Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

De beroepsbevolking

Beroepsbevolking: 15-64 jaar, die minstens 12u per week werken/willen werken.


Omvang beroepsbevolking hangt af van:

1.Omvang totale bevolking

2.Beroepsgeschikte bevolking: 15-64 jaar.

3.Participatiegraad: deel vd beroepsgeschikte bevolking dat tot de beroepsbevolking hoort.

Bevolkingsomvang neemt nog steeds toe: Geboorteoverschot/immigratieoverschot. Vergrijzing zal toenemen(boven 64), groep jongeren neemt af(onder 15,ontgroening) Participatiegraad/ deelnemingsgraad: deel van de beroepsgeschikte bevolking dat tot
de beroepsbevolking hoort. (ook bv. participatiegraad van vrouwen, of 45+ers) Wat beïnvloed de participatiegraad?

1.Wetgeving: leerplicht, pensioen, VUT, WAO

2.Maatschappelijke opvattingen: bv werkende vrouwen: steeds meer: emancipatie.

3.Organisatie van het arbeidsproces: mogelijkheid parttime te werken, kinderopvang.

4.Hoogte van het loon: Goed geschoolden verdienen een hoger loon dan lager geschoolden, ze zullen eerder proberen hun arbeid te gelde te maken dan de anderen.

Lees meer...

De Economische en Monetaire Unie

Eerst Europese Monetaire Stelsel (wisselkoersen aan elkaar gekoppeld) Met de komst van de euro in 1999 verdween het EMS. (bhv GB & Denemarken)

Convergentievoorwaarden van de eurozone:

1. Inflatie niet meer dan 1,5 procent boven het gemiddelde inflatiepeil van de drie EU landen met de laagste inflatie.
2. Financieringstekort mag niet meer dan 3 procent zijn vh Bruto Binnenlands Product.
3. Overheidsschuld niet boven 60% van het BBP.
4. Kapitaalmarktrente mag niet meer dan 2%punt boven het gem vd 3 EU landen met de laagste inflatie.
5. Het land moet minstens 2jr deelgenomen hebben aan het EMS zonder devaluaties of revaluaties.

Belangrijke stappen in het proces vd monetaire eenwording van Europa:

1. V.a. 1 januari 1999 wisselkoersen aan elkaar gekoppeld, landen van de eurozone: zie boek.
2. Per 1 januari 2002 oude valuta’s weg, en overal in de eurozone de euro.

Geen wisselkoersschommelingen meer, voordelen:

Bevordering onderlinge handel -> optimale vestigingskeuze van bedrijven in de EU -> schaalvergroting EU bedrijven -> kostenverlaging -> betere concurrentiepositie.

Nadelen:

EU landen kunnen tov elkaar niet meer revalueren of devalueren om de economie te besturen, onevenwichtigheden kunnen blijven bestaan.

Europese Centrale Bank: ECB.

-Algemene Raad: Presidenten van nationale centrale banken van alle lidstaten van de EU, & de president + vicepresident van de ECB.

-Raad van Bestuur: Presidenten van de nationale banken van de eurolanden & de president + vicepresident van de ECB. -Directie: 6 personen die door de EU regeringsleiders zijn benoemd.

Ecofin: begrotingsbeleid wordt op elkaar afgestemd door alle ministers van Financiën van de EU landen.

Lees meer...

Vaste wisselkoersen

Een stelsel van vaste/stabiele wisselkoersen berust op afspraken tussen regeringen dat schommelingen in de wisselkoersen niet of slechts in beperkte mate kunnen voorkomen.

De dollar/yen/euro hebben zwevende wisselkoersen, maar sommige landen koppelen hun koersen aan bv. de dollar of de euro.

Spilkoers/Pariteit wordt vastgesteld: hiervan mag de werkelijke koers slechts in zeer geringe mate van afwijken en Interventiekoersen: de grenzen waarin de koers mag bewegen; als de koers er boven of onder dreigt te komen moeten de centrale banken ingrijpen (v. die landen)

Ruimte tussen interventiepunten: Bandbreedte/schommelingsmarge

Appreciatie: Waarde neemt toe door vraag/aanbod.

Depreciatie: Waarde neemt af door vraag/aanbod.


Hoe de koers van A naar beneden te krijgen?
-> Verhoging rente B. Meer mensen uit A gaan beleggen in B, deviezenstroom naar B, dus meer aanbod van A waardoor de waarde van A daalt.

-> Extra aanbod van A door de bank van land B. Dmv het aanspreken van de reserves vd bank.

Hierdoor gaat de aanbodlijn naar rechts, en dus naar beneden.

Als in het systeem van vaste wisselkoersen de koers boven/onder de bandbreedte uitkomt, moet er worden ingegrepen: extra aanbod van valuta, of extra vraag naar de valuta. (dit kan de bank doen, ze kunnen niet minder aanbod of minder vraag veroorzaken)

Pariteitwijzingen: Als er sprake is van een fundamentele verstoring: Als de koers blijvend onder of boven de bandbreedte blijft. Boven: Reserves raken uitgeput door telkens aanbod van banken. Onder: Moeten telkens deviezen worden opgekocht, kan ook niet eeuwig doorgaan. Daarom: Pariteit verlagen of verhogen.

Verhogen: Revaluatie: officiële waardevermeerdering ve valuta tov andere valuta. Landen met een langdurig overschot op de betalingsbalans: vraag naar eigen valuta. Verlagen: Devaluatie: officiële waardevermindering ve valuta tov een andere valuta. Landen met een langdurig tekort op de betalingsbalans: vraag naar buitenlandse valuta.

Devaluatie van de ene valuta betekend revaluatie van de andere en andersom.

Gevolg revaluatie: valuta wordt duurder. Goederenuitvoer en de kapitaalinvoer van het land zullen afnemen. Goedereninvoer en kapitaaluitvoer worden juist gestimuleerd.

Gevolg devaluatie:valuta wordt goedkoper. Goederenuitvoer en kapitaalinvoer wordengestimuleerd en goedereninvoer en kapitaaluitvoer worden ontmoedigd (want andere valuta’s worden duurder)

Koers die wordt laaggehouden: overschotten op betalingsbalans. Koers die wordt hooggehouden: tekorten op de betalingsbalans.

Voordelen vaste wisselkoersen:

-Zekerheid voor het internationale betalingsverkeer: bedrijven weten van te voren hoeveel vreemde valuta’s kosten/opbrengen. -Rust, goed voor groei van de handel.

Nadelen vaste wisselkoersen:

-Permanente overschotten of tekorten op de betalingsbalans. -Overschot: overheid moet EV stimuleren, of rente verlagen (EV +uitvoer kapitaal) -Tekort: Overheid moet de EV beperken(bv belastingen), of rente verhogen.

Lees meer...

Vrije of zwevende wisselkoersen

Flexibele/vrije/zwevende wisselkoers komt tot stand bij vrije marktwerking zonder ingrijpen van centrale banken/andere overheidsinstanties. Voordeel flexibele wisselkoersen:

-Betalingsbalans gaan automatisch in de richting van een evenwichtssituatie:

Bv. Overschot op betalingsbalans -> grote aanbod vreemde valuta -> lagere evenwichtskoers(koers daalt) ->buitenlandse goederen worden relatief goedkoop -> invoer stijgt -> uitvoer daalt want wij zijn goedkoper dan andere landen.

Hierdoor zal het overschot automatisch afnemen, en is de betalingsbalans evenwichtiger.

Nadeel van flexibele wisselkoersen:

-Belemmeringen internationale handel:

Onzekerheid over wisselkoersveranderingen, zo geen offerte kunnen opstellen, want de prijzen kunnen nog veranderen. Onvoorspelbaarheid.

---


Nieuwe evenwicht komt tot stand door aanpassingen in het prijsniveau: Kan inflatie ontstaan.

Veranderingen in de wisselkoers hebben grote invloed op de handsstromen van en naar

Nederland. Nederland heeft een open economie en daarom is een stabiele wisselkoers van groot belang.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen