van Chicago. Hij behoort tot de 3de generatie.

De karakteristieken van deze beoefening:

  • nadruk op empirisch onderzoek

- Tegen wilde speculaties en normatieve sociale filosofie

- veel vormen van materiaal om beeld te krijgen van de sociale werkelijkheid

bv: statistieken, enquêtes, bevolkingsregisters, sociaalgeografische kaarten, dagboeken, interviews,...

  • uitwerking van het onderzoeksinstrumentarium

- voorkeur participerende observatie

bv: een paar dagen als zwerver leven om zo een beeld van het zwervers bestaan te krijgen.

  • dynamisch en procesmatig maatschappijbeeld

- sociale werkelijkheid

- NIET vaste structuur

- WEL ononderbroken vloeiende interactieprocessen, die je niet van tevoren kan bepalen

=> 'De sociale wereld wordt in iedere interactie opnieuw gemaakt'

Men merkt sterk de invloed van het pragmatisme en Mead.

Lees meer...

Synthese van Herbert Blumer

Biografische en bibliografische inleiding

1900: geboren in Amerika

1900-1947: verbonden aan de Chicago school

- ontstaan in 1892: 3de generatie

artikels en onderzoeksrapporten

- 1933 “ Movies and Conduct”: aan de hand van biografisch materiaal laat hij de invloed van de film zien op het leven van de Amerikaanse jongeren.

- 1969 “Symbolic Interactionism, Perspective and Method”

 verspreiding symbolische interactionisme

 nadruk eigen methodologie van het symbolische interactionisme

 basisbegrippen, uitgangspunten

Lees meer...

Socialisatie: I, me en self

Menselijk zelfbewustzijn en menselijke identiteit ontwikkelen zich tijdens het internalisatieproces. Een mens wordt van zichzelf bewust als hij de houding van de ander aanneemt. A beziet zichzelf in de rol van B: hij maakt zichzelf tot object en ervaart zo zichzelf. Toch is het niet zo dat een subject zich simpelweg vereenzelvigt met de rollen die hij internaliseert.

Mead onderscheidt 2 componenten in het ‘social self’: ‘I’ en ‘Me’:
Het ‘me’ bestaat uit rollen die iemand geinternaliseerd heeft.
Het ‘I’ is de capaciteit om te internaliseren en op het geinternaliseerde te reageren. Het I is de oorspronkelijke, niet door de omgeving gedetermineerde component van de menselijke persoonlijkheid.
vb. Mister Bean wandelt op straat, hij kijkt naar de camera en loopt tegen een paal. Even later wandelt hij op datzelfde stuk, stopt net voor de paal, denkt aan de vorige keer, hij wilt er langs wandelen en valt in een put.
-> Iedereen lacht: je voelt, leeft mee, maar je voelt de pijn niet → Eerst lachen, dan snel inhouden (vb. hand voor mond omdat je denkt dat het eigenlijk wel pijnlijk is)
= Interactie I en Me, Me is reactie op I.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen