Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

Evenwicht op de betalingsbalans

Saldo lopende rekening 70
saldo financiële rekening -62
Overschot op de betalingsbalans---- 8

In NL-> een overschot. Zelden/nooit komt een betalingsbalans in evenwicht voor. (ingaande en uitgaande geldstromen zijn dan precies gelijk aan elkaar) Vrijwel altijd een overschot of een tekort op de betalingsbalans.

Overschot op de betalingsbalans: Actieve betalingsbalans
Tekort op de betalingsbalans: Passieve betalingsbalans

Materieel evenwicht: Inkomende+uitgaande geldstromen zijn gelijk aan elkaar.
Er vind dat n geen verandering plaats in de hoeveelheid buitenlandse betalingsmiddelen die het land bezit (er gaat immers even veel van dat geld weg als dat er bij komt). ? Formeel evenwicht: als de verandering van de voorraad internationale betalingsmiddelen wél meetelt bij de opstelling van de betalingsbalans. Het saldo komt dan uit op nul. Betalingsbalans is formeel altijd in evenwicht.

Boekhoudkundig om het saldo op nul te krijgen.

Formeel is de betalingsbalans dus altijd in evenwicht per saldo. De mutatie van de hoeveelheid internationale betalingsmiddelen zorgt daar voor (wisselkoersen????)

Salderingsrekening: Rekening waar de verandering van het nationale bezit aan internationale betalingsmiddelen wordt genoteerd.

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Effecten onevenwichtige betalingsbalans:

Gevolgen actieve betalingsbalans: (Ingaande geldstroom > uitgaande geldstroom)

Meer vreemd geld in het land: Omgewisseld voor eigen valuta; meer geld in NL, als dat geld in het binnenland besteden neemt de vraag toe zonder dat de productie stijgt: (bestedings)Inflatie. De exportpositie kan in gevaar komen als de inflatie in NL hoger is als in andere landen.(prijs is te hoog voor het buitenland, ze gaan naar een ander land)

Daardoor ontstaat weer werkloosheid.

Gevolgen passieve betalingsbalans: (Uitgaande geldstroom > ingaande geldstroom)

Na een tijd: nationale verarming. Exportopbrengsten zijn te weinig voor de import.

Deviezenvoorraad neemt af. Men kan dan nog lenen in het buitenland, maar dat heeft ook een einde. Andere landen zetten leveringen stop, en dat is ook negatief.

Op den duur dus ook ongunstig.

Dus: overschotten en tekorten zijn allebei niet gunstig: liefst rond het evenwicht. .

Voorraad internationale betalingsmiddelen wijzigt alleen als met een niet-euro land betalingsverkeer plaats vindt. (eurogebied met de rest van de wereld)

Eurobetalingsbalans heeft een overschot?  voorraad internationale betalingsmiddelen van het eurogebied neemt toe.

Reserve van internationale betalingsmiddelen in bezig van bedrijven/banken, maar óók een officiële reserve: onder beheer van de Europese centrale bank (goud, effecten,deviezen, vorderingen internationaal monetair fonds)

Dekking van de hoeveelheid uitgegeven geld. Overschot niet gelijk gevolg voor deze reserves. Banken kunnen een deel van hun deviezenvoorraad aan de DNB/ECB verkopen. (dan nemen de officiële reserves toe).

Lees meer...

De onderdelen van de betalingsbalans

Betalingsbalans: overzicht v alle ingaande en uitgaande geldstromen uit economische transacties met het buitenland in een bepaalde periode. bestaat uit: lopend verkeer/financiële transacties.


Lopende rekening:

-Goederenverkeer: Overzicht v.d. waarde v.d. in -en uitvoer van goederen in een bepaalde periode. Traditioneel heeft deze rekening een overschot.

-Dienstenverkeer : Waarde van in en uitvoer van diensten. (toerisme, transport,verzekeringen reparaties etc.)

-Inkomensverkeer: Beloningen voor productiefactoren(NAKO-PLIW) vanuit het buitenland aan Nederland of andersom.

-Inkomensoverdrachten : Betalingen zonder dat de ontvanger een tegenprestatie levert. (ontwikkelingshulp, geld zendingen naar familie in het buiteland)

Overschot: de uitvoerwaarde is groter dan de invoerwaarde. Tekort: de invoerwaarde is groter dan de uitvoerwaarde. Importquote: verhouding tussen de totale invoer v goederen+diensten en het BBP Exportquote: verhouding tussen de totale uitvoer v goederen+diensten en het BBP

Open economie: een grote Import en Exportquote.

Ingaande geldstromen:

- loonbetalingen aan Nederlanders die in het buitenland werken

- Overboekingen vanuit het buitenland v. interest en dividend als opbrengst v. buitenlandse effecten in het bezit van Nederland(se instellingen) zijn.

-Winstoverboekingen van buitenlandse dochterondernemingen naar het moederbedrijf in Nederland.

-Bankrente op internationale kredieten Uitgaande geldstromen:

-loonbetalingen aan in Nederland werkzame buitenlanders

- Betalingen aan buitenlanders die Nederlandse effecten bezitten

-Winstoverboekingen van in Nederland gevestigde dochterondernemingen naar het moederbedrijf in het buitenland.

-Bankrente op internationale kredieten.

ZIE BOEK VOOR OVERZICHT VD LOPENDE EN FINANCIELE REKENING!!!!

Financiële rekening

-Directe investeringen; bijvoorbeeld oprichting/uitbreiding/overname van ondernemingen in het buitenland. (v. Nederlanders in het buitenland, en buitenlanders in Nederland)

-Effectentransacties; aankoop+verkoop van Nederlandse effecten (oa staatsobligaties door het buitenland) andersom: aankoop+verkoop van buitenlandse effecten door Nederland(ers-sebedrijven)

-Overige financiële transacties/ Internationale kredietverlening; Goederen op de rekening verhandeld: Handelskrediet Leverancierskrediet: bv: we leveren eerst iets en ontvangen het geld pas later.

Kapitaalstromen zijn op de financiële rekening

Inkomensrekening/lopende rekening: opbrengsten v geïnvesteerd kapitaal(rente/winst/divident)

Lees meer...

Oorzaken van internationale geldstromen

Betaling door levering van goederen: ruilhandel.

Inkomensverkeer: grensoverschrijdend bv. Loon aan Nederlanders die in het buitenland werken, of winst die dochterondernemingen van Ahold in Amerika maken.

Inkomensoverdrachten: bv. Noodhulp bij natuurrampen.

Financiële transacties:

  • Directe investeringen: (kapitaalverschaffer wil invloed krijgen op de productie van goederen/diensten in een ander land: aandelen kopen/zich er vestigen.)
  • Effectenverkeer: Beleggingen voor het halen van winst of rente(aandelen/obligaties van buitenlandse ondernemingen en bedrijven)
  • Internationale kredietverlening: commerciële kredieten die door banken/overheden aan schuldenaars in andere landen worden verstrekt.
  • Afnemerskrediet/leverancierskrediet horen bij de leningen.


Effect van deze financiële transacties: per saldo wijzigingen plaatsvinden in de nationale voorraad aan internationale betalingsmiddelen (=vooral deviezen: dollars, ponden etc)

Alleen theoretisch zouden de uitgaande geldstromen gelijk kunnen zijn aan deinkomende geldstromen(dan zou deze voorraad maar een beetje/geen verandering hebben

De voorraad internationale betalingsmiddelen kan toe (/export, ingaande geldstroom) en afnemen(/import,uitgaande geldstroom). Deviezen bij bankwezen+centrale bank

Lees meer...

Internationale geldstromen

Betalingen voor de aankoop van goederen en diensten

  • Invoer (jij betaald hen)
  • Uitvoer (hun betalen jou)
  • Genoteerd op de lopende rekening van de betalingsbalans
  • Betalingen in verband met het kapitaalverkeer
  • Directe investeringen (je krijgt zeggenschap in een bedrijf)
  • Beleggingen (interestopbrengst)
  • Handelskredieten (financiering vd in- en uitvoer van goederen
  • Genoteerd op de financiële rekening van de betalingsbalans.
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen